Yakwa (of: yakgwa) is een fijn Koreaans koekje dat letterlijk ‘geneeskrachtige zoetigheid’ betekent. Google ‘sesamolie’, ‘honing’ en ‘gember’ en heel internet zal beloven dat je door de consumptie van deze drie wonderproducten een lagere kans hebt op kanker, andere enge ziektes sneller te boven komt en bovendien ook nog eens een mooie huid krijgt. Bof ik even dat de Koreanen dit allemaal in één koekje hebben gestopt. Wat een feest! Voordat je de naar de toko rent om alle ingrediënten voor deze geneeskrachtige koekjes in te slaan wil ik je ook alvast vertellen dat deze ronde jongens worden gefrituurd in dikke vette olie. Ook staat er een flinke scheut stroperige maissiroop op de ingrediëntenlijst. En rijstwijn. Dus sesamolie, gember en honing in dit koekje mogen dan wel een reinigende en genezende werking hebben, maar tegelijkertijd worden ze geserveerd in een sticky jasje jasje van siroop en zorgt de olie waar ze in gebakken worden ook niet bepaald voor een wespentaille. De gezondheidsfactor van dit koekje is dus fijn relatief. En daar hou ik van.
Vandaag dus gewoon koekjes met veel calorieën. Het koekje is redelijk licht en crispy en heeft vooral een bijzondere smaak die ik nog nooit eerder in een koekje ben tegengekomen: het zoete van de honing en de maissiroop, wat pit door de gember en de rijstwijn, en het nootachtige van de sesamolie en de zachte pine nut dust (die je later over de koekjes strooit).
De ultieme tip voor het maken van dit toffe koekje: kneed niet te lang en vooral niet te heftig. Bij het maken van deeg is de verleiding vaak groot om langdurig te kneden. Common sense vertelt je dat je dan alle ingrediënten goed door elkaar mengt en een fantastisch eindproduct zal krijgen. Niet dus. Te heftig gekneed deeg levert plakkerige en massieve koekjes op, en dit is niet de bedoeling.
Ingrediënten voor 12-15 yakwa:
Koekjesdeeg:
360 gram bloem
50 milliliter sesamolie
25 gram geraspte gember
80 milliliter rijstwijn
80 milliliter maissiroop (kan vervangen worden door honing)
1 theelepel witte peper
1 theelepel bakpoeder
Voor de siroop:
250 milliliter water
125 milliliter maissiroop
125 milliliter honing
1 theelepel kaneel
Snufje zout
Ook nodig:
Verse olie om in te frituren
2 eetlepels licht geroosterde pijnboompitten
To do:
Doe de bloem in een kom en voeg de sesamolie, gember, rijstwijn, peper, bakpoeder, en maisstroop toe. Meng en kneed de ingrediënten voorzichtig door elkaar. Stop met kneden zodra de ingrediënten een bal vormen. Maak van de bal een platte plak, wikkel in plasticfolie en laat een half uur rusten.
Bestuif het aanrecht met wat bloem en rol de plak deeg uit tot hij 1 cm dik is. Gebruik een koekjesvorm met een doorsnee van zo’n 4 cm om de koekjes uit te steken. Leg de koekjes apart.
Laat ondertussen de olie in een grote pan heet worden of zet de frituurpan aan.
Maak de siroop: doe alle ingrediënten voor de siroop, behalve de kaneel, in een steelpan en roer door elkaar. Zet op het vuur en breng aan de kook zonder te roeren. Wanneer het mengsel kookt voeg je de kaneel toe en roer je alles goed door. Laat de siroop indikken. Giet in een grote kom waar straks alle koekjes in passen.
De olie om te fritren moet 180 garden zijn en is op de juiste temperatuur wanneer je er een stukje brood in doet die dan snel bruin kleurt. Frituur de yakwa in porties: wanneer je te veel koekjes tegelijk frituurt daalt de temperatuur van de olie namelijk. Frituur de koekjes in drie minuten goudbruin en draai ze tussendoor een keer om. Laat even uitlekken op keukenpapier en dompel daarna direct onder in de siroop. Laat een half uur weken.
Vermaal de geroosterde pijnboompitten grof in een vijzel. Haal de koekjes met een draadspaan uit de siroop en leg op een bakplaat of bord dat bedekt is met bakpapier. Bestrooi met wat gemalen pijnboompitten en serveer. Je kunt overgebleven koekjes in een luchtdichte bak een paar dagen in de koelkast bewaren.
