Frisse parel couscous salade met groene asperges en tuinbonen

Frisse parelcouscous salade met groene asperges en tuinbonen

Deze frisse parelcouscous salade met groene asperges en tuinbonen eet ik graag tijdens de hittegolfdagen zoals we die de afgelopen paar weken hebben gekend, omdat dit maaltje zo lekker fris en groen is. Maar ik eet ‘m net zo lief tijdens minder warme dagen omdat deze salade ook nog eens goed vult omdat ie niet alleen uit vederlichte groene blaadjes sla bestaat. Met een stukje vis erbij heb je dan een prima diner waar de je rest van de avond op kunt teren. Een parelcouscous salade naar mijn hart dus: multi-inzetbaar en het hele jaar door lekker. Afhankelijk van het seizoen gebruik je tuinbonen uit de diepvries of verse bonen. In het laatste geval dop je die eerst even met de zon op je bol in de tuin (of op je balkon).

Met een spiksplinternieuwe baby in je leven heb ik, naast slaap, vooral veel behoefte aan snel te bereiden en makkelijke maaltijden die ook nog eens voedzaam zijn. Deze parelcouscous salade is daar een goed voorbeeld van: veel groente en staat binnen een kwartier op tafel. Behalve enorme behoefte aan goed fastfood uit eigen keuken horen korte blogposts kennelijk ook bij een veeleisend klein meisje. Ik word nu namelijk gesommeerd mijn laptop dicht te klappen en haar onverdeelde aandacht te geven. Doei!

Frisse parel couscous salade met groene asperges en tuinbonen
Frisse parelcouscous salade met groene asperges en tuinbonen

Ingrediënten voor 4-6 personen

200 gram parelcouscous

300 gram groene asperges

300 gram gedopte tuinbonen (vers of uit de diepvries)

100 gram feta

Handje fijngehakte platte peterselie

Blaadjes van 2 takjes munt, fijngehakt

Sap van een halve citroen

Olijfolie

Zout & peper

To do:

Zet een grote pan met gezouten water op het vuur en breng aan de kook. Voeg de parelcouscous toe en kook gaar in ongeveer 7 minuten (of volg de instructies op de verpakking). Giet af, besprenkel met een beetje olijfolie en laat afkoelen.

Ondertussen zet je nog een pan water op het vuur (zonder zout, zo blijft de groente mooi groen). Snijd de tips van de asperges en leg die apart. Het overige deel van de asperges snijd je in kleine stukjes van ongeveer 1.5/2 centimeter.

Wanneer het water kookt voeg je als eerst de tuinbonen toe. Laat ongeveer 4 minuten koken en voeg dan de stukjes asperge toe, behalve de tips. Laat 1-2 minuten koken en voeg als laatste de tips toe die je nog ongeveer een minuut meekookt. De bonen en asperges moeten nog een fijne bite hebben. De exacte kooktijd hangt van de grootte van je tuinbonen en asperges af: houd de boel dus goed in de gaten. Giet vervolgens af, spoel af met koud water en laat uitlekken in een vergiet.

Schep de tuinbonen en asperges door de parelcouscous. Hak de peterselie en munt fijn en voeg toe. Knijp het sap van een halve citroen uit en besprenkel de salade met ongeveer 3 eetlepels olijfolie. Verkruimel de feta en voeg toe. Schep de parelcouscous salade goed om en breng op smaak met zout, peper en eventueel wat extra olijfolie of citroensap.

Frisse parel couscous salade met groene asperges en tuinbonen
Frisse parelcouscous salade met groene asperges en tuinbonen: snel, makkelijk, gezond en veeleisende-baby-proof 🙂

 

Caesar salade

Caesar salade van Ferran Adrià

Een simpele caesar salade kan me ontzettend blij maken. Of ontzettend ongelukkig. Want hoewel de caesar salade zo ongeveer in elk restaurant op de menukaart prijkt weten veel middelmatige chefs er toch nog iets van te maken om van te huilen. Want hoe vaak wordt deze salade, die dus zo goddelijk is door eenvoud, onnodig gecompliceerd met allerlei toeters en bellen? Hoe vaak is de saus wel niet gemaakt van mayonaise uit een emmertje? Yikes. Bijzonder zonde, omdat het bij een caesar salade wat mij betreft draait om de saus.

Mijn favoriete caesar salade is van niemand minder dan Ferran Adrià die enige tijd geleden een kookboek uitbracht, die de meneer thuis van Sinterklaas overhandigd kreeg. Een topboek waarin Adrià niet zo zeer zijn toverkunsten uit El Bulli uit de doeken doet, maar de lezer degelijke menu’s voorschotelt met een gorot aantal basisrecepten. Met zijn hulp konden de meneer en ik onze tomatensauzen en bouillons fine-tunen en hebben we het beste recept voor de caesar salade ontdekt: no nonsense en met slechts een paar ingrediënten. Zorg er wel voor dat die van goede kwaliteit zijn, want ondanks dat dit recept van Adrià’s hand is: met flutkaas en slappe sla gooi je geen hoge ogen. Dus sla die paar goede producten in en maak deze simpele caesar salade voor je lief. Daar wordt hij/zij blij van. En jij ook.

Caesar salade: simpel & klassiek
Caesar salade: simpel & klassiek

Ingrediënten voor 2-3 personen

200 gram bindsla of romaine

½ teen knoflook

3 ansjovisfilets op olijfolie, uitgelekt

2 eierdooiers

2-3 theelepels sherryazijn

3 eetlepels zonnebloemolie + 1 theelepel

40 gram Parmezaanse kaas, geraspt

Twee handjes croutons

Indien je de croutons zelf maakt:

4-5 sneeën oud wit brood, zonder korst en in dobbelsteentjes gesneden

3 eetlepels olijfolie

To do:

Voor de zelfgemaakte croutons meng je de stukjes wit brood met de olijfolie en bak je die in tien minuten goudbruin in een voorverwarmde oven op 190 graden.

Voor de dressing van de caesar salade doe je de knoflook, eierdooiers en ansjovisfilets in een hoge kom of beker. Maak er met een staafmixer een gladde massa van. Voeg dan, terwijl je door blijft mengen, beetje bij beetje de zonnebloemolie toe, gevolgd door de sherryazijn. Er moet een gladde saus ontstaan die op mayonaise lijkt. Roer dan de helft van de Parmezaanse kaas erdoor.

Snijd de sla in stukken van ongeveer 4 centimeter. Doe de sla in een grote kom en maak aan met de saus. Schep eventueel op een dienschaal of een groot schoon bord en bestrooi met de overige Parmezaanse kaas en croutons. Serveer meteen.

Caesar salade: gegarandeerd succes door Ferran Adrià
Caesar salade: gegarandeerd succes door Ferran Adrià
Aziatische salade met gerookte kip, mango en avocado

Foodblogswap: Aziatische salade met gerookte kip, mango en avocado

Voordat je het recept voor deze zomerse salade met gerookte kip, mango en avocado onder ogen krijgt het volgende: ein-de-lijk doe ik dan mee aan de onder foodbloggers welbekende foodblogswap. Dit is een maandelijks terugkerende uitwisseling van recepten onder foodbloggers: je geeft je op, krijgt een blog toegewezen en dan mag je daar een lekker recept van uitkiezen om zelf te koken, waar je ook je eigen draai aan dient te geven. Een fijne uitdaging en een goede manier om andere mooie foodblogs te ontdekken. Een leuke klus dus!

Hoewel ik al tijden watertandend naar creaties van andere foodblogswap-deelnemers gluurde, kwam het er steeds maar niet van om zelf mee te doen. En dat is geheel aan mijn eigen chaotische organisatie te wijden: hoe strikt ik ook ben in het plannen en halen van deadlines in het dagelijks leven, als foodblogger blink ik daar geloof ik wat minder in uit. Maand in maand uit nam ik me voor om me op te geven, maar keer op keer kwam ik zodra ik me wilde opgeven erachter dat de inschrijving net gesloten was- zucht. Deze maand is dus een unicum, want ik had me op tijd geregistreerd- hoera, hoera- én meteen heel georganiseerd een kruis in mijn agenda gezet op een in het verschiet liggende vrije middag, zodat ik een mooi gerecht van de fijne foodblog Great Little Kitchen kon uitzoeken en kokkerellen.

En dat mooie gerecht vond ik: een zomerse salade met gerookte kip, mango en avocado. Blogger Stéphanie geeft aan dat het mooie weer om een salade vroeg en dat vond ik vandaag nou ook. De drukkende hitte in Amsterdam was de afgelopen dagen niet te harden en behalve op ijsjes en water leef ik deze dagen dan ook bij voorkeur op goede verfrissende salades. Maar ze moeten wel vullen, bite hebben en bomvol smaak zitten. De salade met gerookte kip, mango en avocado van Stéphanie is daar het perfecte voorbeeld van: lichtzoet door de mango, het zacht romige van de avocado, body door de rokerige kip en een goede crunch door de cashewnoten. Ik heb de salade een Sesu-twist gegeven door er een Aziatische variant van te maken. Ik heb wat bosui en knapperige taugé toegevoegd, frisse koriander en een tangy dressing van chilisaus, vissaus en limoen. De eikenbladsla en rucola die Stéphanie in haar recept gebruikt heb ik vervangen door veldsla- puur omdat ik een rucola-overkill had door de grote hoeveelheid salades die ik de afgelopen dagen al naar binnen heb gewerkt. Zoals je ziet is het een kleurrijke salade geworden: een zomervakantie op je bord wat mij betreft!

Aziatische salade met gerookte kip, mango en avocado
Aziatische salade met gerookte kip, mango en avocado

Ingrediënten voor 4 personen

150 gr veldsla

2 bosuitjes, in dunne ringetjes gesneden

150 gr gerookte kipfilet, in reepjes

½ mango, in blokjes

1 avocado, in reepjes

50 gram taugé

200 gr cherrytomaten, gehalveerd

Een handje ongezouten cashewnoten, en een beetje extra

Een handje koriander, fijngehakt

Zout en peper

Dressing

1 theelepel zoete chilisaus

2-3 theelepels vissaus

2 theelepels plantaardige olie

Sap van een halve limoen

To do:

Doe de reepjes gerookte kipfilet, avocado, mangoblokjes, cherrytomaten, helft van de ringetjes bosui, de cashewnoten en taugé in een grote kom. Leg de veldsla erbovenop zodat de blaadjes niet meteen slap worden door het vocht van de mango en cherrytomaatjes.

Pak een klein kommetje en meng daarin de zoete chilisaus, vissaus, olie en limoensap. Roer goed door en giet over de salade en bestrooi met een beetje zout en flink wat peper. Meng de salade voorzichtig door elkaar. Dit gaat het makkelijkste met je handen zodat je de zachte mango en avocado niet in moes verandert. Proef de salade en breng eventueel verder op smaak met zout, peper of limoensap. Schep de salade op een schaal en bestrooi met wat extra cashewnoten, de rest van de bosuitjes en de fijngehakte korianderblaadjes.

Aziatische salade met gerookte kip, mango en avocado
Aziatische salade met gerookte kip, mango en avocado: een groot smaakfeest tijdens de zomer!

 

 

 

Kimchi fried rice (bokkeumbap)

Ja hoor, door het wisselvallige weer dat varieerde van tropische regenbuien tot flinke hitte én een snotterende meneer aan mijn zijde was het onlangs tijd voor comfort food. En dit maal echt comfort food uit het Korean Food Lab, namelijk kimchi fried rice, oftewel gebakken kimchi en rijst.

Kimchi fried rice is om meerdere redenen een dankbare maaltijd: het is ten eerste hét perfecte maal om leftover rijst mee weg te werken. Sterker nog, kimchi fried rice smaakt het beste met koude gekookte rijst van de dag ervoor omdat de rijst dan wat steviger is en de smaak van de kimchi beter opneemt dan ‘vers’ gekookte rijst. Bovendien bakt leftover rijst ook veel makkelijker en zul je niet snel een brei in je pan hebben.

Ook is dit snelle Koreaanse gerecht goed anti-kater voedsel omdat het zo goed vult en leent het zich uitstekend als 15-minute meal, die ook echt maar 15 minutes van je vraagt. Ik beloof, nee zweer, dat deze maaltijd in een handomdraai op tafel staat en je heel blij zal maken. Een gerecht om te onthouden voor op een doordeweekse ik-kom-thuis-en-wil-alleen-maar-op-de-bank-hangen-avond en je heel wijs al weet dat een 15-minute meal van lieve Jamie jou toch uiteindelijk een uur bereidingstijd zal kosten (want laten we wel wezen, je beschikt niet over de snijdvaardigheden van de beste man, ook niet over zijn gevoel voor multitasken en timing). Kimchi fried rice is het ultieme fast comfort food dus. En ook nog eens gezond door die fijne gefermenteerde groenten en bijzonder fotogeniek door sunny side up eieren.

Maak jij ‘m? De 15 minuten gaan nú in.

Kimchi fried rice (gebakken kimchi en rijst)
Kimchi fried rice (gebakken kimchi en rijst)

Ingrediënten voor 2-3 personen

1 ui, fijngehakt

1 teen knoflook, fijngehakt

250 gram kimchi, fijngehakt

3 eetlepels kimchi-vocht

optioneel: 1 theelepel gochujang (Koreaanse peperpasta)

500 gram gekookte rijst, koud

2 theelepels sesamolie

1 eetlepel koriander, fijngehakt

1-2 bosuitjes in ringen

1-2 theelepels sesamzaadjes

plantaardige olie om in te bakken

Zout en peper

2-3 eieren

To do:

Zet een wok of grote koekenpan op het vuur met een scheut olie en laat heet worden. Voeg de ui en knoflook tot en laat op middelhoog vuur zacht worden. Voeg na twee minuten de fijngehakte kimchi en het kimchi-vocht toe. Voor meer pit doe je er nog een theelepel gochujang bij, maar dat mag je zelf beslissen.

Bak de kimchi vijf minuten en voeg dan de koude rijst toe. Schep goed door elkaar. En bak nog 3-5 minuten op hoog vuur. Breng op smaak met de sesamolie, zout en peper. Draai het vuur uit.

Zet een andere koekenpan met olie op het vuur. Bak de eieren sunny side up.

Schep de kimchi fried rice op borden of in kommen. Bestrooi met sesamzaadjes, bosui en/of korianderblaadjes. Leg de eieren er bovenop.

Als het goed is zit je nog onder de 15 minuten! Toch?

Duik in je kimchi fried rice!

Kimchi fried rice (gebakken kimchi en rijst)
Kimchi fried rice (gebakken kimchi en rijst)
Muhammara: dip met walnoten en paprika

Dip van walnoten en paprika: muhammara

Dat ik van allerlei dips en spreads houd weet je ondertussen wel (met artisjokken, edamame boontjes of aubergine bijvoorbeeld), niets is leuker om bij de borrel goede stukken brood in allerlei lekkers te dopen. Hoewel hummus met miso sinds kort mijn nummer 1 dip is komt muhammara wel erg dicht in de buurt. Misschien overweeg ik hun allebei een gedeelde eerste plaats te geven.

Muhammara of acuka

Muhammara is namelijk een fijne walnotendip met- naast walnoten dus- paprika en granaatappelmelasse die je heel eenvoudig bij elkaar knutselt en door de noten ook nog eens redelijk gezond aanvoelt (de borrel erbij maakt het dan wat minder gezond, maar goed). De dip kent zijn oorsprong in Syrië, maar is in veel andere omringende landen (vroeger de Levant) de keukens binnengewaaid. De Turkse variant heet bijvoorbeeld acuka en die heb ik toen ik in Turkije woonde met enige regelmaat als meze geserveerd gekregen en talloze stukken brood mee besmeerd.

Het geheim van een goede muhammara of acuka is het gebruik van een vijzel in plaats van een keukenmachine. Zo mengen de smaken beter met elkaar en heb je zelf in de hand hoe smooth of chunky je dip wordt. En vergeet de goede olijfolie niet!

Ingrediënten

3 rode paprika’s

75 gram gehakte walnoten

50 gram broodkruim

1 theelepel komijn

1 eetlepel citroensap

1 eetlepel granaatappelmelasse

1 teen knoflook, grof gehakt

1-2 theelepels Aleppo peper, a.k.a. pul biber: gedroogde Turkse rode pepervlokken)

2-3 eetlepels olijfolie

zout

extra: (plat) brood om erbij te serveren

To do:

Verwarm de oven voor op 200 graden. Leg de paprika’s op een bakplaat en laat in 30 minuten zacht worden en zwart blakeren. Haal ze uit de oven, leg om een bord en dek af met plasticfolie. Laat afkoelen, verwijder het velletje en de zaadlijsten en hak de paprika’s grof door.

Doe de paprikastukjes met alle andere ingrediënten in de vijzel en stamp tot een grove spread. Breng op smaak met extra zout en citroensap of granaatappelmelasse. Vind je de muhammara te dik? Voeg dan extra olijfolie toe. Schep op een bordje of in een kom en besprenkel met wat extra olijfolie. Serveer met brood.

Je kunt muhammara een dag van te voren maken en in de koelkast bewaren. De smaken worden dan intenser. Zorg er wel voor dat je de dip op kamertemperatuur laat komen voordat je erin duikt.

Muhammara: dip met walnoten en paprika
Muhammara: de perfecte dip met walnoten en paprika
Lente frittata met groene asperges en gerookte zalm

Lente frittata met groene asperges en gerookte zalm

Na een korte maar hevige stortbui en hier en daar wat bliksem en gedonder heb ik gisteren toch tevreden de dag afgesloten met de gedachte dat het toch écht lente is. Dat kwam vooral omdat ik de dag in een bovengemiddeld warme kantooruimte had doorgebracht, en ook nog eens naast een groot raam (en voor een groot beeldscherm) zat, waardoor ik me er erg van bewust was dat het een prachtige dag was om buiten in de frisse lucht rond te huppelen. Het vaste rondje om het kantoorpand tijdens de lunchpauze voelde dan ook als een echt uitje: een kwartier met de jas open en je haren in de wind- olé!

Om het lentegevoel dan maar extra te benadrukken vandaag heb ik hier een waar lenterecept voor je: een dikke lente frittata met groene asperges en gerookte zalm. Deze frittata is licht, fris, maar zeker ook vullend en fijne kost voor doordeweeks. Ideaal voor wanneer je eigenlijk geen zin hebt om te koken, maar wel oren hebt naar een homemade meal om bij thuiskomst op je terras in de avondzon op te peuzelen (al dan niet met een extra dikke jas aan, maar goed). Een fijner snel diner bestaande uit een goed glas wijn, vers brood en een dikke frittata met mooie groene asperges, tuinerwten en goede gerookte zalm bestaat dan volgens mij niet. Indien je nog een andere maaltijdsuggestie hebt voor de doordeweekse lenteavond, mail me gerust.

Deze lente frittata heb ik in een kleine koekenpan gemaakt (18 cm doorsnee) zodat ie lekker dik wordt. Als je een plattere variant in een grotere koekenpan maakt zal de bereidingstijd iets korter zijn, dus houd je eiermaal goed in de gaten!

Ingrediënten voor een lente frittata voor 2

300 gram groene aspergers, grof gesneden en hou de tips intact

2 lenteuitjes, in ringetjes gesneden

100 gram gerookte zalm, in repen gescheurd

100 gram tuinerwten uit de diepvries

2 eetlepels dille, fijngehakt

5 eieren

rasp va een halve citroen

Zout en peper

Olijfolie

Brood om erbij te serveren

Extra: koekenpan die in de oven kan

To do:

Verwarm de oven voor op 190 graden.

Zet een (soep)pan op het vuur en vul met water. Breng aan de kook. Voeg de gesneden asperges toe en blancheer 1 minuut. Giet af en spoel af met koud water. Laat uitlekken, scheid de tips van de andere stukken en zet apart.

Zet de koekenpan op het vuur met een scheut olijfolie. Laat warm worden. Draai het vuur middelhoog en bak de lenteuijes kort totdat ze iets zachter zijn. Schep uit de pan. Zet de koekenpan terug op het vuur met een extra scheutje olijfolie en laat weer goed warm worden.

Kluts de eieren los in een grote kom. Voeg de asperges, behalve de tips, toe aan de eieren, evenals de helft van de tuinerwten, dille, lenteuitjes en gerookte zalm. Voeg een snuf zout en flink wat peper toe en roer goed door elkaar. Draai het vuur laag en giet het eier-groentemengsel in de pan. Laat 5 minuten rustig bakken.

Wanneer de frittata iets stevier is geworden voeg je de andere helft bosui, tuinerwten en zalm toe. Leg de aspergetips helemaal bovenop, maar druk ze wel een beetje aan. Zet de koekenpan in de oven en laat de lente frittata in 5-8 minuten gaar worden. Hij moet aan de bovenkant net droog zijn, maar mag van binnen nog een beetje vochtig aanvoelen (wat mij betreft). Rasp er wat citroenschil overheen en bestrooi met de andere helft dille.

Lente frittata met groene asperges en gerookte zalm
Lente frittata met groene asperges en gerookte zalm

Mocht je onverhoopt een stuk van deze frittata over hebben, dan kun je dat prima in de koelkast bewaren. De  volgende dag heb je een goede lunch to go.

Voor de oplettende lezer: ja ik weet dat dit officieel geen eenpansgerecht is, maar toch heeft deze frittata de tag gekregen. Het blancheren van de asperges in die andere pan valt te verwaarlozen toch?

Snelle kippennoedelsoep met paksoi

Snelle kippennoedelsoep met paksoi

Helaas staat bij mij mijn keukentijd de laatste tijd enkel in het teken van de bereiding van supersnelle gerechten terwijl ik ondertussen nog met iets anders bezig ben, of slechter nog: afhaalmaaltijden waar het vet vanaf druipt en je bloedvaten meteen van dichtslibben. Deze kippennoedelsoep met paksoi valt gelukkig in de eerste categorie en die heb je daadwerkelijk binnen een kwartier op tafel nadat je een werkdag achter de rug hebt, je huis aan het schilderen bent en ondertussen aan verschillende instanties doorgeeft dat je ergens niet meer woont. Want ja, ik was door mijn verhuizing (naar een huis waar ik feitelijk al jaren meubilair was- lang verhaal) op het romantische idee gekomen om zo vlakvoor mijn officiële intrek het hele huis ook nog even zelf te gaan schilderen, het plafond incluis- zie mij maar als een soort hond die snel zijn territorium wil afbakenen of zo.

Dat 100 vierkante meter witten in twee dagen wel erg voorbarig was en ik nogal van de koude kermis zou thuiskomen had je me op een briefje mee kunnen geven. Maar ik ben er. Het is af. Dit heeft me dus gezellige kokkereltijd gekost, evenals smerige pizza’s (die ik overigens wel meteen verslond). Het enige gerecht dat in deze roerige tijd foto- en blogwaardig was is dan ook deze kippennoedelsoep met paksoi. Ik zeg het je eerlijk: het is geen life-changing soep waar je je moeder meteen over moet opbellen, ook geen smaakbom die je nog dagen bij blijft. Maar deze kippennoedelsoep is wel dé soep om te maken wanneer je hongerig en uitgeput bent en wel iets gezonds en voedzaams wilt eten. Ben je binnenkort heel druk en heb je schilder- of andere verbouwingsklusjes op het program? Plan deze soep in, je zal me dankbaar zijn. Of huur een klusjesman in, dat kan natuurlijk ook.

Ingrediënten voor 2 personen

1 kipfilet, in dunne reepjes gesneden

1 grote paksoi, in grove stukken gesneden

900 milliliter kippenbouillon

een halve theelepel maizena

een halve theelepel baksoda

een kleine duim gember, in plakken en dan julliennne gesneden

100 gram eier- of rijstnoedels

50 gram shiitake paddenstoelen in reepjes gesneden

1 ei

zout en peper

optioneel: chilisaus

To do:

Bestrooi de reepjes kipfilet met baksoda, maizena en zout en peper. Zet apart.

Bereid de noedels, spoel af met koud water en zet apart.

Zet ondertussen een soeppan met wat plantaardige olie op het vuur en laat heet worden. Bak de kipfilet reepjes in een mintuut op middelhoogvuur goudbruin. Voeg de gember en shiitakes toe en schep om. Bak nog een minuut door en schenk de bouillon in de pan en breng aan de kook.

Kook ondertussen in een andere pan een ei.

Voeg de stukken paksoi toe en laat in 3-5 minuten iets slapper worden, maar zorg dat de groente nog steeds wat bite heeft. Proef de soep en breng op smaak met zout en peper. Voeg op het laatste moment de noedels toe, warm goed door en schep dan de kippennoedelsoep in kommen. Snijd het ei doormidden en leg in de soep. Serveer met chilisaus.

Dit recept is gebaseerd op één van de leuke recepten uit het boek van The Dumping Sisters. Lees mijn review hier.

Snelle kippennoedelsoep met paksoi
Snelle kippennoedelsoep met paksoi
Koreaanse aubergine salade

Koreaanse aubergine salade (gaji namul)

Na een lang weekend vol paaseieren en chocoladehazen is wat lichter lentevoedsel uit het Korean Food Lab ook wel even fijn. Deze simpele Koreaanse aubergine salade, gaji namul, is een licht maar smaakvol bijgerecht (banchan) om tijdens een Koreaans diner op tafel te zetten. In combinatie met andere kleine Aziatische gerechten doet de gaji namul het ook goed- dit heeft Julius Jaspers van (onder andere) het restaurant HappyHappyJoyJoy ook ontdekt waar deze banchan op de menukaart staat. De gaji namul maak je ook heel eenvoudig thuis, dus je hoeft er niet persé naar Jaspers’ restaurant voor af te reizen. De aubergines worden kort gestoomd en daarna gemengd in een eenvoudige saus op basis van knoflook, gochugaru (rode pepervlokken) en sojasaus. Easy- en je bepaalt zelf hoe spicy en garlicky de salade wordt.

Koreaanse aubergine salade: steam it!

Koreaanse aubergine salade
Koreaanse aubergine salade: gemaakt met ‘gewone’ aubergines uit je Hollandse supermarkt smaakt ie ook heerlijk hoor.

Eigenlijk hoor je de langwerpige paarse Koreaanse aubergines voor dit gerecht te gebruiken, maar de bekende bolle aubergines uit de supermarkt om de hoek doen het ook prima. Deze zijn iets steviger en wat minder zoet dan de Koreaanse aubergine, maar dat vind ik zelf geen enkel probleem. Het belangrijkste is dat je de aubergines lang genoeg stoomt zodat ze niet meer rauw zijn, maar let ook op dat je de groente op tijd uit het stoommandje vist omdat je anders met papperige aubergine op je bord eindigt: allebei erg onaangenaam. Dit voorkom je door a) bij je stoommand te blijven staan en de boel nauwlettend in de gaten te houden en b) de aubergines in even grote stukken te snijden.

‘Traditioneel’ gezien moeten de aubergines namelijk in grote stukken worden gestoomd en daarna in repen worden gescheurd. Omdat hierdoor de kans groot is dat je je vingers brandt tijdens het scheuren (als je net als ik ongeduldig bent en niet wacht totdat de stukken aubergine iets zijn afgekoeld) en het moeilijker in de schatten is wanneer de aubergine goed gaar is snijd ik de boel vóórdat het de stoommand in gaat al in bite-size stukjes. Dan kan er niets fout gaan. Niets. Nou ja, je kunt je bekkie branden omdat je hongerig een stukje aubergine direct uit de stoommand in je mond propt.

Je kunt deze Koreaanse aubergine salade als lichte lunch eten, maar ook samen serveren met o.a. de spinazie namulkomkommer sangchaeKorean Fried Chicken, bulgogi of bossam. Dat wordt gegarandeerd feest!

Ingrediënten voor 2-4 personen (als bijgerecht)

1 grote aubergine (ongeveer 300 gram)

Dressing:

1 bosui, in dunne ringetjes gesneden

1 teentje knoflook, geperst

1-2 theelepels sesamolie

halve theelepel suiker

1 theelepel rijstazijn

1 theelepel gochugaru

1 theelepel sesamzaad

1 eetlepel sojasaus

To do:

Zet de stoommand in een pan met een laagje kokend water. Snijd de aubergine in stukken van ongeveer 4 centimeter lang en 1,5 centimeter dik. Zorg ervoor dat alle stukken aubergine wel een stuk schil hebben.

Doe de stukjes aubergine in de stoommand en stoom gaar, maar niet zo lang dat ze heel slap en papperig worden. Dit duurt ongeveer 5 minuten, maar dit hangt ook van jouw smaak af. Blijf dus bij de stoommand staan.

Meng ondertussen alle overige ingrediënten voor de dressing. Haal de auberginestukjes uit de stoommand en doe in een grote kom. Laat iets afkoelen en giet de dressing erover. Meng goed door elkaar. Eet de Koreaanse aubergine salade lauwwarm.

Koreaanse aubergine salade
Koreaanse aubergine salade: gezond, pittig en lekker veel knoflook.

 

 

Indien je geen stoomfan bent of bang bent dat je de aubergine tot moes laat koken kun je de aubergine ook roerbakken. In dat geval heet deze Koreaanse aubergine salade dan officieel gaji bokkeum.

veggie spring rolls

Veggie spring rolls

Deze veggie spring rolls vormen eigenlijk een salade uit het vuistje. Het rijstpapier is gevuld met knapperige groenten, romige avocado en zoete mango: de ideale lunch to go of gezonde snack (ja, ik snack ook weleens gezond). Ik ben een groot fan van de ‘orginele’ Vietnamese spring rolls (gỏi cuốn) gevuld met verse kruiden, groenten, garnalen of varkensvlees en vermicelli, maar aangezien het internet al tjokvol staat met recepten voor deze lekkernij dacht ik dat het wel zo aardig was om een vega en vermicelli-loze versie op Sesu Chops te plaatsten.

Het enige probleem dat ik met deze lekkere spring rolls heb, is dat ze waarschijnlijk summer rolls moeten heten- ik ben er nog niet helemaal uit. Verschillende zelfbenoemde experts stellen namelijk dat spring rolls loempia’s zijn die gefrituurd worden (gewikkeld in een deegvelltje op basis van ei) en dat summer rolls verse loempia’s zijn waarbij groenten, vlees en kruiden in rijstpapier worden gewikkeld en niet worden gefrituurd. In dat geval zouden mijn spring rolls dus summer rolls moeten heten. De reden om toch voor spring rolls te kiezen is enerzijds omdat ik tegenstrijdige geluiden over de juiste benaming hoor, maar vooral een praktische: deze verse loempia’s worden simpelweg vooral fresh spring rolls genoemd op het wereldwijde web, dus dat is google-wise handiger voor mij. Indien je met sluitende bewijzen op de proppen kunt komen die aantonen dat deze loempia’s toch echt summer rolls zijn, mail me maar. In dat geval zal ik de boel heroverwegen. En dan nog rest de vraag: in hoeverre wil/kan/moet je je aan de heersende (ranking) algoritmes van Google conformeren (die jouw vindbaarheid bepalen), zelfs als dit te koste gaat van goede informatie en correct taalgebruik?

Food for thought, dat goed combineert met deze veggie spring rolls (of summer rolls dus- pff). Vergeet tijdens al dat denken de spring rolls niet in de pinda-dipsaus te dippen. Want dat zou jammer zijn.

veggie spring rolls
veggie spring rolls

Ingrediënten voor 8 spring rolls (16 stukjes)

8 vellen rijstpapier (doorsnee van 22 cm)

100 gram wortel, julienne gesneden

100 gram komkommer, julienne gesneden

een flinke hand taugé

1 avocado, in repen gesneden

1 halve mango, in repen of blokjes

3 eetlepels koriander, fijngehakt

3 eetlepels munt, fijngehakt

Pinda-dipsaus:

3 eetlepels canola- of kokosolie

2 eetlepels pindakaas

2 eetlepels sojasaus

2 teentjes knoflook, uitgeperst

halve theelepel chilivlokken (weglaten als je niet van pittig houdt)

1-2 eetlepels heet water

sap van een halve limoen

To do:

Bereid de dipsaus door alle ingredienten door elkaar te mengen. De juiste dikte bereik je door heet water naar wens toe te voegen. De dipsaus moet vrij voeibaar zijn, anders dipt het straks niet lekker (ja, de dipsaus op de foto is aan de dikke kant- hij dikte weer in tijdens de fotoshoot).

Wanneer je alle groenten, kruiden en fruit hebt gesneden is het tijd om de spring rolls in elkaar te draaien. Vul een grote kom met handwarm water. Dip een vel rijspapier heel kort onder en laat even uitlekken. Leg op een schone snijplank. Leg de vulling in het midden, ietwat neigend naar de onderkant. Vouw dan de onderkant van het vel rijstpapier over de vulling heen. Vouw de zijkanten voorzichtig naar binnen en rol helemaal op. Snijd doormidden en leg op een bord. Herhaal met de andere rijstvellen.

Roer de dipsaus door en serveer bij de spring rolls.

Het vouwen vergt een beetje geduld en oefening, want het rijstpapier scheurt snel. Werk dus rustig en met beleid. Stapel de springrolls niet op elkaar als je ze daarna nog wilt rangschikken: ze plakken namelijk nogal. Laat deze opmerkingen je vooral niet ervan weerhouden om deze spring rolls te maken- als ik het kan, dan kun jij het ook zeker.

veggie spring rolls
veggie spring rolls
Ontbijtpannetje met quinoa en cavolo nero

Hipster-alarm: ontbijtpannetje met quinoa en cavolo nero

Enige tijd geleden heb ik mezelf plechtig beloofd om nooit quinoa, hét hipsterzaad sinds een paar jaar, in mijn keukenkastje te bewaren en er mee te kokkerellen. En bloggen over een ontbijtpannetje met quinoa lag al helemaal niet in de planning. Dit omdat ik om diverse sociaal politieke redenen geen quinoa-fan ben, in tegenstelling tot veel healthy fitgirls en flextariers die op de meest bizarre manieren quinoa door hun ontbijtjes, shakes, lunches en diners donderen. Omdat Sesu Chops een feel good blog is en ik de feel good lezer dan ook niet wens lastig te vallen met (al dan niet terecht) geklaag over toenemende honger onder Peruvianen en Bolivianen die hun eigen quinoa niet meer kunnen betalen als gevolg van gigantische prijsstijgingen door de grote vraag vanuit het Westen en tegelijkertijd het economische drama dat men daar te wachten staat wanneer het ‘wondergraan uit de Andes’ op grote schaal in het Westen verbouwd wordt of wanneer de quioa-hype simpelweg wegebt. Nee, daar hou ik verder mijn mond over en mijn gedachten hierover zal ik voor een andere (nog te starten) blog bewaren.

Waarom dan hier toch een recept voor een fleurig ontbijtpannetje met quinoa? Het antwoord is simpel: ik heb dan wel een grote bek over quinoa, maar absoluut geen ruggengraat. Zie mij als een ‘vegetariër’ die vlees wel heel lekker vindt en het dan ook niet afslaat wanneer het onverhoopt voor haar neus staat. Het toeval wilde dat iemand een half zakje met ‘graan’ uit de Andes (ook nog eens biologisch, poehpoeh) in mijn stellingkast had achtergelaten. En dan kun je twee dingen doen: de boel weggooien (en me schuldig maken aan food waste) of een waar hipsterontbijt bereiden en dat heel flashy op instagram zetten met de hashtag #cleaneating. Ik koos voor dat laatste en, toegegeven, ik heb er meer dan van genoten, van zowel de maaltijd zelf als van de vele vragen die ik over deze simpele maaltijd kreeg (waarom mag Joos weten). Vandaar dat ik hier het recept uit de doeken doe zodat iedereen zichzelf op zo’n ontbijt kan trakteren- mét of zonder quinoa: je kunt de zaadjes ook vervangen door boekweit of bulgur.

Om het hipstergehalte van dit ontbijtpannetje met quinoa nog extra te verhogen zit er ook nog eens cavolo nero in- hoezee! Deze palmkool kun je overigens rustig vervangen door ‘gewone’ boerenkool of spinazie. Overweeg ook pimpmogelijkheden voor een echt feestontbijt, zoals het toevoegen van stukjes feta en/of wat nootjes.

Ontbijtpannetje met quinoa en cavolo nero
Ingrediënten voor het ontbijtpannetje met quinoa en cavolo nero

Ingrediënten voor 1 ontbijtpannetje met quinoa en cavolo nero voor 1 persoon:

100 gram grof gesneden cavolo nero

1 kleine ui, fijngesnipperd

75 gram quinoa

300 milliliter groentebouillon

halve theelepel chilipoeder (weglaten indien je niet van pittig houdt)

1 ei

zout en peper

olijfolie

To do:

Kook de quinoa gaar in de groentebouillon. Giet af en laat goed uitlekken.

Zet een kleine koekenpan op het vuur en voeg een scheut olijfolie toe. Doe de ui, chilipoeder en cavolo nero met wat zout en peper in de pan en roerbak 5 minuten op middelhoog vuur. Voeg de quinoa toe en schep goed door de cavolo nero. Bak een minuut door en maak dan in het midden een kuiltje vrij voor het ei. Breek het ei in het kuiltje en laat 3-6 minuten met het deksel op de pan bakken- afhankelijk van hoe zacht/hard je de eierdooier wilt hebben.

Wanneer het ei naar wens is schep je de inhoud van je ontbijtpannetje met quinoa en cavolo nero op een bord. Eet op en je hebt de komende paar uur geen last van een knorrende maag.

Ontbijtpannetje met quinoa en cavolo nero
Ontbijtpannetje met quinoa en cavolo nero- maar het kan ook prima met boerenkool en boekweit of bulgur gemaakt worden