blueberry muffins

Fluffy blueberry muffins

Mijn ouders en broer kwamen laatst langs om gezellig mee te eten. Net zoals bij de vrienden die ik de citroen maanzaadcake voorschotelde zag ik mijn kans schoon om wat zoets te bakken. Dit keer had ik zin in ouderwetse blueberry muffins, lekker luchtig en zonder toeters en bellen.

De luchtigste blueberry muffins

Ik maakte er 6 en fotografeerde ze voordat mijn familie op de stoep stond. Aangezien we in totaal met 5 personen zouden dineren en één van de blueberry muffins het doorgesneden fotomodel moest zijn voor een goede shot van de heerlijke binnenkant van de cakejes (zie het resultaat hieronder) gaf ik mezelf toestemming om ‘m op te peuzelen na de fotoshoot. Dit onder het mom dat je een doorgesneden muffin niet mag serveren aan en dat ik toch echt moest weten wat ik mijn gasten zou voorschotelen.

En nu moet ik je bekennen dat ik mezelf, nadat ik de muffin binnen enkele seconden opgeschrokt had, een aantal flinke schouderklopjes heb gegeven. Want man, die blueberry muffins waren meer dan goed gelukt: ik heb mezelf als ik-ben-meer-een-kokkie-dan-een-bakkerje-type flink verrast. Ik denk dat het geheim van deze blueberry muffins zit in het feit dat ik naast zelfrijzend bakmeel toch nog een pietsie extra bakpoeder heb toegevoegd en naast blauwe bessen het beslag wat frisser heb gemaakt met citroenschil, maar bovenal komt het doordat ik het beslag eerst flink koud heb laten worden in de koelkast. Dit laatste is een tip van Paul Hollywood, je weet wel die bakkende baardmans van de BBC: hij heeft verstand van zaken.

blueberry muffins
blueberry muffins: zó gepiept en super fluffy

Dus sla die blauwe bessen in en grijp je handmixer. De bereidingstijd zelf is niet meer dan tien minuten. Het lastigste is het wachten voor de koelkast en de oven die ongetwijfeld het meeste werk doen om deze bleuberry muffins zo lekker te maken.

Ingrediënten voor 6 luchtige blueberry muffins:

100 gram zelfrijzend bakmeel

100 gram zachte boter

65 gram suiker

1 theelepel bakpoeder

snufje zout

geraspte schil van halve citroen

125 gram blauwe bessen

optioneel: geklopte slagroom

To do:

Pak een grote kom en klop de zachte boter en de suiker door elkaar tot een luchtig en zacht mengsel. Roer de eieren er dan één voor één doorheen. Mix een paar minuten goed door. Voeg dan, terwijl je door blijft mixen, het zelfrijzend bakmeel, bakpoeder, zout en citroenrasp toe. Dek af en zet tenminste een uur in de koelkast. Een paar uur of zelfs een hele nacht zou helemaal perfect zijn.

Verwarm de oven voor op 200 graden.

Haal het beslag uit de koelkast. Je zult zien dat het beslag meer op een koekjesdeeg is gaan lijken: dik en vrij zwaar. Maar dat is dus juist de bedoeling om die perfecte blueberry muffins op tafel te krijgen!

Vet een muffinvorm in met boter of bekleed met papieren muffinvormpjes. Verdeel het beslag over 6 vormen en druk de blauwe bessen in het beslag. Het zal lijken alsof je veel te veel blauwe bessen in de muffins probeert te stoppen, maar het kan prima aangezien de muffins allemaal twee keer zo groot zullen worden.

Schuif de blueberry muffins in de oven en bak in 20 minuten goudbruin, luchtig en gaar. Laat even afkoelen in de vorm en haal ze er dan voorzichtig uit. Serveer je blueberry muffins warm of koud en eventueel met een dikke klodder slagroom.

blueberry muffins
blueberry muffins: zacht en luchtig en makkelijk te maken

Geen zin in zoete muffins en voel je meer voor een hartige variant? Maak dan deze hartige muffins eens!

citroen maanzaadcake

Makkelijke citroen maanzaadcake

Oei, dit is een citroen maanzaadcake die je wilt maken. En het leuke is dat deze frisse jongen met duizenden zwarte zaadjes door echt de grootste idioot gebakken kan worden, zoals door mij bijvoorbeeld. Als hoogzwangere foodblogger is bakken toch best lastig geworden aangezien ik de neiging heb om essentiële ingrediënten te vergeten toe te voegen of hoeveelheden door elkaar te halen. Mèh.

Hard aan de bak tijdens verlof

Ja, het is waar. Tegen het einde van je zwangerschap word je een suf debieltje, echt. Waar ik eerst een beetje tegen zwangerschapsverlof op zag omdat ik me afvroeg waarom je nou in hemelsnaam vier weken voor de bevalling al uit de roulatie moest zijn, zie ik er nu de voordelen van in. Het eerste voordeel is dat collega’s niet meer te maken hebben met een wazige schildpad die zich de godganse dag richting de toiletten begeeft in de tijd van de baas. Als je dan voor de tiende keer van de pot afkomt en mensen beginnen te vragen wanneer je nou (eindelijk) met verlof gaat weet je hoe laat het is: je brein is gekrompen en men heeft liever dat je de rompertjes maar alvast gaat wassen dan dat je je nog met een rapportage bemoeit. Oké. Het andere voordeel van verlof is echter belangrijker: ik kreeg weer tijd, en vooral energie, om voor anderen te koken en alle baksels en kooksels op de gevoelige plaat vastleggen. En dit was hard nodig om Sesu Chops weer van nieuwe en fijne homemade content te voorzien.

Bakken voor vrienden

Zodra mijn verlof startte heb ik dan ook direct wat vrienden en familie over de vloer gehad voor het avondeten. Op deze manier had ik een stok achter de deur om weer eens stevig te koken en mijn standaard kookreportoire even te laten voor wat het was. Ook betekende het geven van etentjes een excuus om zoete baksels uit de oven te toveren aangezien ik het nooit zie zitten om alleen voor de meneer en mij een taart te bakken. Want zeg nou zelf: een taart met zijn tweeën is toch niet gezellig? Daar heb je meer eetmaatjes voor nodig! En die kwamen zodra ik mijn collega’s op kantoor gedag had gezwaaid.

Zoet en de zon: citroen maanzaadcake

Omdat het mooi weer was kreeg ik zin in een simpele citroen maanzaadcake met zo’n lekker laagje wit citroenglazuur. Het idee om de cake nog lekkerder te maken met een siroop kreeg ik van onze beste man Jamie Oliver. Door gaatjes in de nog warme cake te prikken en die te vullen met siroop wordt je citroen maanzaadcake heerlijk sticky en vol smaak. Je kunt er ook voor kiezen om dit niet te doen. Gooi dan nog 75 gram extra kristalsuiker door het cakebeslag zelf (dus 175 gram in totaal).

citroen maanzaadcake
Citroen maanzaadcake: vol van smaak door de siroop en een lekkere icing on top

Het leuke aan deze citroen maanzaad cake is niet alleen dat ie makkelijk te maken is, maar ook dat het geen enorm bakbeest is waar je je later op de avond nog misselijk aan eet omdat je het tóch niet kon laten om met je tengels van de leftovers af te blijven. Deze cake is relatief klein en wordt gebakken in een springvorm met een doorsnee van 20 cm. In huize Sesu betekent dat dat ie geschikt is voor 4-6 personen, maar in een normaal huishouden zou deze citroen maanzaad cake ook 8 man van een flink stukje zoet kunnen voorzien. Mocht je toch nog overhouden, neem het overgebleven stukje mee naar je werk en voer het aan een irritante collega. Een gebit vol maanzaadjes is namelijk een erg grappig gezicht!

Ingrediënten voor 1 citroen maanzaadcake

175 ongezouten boter (en wat extra)

100 gram kristalsuiker

200 gram zelfrijzend bakmeel

3 eieren

30 gram maanzaad

Sap en rasp van 1 grote citroen

Siroop:

100 gram kristalsuiker

90 gram citroensap

Glazuur:

225 gram poedersuiker

3 eetlepels citroensap

Extra nodig: bakpapier, satéprikkers en springvorm van 20 cm

To do:

Verwarm de oven voor op 180 graden. Bekleed een springvorm met een doorsnee van 20 cm met bakpapier en vet in met boter.

Pak een grote kom. Klop de boter en suiker luchtig. Voeg dan de eieren één voor één toe en vervolgens het citroensap- en rasp, maanzaad en zelfrijzend bakmeel. Giet het cakebeslag in de springvorm. Strijk glad en bak in 40-50 minuten gaar. Check met een satéprikker of de cake gaar is door ‘m in de cake te steken en 5 tellen te wachten. Als de sateprikker er schoon uitkomt is de cake klaar. Zo niet, laat de cake dan nog even doorbakken.

Laat de cake eerst een paar minuten afkoelen in de springvorm. Haal ‘m daarna uit de springvorm en stort op een rekje om verder af te koelen. Maak als de cake nog warm is de citroensiroop door in een steelpannetje het citroensap en de suiker op te lossen. Maak dan met een satéprikker heleboel gaatjes in de bovenkant van de cake en lepel de siroop in de gaatjes. Zo wordt je citroen maanzaadcake extra lemonny en sticky!

Maak het glazuur door het citroensap en de poedersuiker goed met elkaar te mengen tot een dik papje. Wanneer de cake bijna helemaal afgekoeld is schenk je het glazuur over de cake. Schenk het in het midden uit, het zal zich dan vanzelf mooi over de cake verdelen en van de randen aflopen. Laat het glazuur hard worden en val dan aan.

citroen maanzaadcake
citroen maanzaadcake: kun jij het bij één stukje laten?

 

Poğaça, Turkse gevulde broodjes met witte kaas en olijven

Turkse gevulde broodjes (poğaça)

De laatste tijd ben ik niet zo in mijn hum. Dit komt door verschillende factoren, namelijk drukte enerzijds en een verbouwing boven mijn hoofd thuis anderzijds, die inmiddels al maanden voortduurt- van het huis volledig strippen tot vloeren leggen en andere moeilijkdoenerij. De drukte veroorzaakt door werk en sociale verplichtingen zorgt ervoor dat ik geen tijd heb om gezellige blogposts en recepten uit te werken en als ik eens een poging waag zorgt de bouwende buurman boven mijn hoofd voor minimale concentratie en maximale irritatie. Voor de duidelijkheid nogmaals, het gaat hier niet om het boren van een gaatje om een schilderijtje van oma op te hangen hè. Nee, denk aan het zware geschud (vooral toen de ondervloer nog niet lag), plus het gedreun van derderangs dance-muziek. En dat dan al zo’n 8 maanden lang. Boehoe.

Poğaça, Turkse gevulde broodjes met witte kaas en olijven
Poğaça, Turkse gevulde broodjes met witte kaas, peterselie en olijven

Wat me op de been houdt: poğaça (ja mooi bruggetje hè, ik moet toch wat om én te kunnen klagen én een recept te introduceren), Turkse gevulde broodjes met witte kaas, peterselie en zwarte olijven. Het bakken van brood werkt ontstressend en je kunt tijdens het kneden je frustraties kwijt over- ik noem maar wat- geluidsoverlast door verbouwingen. Hoezee!

Poğaça is gebakken brood dat vele variaties kent. Het brood is niet alleen bekend in Turkije, maar wordt ook veel gegeten in de nabijgelegen Balkanlanden en…eigenlijk ook in Italië. Poğaça spreek je uit al poh-katsja en dat lijkt natuurlijk verdacht veel op de bekende focaccia, het Italiaanse platte brood, een neefje zeg maar. In tegenstelling tot de grote focaccia zijn poğaça’s kleine platte broodjes en bovendien gevuld met allerlei lekkers- tenminste zo heb ik de broodjes leren kennen tijdens de (al veel besproken) tijd die ik in Istanbul doorbracht. Het deeg van deze Turkse gevulde broodjes is zacht, kruimelig en lichtzoet. Ik heb de textuur van de poğaça helaas niet zo fijn gekregen, maar ze vlogen- als warme broodjes, ha- van tafel toen ik ze vers uit de oven toverde. Mijn favoriete vulling is met Turkse witte kaas (feta), zwarte olijven en peterselie, maar vul je poğaça vooral met ingrediënten die jij lekker vindt. Denk aan dikke zure room (kajmak in het Turks), gehakt, paprika of ui.

Deze gevulde broodjes zijn zowel warm als koud prima te eten. Dus mocht je er toch nog een paar overhouden, dan kun je ze meenemen naar je werk en achter je bureau oppeuzelen of een paar dagen bewaren en héél hard laten worden om naar iemands hoofd te slingeren bij langdurig geluidsoverlast.

Ik ben niet in mijn hum, ik zei het je!

Ingrediënten voor 10-12 stuks poğaça

Deeg:

500 gram bloem

7 gram droge gist

120 milliliter halfvolle melk

80 milliliter (half)volle yoghurt

100 milliliter olijfolie

1 theelepel zout

Halve theelepel suiker

Vulling:

200 gram Turkse witte kaas of feta

100 gram olijven

3 eetlepels platte peterselie, fijngehakt

Zout en versgemalen peper

Extra:

1 ei

sesamzaad en/of nigellazaad

To do:

Verwarm de melk en voeg de gist toe. Roer door en zet even apart. Pak een grote kom waarin je de bloem, yoghurt, olijfolie, zout en suiker mengt. Roer de melk met gist er doorheen. Kneed het dan met je handen een minuut of 5 door totdat je een elastisch deeg hebt. Maak de kom schoon of pak een andere, bestuif met een beetje bloem en doe het deeg in de kom. Dek af met plasticfolie of een vochtige theedoek en laat 45 minuten rijzen.

Maak ondertussen de vulling door de witte kaas in een kom te verkruimelen. Hak de olijven grof door en voeg toe. Meng de gehakte peterselie er doorheen en breng op smaak met een beetje zout en flink wat versgemalen peper.

Verwarm de oven voor op 180 graden.

Wanneer het deeg is gerezen kneed je het nog één keer kort (zo’n 30 seconden) door en verdeel je het in 10-12 gelijke stukken. Bestuif het aanrecht met wat bloem. Draai ballen van de stukken deeg die je vervolgens uitrolt met een deegroller tot een platte ronde schijven.

Leg aan één kant van de deegschijf een flinke eetlepel vulling. Zorg dat je een stuk van de rand vrijhoudt. Vouw dan de andere kant er overheen, zodat je een halve cirkel krijgt. Druk de randen goed tegen elkaar aan. Leg op een bakplaat die bekleed is met bakpapier en herhaal totdat je alle broodjes hebt gevuld en gevouwen.

Klop het ei los en bestrijk de broodjes ermee. Bestrooi met sesam- en/of nigellazaad en bak in ongeveer 25 minuten goudbruin in de oven.

Poğaça, Turkse gevulde broodjes met witte kaas en olijven
Poğaça: mijn Turkse gevulde comfort broodjes met witte kaas, peterselie en olijven.
Tarte au citron

Een klassieker: tarte au citron

In mijn vorige blog post over het bakincident waar twee dozijn hartige muffins het resultaat van waren heb ik je al verteld hoe blij ik was met die baksels. Nou, ik kan je bij dezen dan weer inlichten over bakincident nummer twee, dat ook tegen verwachting in een ongekend succes was. Na de muffins heb ik namelijk een gevaarlijk lekkere tarte au citron gebakken- citroentaart dus en een echte klassieker. Mijn moeder was jarig en kwam dit bij mij thuis vieren. Hier kreeg ik licht de zenuwen van, want bij jarige joppies hoort natuurlijk taart. Hoewel ik al wat taarten heb gebakken en gedeeld op Sesu Chops (zie hierhier en hier) is dit niet mijn favoriete bezigheid in de keuken. Bij taarten weet je nooit of je iets lekkers aan het maken bent totdat je het gevaarte uit de oven haalt. En ja, dan kan het dus te laat zijn, en blijken dat je een oneetbare klomp hebt gebakken.

Met licht trillende handen begon ik aan de tarte au citron, maar de zenuwen waren voor niks. Kennelijk hebben die te gekke muffins van eerder mij meer bak-zekerheid gegeven. De bodem van de tarte au citron was precies de juiste dikte, goed gebakken en lekker licht en kruimelig. Hoera. De citroenvulling was lekker fris en zuur, maar niet zo zuur dat je het glazuur van je tanden afdroop. Hoera. En de toegevoegde hoeveelheid suiker was ook fijn in balans zodat de tart au citron vooral naar citroen smaakte en maar licht zoet was. Derde hoeraatje!

Deze tarte au citron is niet moeilijk om te maken, maar kost wel wat tijd in de keuken. Reserveer dus een dagdeel in de keuken hiervoor.

Tarte au citron
Tarte au citron

Ingrediënten voor 1 tarte au citron

Bodem:

300 gram bloem

175 gram koude roomboter + extra om taartvorm mee in te smeren

2 eierdooiers

evt. 1-2 theelepels ijskoud water

Vulling:

200 milliliter citroensap

rasp van twee citroenen

6 eieren

150 gram suiker

150 milliliter slagroom

Extra:

plasticfolie

bakpapier

taartvorm met losse bodem en een doorsnee van 26 cm

Kan met schenktuit

Blindbakvulling (droge bonen of rijst bijvoorbeeld)

To do:

Doe de bloem in een kom. Snijd roomboter in kleine blokjes en voeg aan de bloem toe. Meng de bloem en boter met je vingers zodat er een kruimelig deeg ontstaat. Voeg de eierdooiers toe en kneed kort door totdat je een samenhangend deeg hebt. Indien het deeg te droog is voeg je 1 of 2 theelepels ijskoud water toe. Maak er een platte ronde schijf van, wikkel in plasticfolie en laat een half uur in de koelkast rusten.

Rol het deeg na een half uur uit tot een plak met de dikte van een halve centimeter. Beboter de taartvorm en bekleed hem met het deeg. Druk de randen iets aan, prik wat gaatjes in de bodem met een vork en dek af met plasticfolie. Zet weer een half uur in de koelkast.

Verwarm de oven voor op 180 graden.

Maak de vulling. Mix alle ingrediënten kort in een grote kom door elkaar, behalve de citroenrasp. Zeef het citroenmengsel in een kan met een schenktuit en voeg de rasp toe. Zet apart.

Haal de taartbodem uit de koelkast. Leg er bakpapier op en vul met blindbakvulling. Schuif in de oven en bak tien minuten. Verwijder het bakpapier en de blindbakvulling en bak dan nog 15-20 minuten totdat de bodem mooi goudbruin is.

Wanneer de taartbodem klaar is zet je de oven op 160 graden. Roer de citroenvulling nog eens goed door. Schuif de taartbodem iets uit de oven, maar laat ‘m er bij voorkeur wel in staan. Schenk de vulling in de taartvorm en schuif voorzichtig terug in de boven. Bak de tarte au citron in 30-35 minuten gaar. De vulling van de taart moet stevig zijn, maar mag nog wel een beetje ‘wiebelen’ wanneer hij uit de oven komt. Laat afkoelen voordat je ‘m serveert.

Tarte au citron
Tarte au citron: fris en licht, dus neem gewoon twee (of drie) stukken!
Hartige ontbijtmuffins met bacon, kaas en bieslook

Hartige ontbijtmuffins met bacon, kaas en bieslook

Wat me nou weer is overkomen: ik heb twee keer achter elkaar muffins gebakken, ontbijtmuffins om precies te zijn. Wat het verschil is tussen ontbijtmuffins en gewone muffins weet ik nou ook niet precies, maar omdat ik deze exemplaren bij het ontbijt of brunch op tafel wilde gooien en ze heel stoer gevuld zijn met kaas, bieslook en bacon noem ik ze ontbijtmuffins.

Hartige ontbijtmuffins met bacon, kaas en bieslook
Hartige ontbijtmuffins met bacon, kaas en bieslook

Maar goed, ik heb dit weekend als een echte huisvrouw (minus roze schort) de muffinvorm braaf afgestoft, gevuld met dik beslag en duimend voor de oven gezeten in de hoop op iets eetbaars. En ik zeg het niet gauw, maar dit was een onverwacht en ongekend succes voor iemand die liever kookt dan bakt. Ik was zo ondersteboven van dit gouden bakincident dat ik zojuist nog een keer een dozijn ontbijtmuffins uit de oven heb getoverd- en geloof me: die dingen zijn weer retegoed gelukt: lekker hartig en extreem luchtig.

Het geheim voor goede ontbijtmuffins

Het geheim? Niet te veel moeite doen. En hiermee bedoel ik: de ingrediënten goed mengen, maar het beslag niet ‘over bewerken’. Hiermee voorkom je zware, compacte muffins waar je iemand zo een blauw oog mee kunt geven.

Voor deze succesvolle ontbijtmuffins heb je bar weinig nodig, en afgezien van de baktijd hoef je er maar 5 minuten voor in de keuken te staan. Ook kun je andere smaakmakers toevoegen of de bacon weglaten voor een vega-variatie.

Ontbijtmuffins: heel makkelijk en super luchtig
Ontbijtmuffins: heel makkelijk en super luchtig

Ingrediënten voor 12 ontbijtmuffins

200 gram bloem

2 theelepels bakpoeder

200 ml melk

100 gram geraspte pittige kaas

75 gram dungesneden bacon of ontbijtspek

12 gram bieslook, fijngehakt

1 ei

50 ml olijfolie

1 theelepel (gerookt) paprikapoeder

Zout en peper

Optioneel: papieren muffinvormpjes

To do:

Verwarm de oven voor op 200 graden. Vet een muffinvorm in met een beetje olijfolie of verdeel papieren muffinvormen in de bakvorm.

Zet een koekenpan op het vuur en laat heet worden. Leg de plakjes bacon in de pan en bak knapperig. Leg op een bord met keukenpapier en laat uitlekken en iets afkoelen.

Meng in een kom de bloem, bakpoeder, paprikapoeder, bieslook, kaas, zout en peper. Klop in een andere kom het ei los en voeg de melk en olijfolie toe. Voeg de natte ingrediënten aan de droge ingrediënten toe en meng kort door elkaar. Verkruimel de bacon en schep door het (vrij dikke) beslag.

Verdeel het beslag in de muffinvorm. Schuif in de oven en laat in 20-25 minuten goudbruin bakken. Haal uit de oven en laat iets afkoelen. De ontbijtmuffins zijn zowel warm als koud goed te eten.

Hartige ontbijtmuffins
Hartige ontbijtmuffins: deze zijn met bacon, kaas en bieslook, maar je kunt natuurlijk eindeloos variëren

 

 

shortbread gember koekjes

Shortbread gember koekjes: dé koekjes voor kerst

Een ster in koekjes bakken ben ik niet. Een ster in het opeten ervan wel. Ik heb de meneer de slechte gewoonte aangeleerd om na het avondeten altijd een paar koekjes te eten. Dat deed hij een aantal jaar terug niet, maar nu ik zijn leven opfleur gaat hij ’s avonds nadat we onze borden hebben afgelikt automatisch naar het keukenkastje op koekjesjacht. Niet zo gezond, maar hij kan het (vooralsnog) hebben.

Naast mijn experimenten in het Korean Food Lab waar ik de Koreaanse sesamkoekjes en yakwa (gefrituurde Koreaanse gemberkoekjes) heb weten te produceren bak ik eigenlijk nooit koekjes. Waarom weet ik niet. Waarschijnlijk omdat ik niet zo’n pietje precies ben met koken. Van een bakker wordt precisie vereist- alle ingrediënten moeten zorgvuldig gewogen en gemeten worden- en dat doe ik dus vaak niet goed genoeg…

Nu de kerstdagen naderen en deze dagen niet zonder koekjes voorbij mogen gaan leek mij dit een geschikt moment om de bakplaat van mijn oven vol gember koekjes te versieren. Een goed idee, want de geur van gember koekjes bleef de hele avond in de keuken hangen en ik werd daar reuzeblij van.

Deze shortbread gember koekjes zijn eigenlijk voor dummies en voor de niet zo precieze kokkies als ik, maar wel heel lekker, vooral tijdens de koude feestdagen. De gember, kaneel, kurkuma en witte peper maken de koekjes fijn warm en spicy en gaan heel goed samen met een flinke kop dampende thee. Het shortbread deeg is heerlijk kruimelig, licht en niet te zoet. Maar nogmaals, dit recept luistert niet zo nauw, deze gember koekjes kun je ook maken met wat meer suiker door het deeg. Meer of minder specerijen kun je ook naar wens toevoegen of weglaten. Een ideaal koekje zonder bakstress dus!

shortbread gember koekjes
Shortbread gember koekjes

Ingrediënten voor 20-25 shortbread gember koekjes

185 gram bloem

65 gram suiker

130 gram boter

2 theelepels gemberpoeder

½ theelepel kaneel

¼ theelepel kurkuma

Snufje witte peper

Snuf zout

1 theelepel geraspte citroenschil

To do:

Verwarm de oven voor op 190 graden. Meng de bloem en specerijen door elkaar. Snijd de koude boter in blokjes en voeg de suiker en citroenschil eraan toe. Klop met een mixer tot een romige massa. Voeg dan de bloem met specerijen toe en kneed tot een bal. Maak de bal plat en wikkel in plasticfolie. Laat een half uur in de koelkast rusten.

Rol de plak deeg uit totdat het ongeveer een halve centimeter dik is (of iets dikker kan ook). Steek er met een koekjessteker koekjes uit. Ik gebruikte er een met een doorsnee van 5 centimeter.

Bekleed een bakplaat met bakpapier en verdeel de koekjes erover. Laat wat ruimte tussen de koekjes, want ze lopen wat uit.

Bak ongeveer 25 minuten of totdat ze stevig en goudbruin zijn. Laat helemaal afkoelen voordat je aanvalt.

shortbread gember koekjes
Shortbread gember koekjes, lekker met een kop thee
Mini pompoentaartjes met walnotenkruim

Mini pompoentaartjes met walnotenkruim

Je hebt eerder kunnen lezen over de enthousiast werpende walnotenboom in een Brabants dorp dat ik zo nu en dan bezoek. Van het bakje noten dat ik mee terug naar Amsterdam had getransporteerd en waarvan ik die simpele en (al zeg ik het zelf) te lekkere pasta met walnotenpesto maakte was een kleine hoeveelheid over. Te weinig om nog een recept voor te bedenken dacht ik, dus begon ik ze los op te eten. Eén handje noten per dag schijnt immers bijzonder gezond te zijn. Sommige onderzoekers beweren dat de notenconsumptie je een langer leven kan bezorgen- goed nieuws dus, als dat waar is.

Toen ik de helft van het restant noten op had bedacht ik me dat zo’n kleine hoeveelheid noten de mini pompoentaartjes (pumpkin pies) die al in de bakplanning stonden een goede extra crunch-dimensie zou kunnen geven. Het leek me in deze tijd van het jaar al leuk om pompoentaart te maken- en hoog tijd, want ik had nog nooit zo’n oranje-bruine taart uit mijn oven getoverd. Bovendien had ik meer dan zin in een gebakje met een krokante korst met een zachte en zoete vulling vol warme specerijen. Omdat ik taarten veelal zo log en groot vind ogen (en dan op de een of andere manier minder trek krijg) vond ik het wel een aardig idee om mini pompoentaartjes te maken: kleine eenpersoonstaartjes die je in twee happen op eet. Het aanzicht van een schaal vol taartjes laat me juist wél meteen het water in de mond lopen en bovendien zijn kleine pompoentaartjes makkelijk mee te nemen en uit te delen, of kun je na het eten van twee (of drie) taartjes de rest bewaren- als je dat lukt.

Mini pompoentaartjes met walnotenkruim
Mini pompoentaartjes met walnotenkruim

Het leuke en handige aan deze mini pompoentaartjes is dat je ze in een muffinvorm kunt bakken. Mocht je individuele taartjes geen goed idee vinden dan kun je met dit recept ook één grote taart maken. Gebruik dan een bakvorm met een doorsnee van zo’n 25 cm en houd er rekening mee dat zowel het blind- als het afbakken van de taart langer duurt dan hieronder staat aangegeven. Aan het walnotenkruim kun je ook nog wat boter en bloem toevoegen om er een echte crumble van de maken, maar persoonlijk vind ik de pompoentaartjes dan te machtig worden.

Aan de slag dan maar zou ik zeggen!

Ingrediënten voor 12 pompoentaartjes:

Deeg:

225 gram bloem

110 gram boter

50 gram suiker

1 ei

Vulling

1 flespompoen, geschild en in stukken gesneden

120 gram lichte basterdsuiker

een halve theelepel nootmuskaat

1 flinke theelepel kaneel

1 theelepel gember

125 milliliter slagroom

2 eieren

Rasp van een halve citroen

Walnotenkruim

85 gram walnoten

30 gram lichtebasterdsuiker

Extra: muffin vorm(en) en blindbakvulling (gedroogde bonen of rijst)

To do:

Meng boter en suiker. Klop het ei iets los en voeg toe. Roer goed door en voeg dan de bloem toe. Kneed tot een bal. Wikkel in plasticfolie en laat een half uur in de koelkast rusten.

Verwarm de oven voor op 180 graden. Zet een grote pan met de stukken pompoen en water op het vuur. Breng aan de kook en kook de stukken pompoen in ongeveer een kwartier gaar. Giet af en laat afkoelen.

Meng in een kom alvast de kaneel, gember, nootmustkaat en lichte basterdsuiker.

Haal heet deeg uit de koelkast en rol uit tot een plak van ongeveer een halve centimeter dik. Afhankelijk van de grootte van je muffinvorm(en) steek je met een stekertje er 12 rondjes met een doorsnee van zo’n 8 centimeter uit (in mijn geval is dat ongeveer 2,5 cm groter dan de doorsnee van mijn muffinvormpjes). Beboter de muffinvorm en bekleed met het deeg. Prik met een vork wat gaatjes in de bodems. Bedek elk muffinvormpje met bakpapier en vul met blindbakvulling. Schuif in de oven en bak zo’n 8 minuten blind. Verwijder dan de blindbakvulling en het bakpapier en bak nog eens 4-5 minuten totdat het deeg iets verkleurt.

Maak ondertussen de vulling. Pureer de pompoen en zeef indien gewenst (ik doe dat niet, want ik ben lui). Klop de eieren met het suiker-specerijenmengsel los en roer door de pompoenpuree. Roer er de slagroom en de citroenrasp door. Schenk de vulling in de deegbakjes in de muffinvormen. Bak de pompoentaartjes 10-15 minuten of totdat de vulling er net gestold uit ziet.

Maal de walnoten fijn met de suiker. Zet de oven lager op 170 graden. Haal de muffinvorm even uit de oven en bedek de bovenkant van de taartjes met het walnotenkruim. Indien gewenst verdeel je er wat klontjes boter over. Schuif terug in de oven en bak nog ongeveer 10 minuten. Om te testen of de taartjes gaar zijn kun je een mesje in een van de pompoentaartjes steken en indien ie er redelijk schoon uitkomt zijn de taartjes klaar (de taartjes stijven nog wat op als ze uit de oven komen).

Serveer de pompoentaartjes warm of koud met wat slagroom of ijs, maar gewoon ‘los’ uit het vuistje is ook erg lekker.

Mini pompoentaartjes met walnotenkruim
Mini pompoentaartjes met walnotenkruim

 

 

Hartige spelt scones

Spelt scones met Parmezaanse kaas & bieslook

Spelt vormt tegenwoordig de hippe graansoort die hippe foodies in hun brood en pasta eisen: het zou namelijk meer voedingsstoffen dan tarwe bevatten, bomvol vitaminen zitten en ook nog eens geneeskrachtige kwaliteiten hebben. Stop maar in je mond dus! Dat ik geen hippe healthfreak ben en alle graan- en tarwesoorten met evenveel plezier in mijn mond stop wil niet zeggen dat ik anti- hippe speltproducten ben, hoor. Welnee. Zo vond ik laatst nog een mooie zak speltbloem in mijn keukenkastje die ik enige tijd terug uit Engeland had geïmporteerd, maar vergeten was te verwerken in baksels die op het programma stonden. Het aardige van speltbloem- en meel is de nootachtige smaak die je zelfgebakken brood ervan krijgt. In die nootachtige smaak had ik wel zin, en in vers brood ook, maar tijd en puf om dat brood ook te bakken had ik niet (of lees: geduld om te wachten op brooddeeg dat twee keer moet rijzen).

Een goed en snel alternatief voor vers brood zijn dan hartige spelt scones- wat mij betreft dan. De klassieke zoete scones met clotted cream, lemon curd of alleen wat boter vind ik een gevaarlijk lekkere traktatie wanneer ik zin heb in zoetigheid, dus ik bedacht me dat hartige spelt scones met de Parmezaanse kaas, verse bieslook en tijm die ik in de koelkast vond me vast ook prima zouden smaken bij een kom verse soep.

De kunst is om scones zo fijn kruimelig, boterig en licht te krijgen- en dan is het zaak om ze zo snel mogelijk op te eten. Hoe verser, hoe beter. Oude scones worden te zacht en verliezen hun boterige ‘ vlokkerigheid’. Verse scones die niet goed zijn gerezen zijn massief en zwaar, en kunnen wat mij betreft meteen de prullenbak in (en dat vind ik dan weer heel erg, omdat ik me dan aan foodwaste schuldig maak). Dat snel opeten is bij mij meestal niet het grootste probleem, maar om de juiste textuur te krijgen wel. Als je onderstaande spelt scones wilt maken, volg dan dit enige advies op: blijf zo veel mogelijk van je deeg af, dus kneed het zo min mogelijk en gebruik een keukenmachine op pulse stand om de koude boter door de droge ingrediënten te mengen, want zo blijft je boter het koudst.

Ingrediënten voor 8 spelt scones

225 gram speltbloem

3 theelepels bakpoeder

90 gram parmezaanse kaas, geraspt

snuf zout en versgemalen peper

1 theelepel gerookte paprikapoeder

1 eetlepel verse tijm, gehakt

3 eetlepels bieslook, gehakt

55 gram koude boter, in kleine blokjes

120 milliliter koude melk

To do:

Verwarm de oven voor op 200 graden en bedek een bakplaat met bakpapier.

Meng de speltbloem met het bakpoeder, zout, peper en paprikapoeder en doe in een keukenmachine. Voeg de koude blokjes boter toe en zet op kort de pulse stand totdat de boter door de bloem is gemengd. Let op, verwacht nu nog geen grof kruimeldeeg, want het blijft er droog en bloem-achtig uitzien (totdat je zo de melk toevoegt).

Stort het de met boter gemengde bloem op het aanrecht en meng de Parmezaanse kaas, bieslook en tijm er snel doorheen. Maak dan een kuil in het midden van het deeg en voeg de melk doe. Kneed heel kort door elkaar en maak een ronde schijf van het deeg. Het deeg dient er grof uit te zien en nog half uit elkaar te vallen. Wanneer je denkt dat je door moet kneden is dat het teken dat je moet stoppen.

Snijd de schijf deeg in 8 punten (of steek er rondjes uit) en leeg de stukken dicht naast elkaar op de bakplaat. Dit zorgt ervoor dat je spelt scones goed zullen rijzen. Druk de scones een beetje aan wanneer ze echt nog te veel uit elkaar vallen. Bestrijk ze met wat melk en schuif in de oven. Bak 15-20 minuten of totdat ze goudbruin zijn.

Serveer warm met wat zachte roomboter. Deze spelt scones zijn als losse snack heerlijk, maar passen ook bij elke soep en zijn daarmee een goed alternatief voor de oude vertrouwde snee brood.

Hartige spelt scones
Hartige spelt scones met Parmezaanse kaas, bieslook en tijm

Clafoutis met pruimen

Zin in clafoutis. Dat had ik, heel veel zin in dit Franse gebak dat doorgaans als dessert wordt gegeten, naar gebakken custard smaakt en gesierd wordt door kersen met pit. Aangezien kersen niet in het seizoen zijn leek het me wel zo aardig om wat pruimen in het gebak te gooien. Ho, ho, denkt de clafoutispurist nu: dat mag niet! Een claufoutis mag alleen “clafoutis” heten wanneer er kersen in verwerkt zijn. Zo niet, dan heet je baksel een flaugnarde. Nou, dat mag best zo zijn, maar dat zal mij een een worst wezen. Een clafoutis met pruimen dus. Read More