Bloedsinaasappel salade

Bloedsinaasappel salade met geklopte feta en earl grey dressing

Hoewel ik hieronder een recept voor een spetterende bloedsinaasappel salade deel, wil ik je eerst vertellen over mijn vreemde verhouding met de sinaasappel. In partjes vind ik dit fruit niet te versmaden, maar voor verse jus d’ orange hoef, nee mág, je me nooit wakker maken.

Je denkt vast dat ik een aansteller, een aandachtstrekker of een zwaar overdrijvende muts ben als ik je vertel dat ik een hekel heb aan sinaasappelsap met vruchtvlees. Het gaat hierbij niet om de smaak van sinasappel, maar om het onprettige mondgevoel waar al dat zwevend vruchtvlees voor zorgt: alsof je duizend kikkervisjes naar binnen moet klokken. Bah. Ik injecteer mezelf nog liever met heroïne dan dat ik een glas sap met gele stukjes ranzigheid moet opdrinken. Jus d’orange aangelengd met karnemelk of gemengd met gepureerde banaan trek ik nog net- dan merkt je wat minder van het vruchtvlees- maar zo’n karnejus is wel nét op het randje.

Dat ik niet overdrijf wat betreft mijn sinaasappelsap-met-vruchtvlees-aversie kan mijn vader beamen. Al van kinds af aan staat het sap met vruchtvlees op de zwarte lijst. Ik trok het gewoon echt niet om op te drinken- voor de rest was ik een bijzonder makkelijke eter, dus dit was een serieuze zaak. Aangezien mijn vader elke ochtend vers sap perste- ja, voor velen klinkt dit als hemel op aarde- en ik verplicht was deze vitamine c-bom achterover te slaan was dit natuurlijk vrij problematisch. In plaats van het afschaffen van het verplichte sapje, of me te dwingen het op te dringen (maar ja, dat laatste zou echt kindermishandeling zijn geweest), schafte mijn vader, de beste man die hij is, een klein zeefje aan. Dat zeefje paste precies op mijn glas, waar hij het sap van de verse sinaasappels dag in dag uit doorheen gooide om me van vruchtvleesloze jus d’orange te voorzien. De held. Ik heb hem hier geloof ik nog nooit voor bedankt, maar hij leest dit vast: bedankt papa. Wat gaaf dat je dit totdat ik het huis uitging hebt gedaan en me bespaard hebt van een jeugdtrauma. Ook bewonder ik je behendigheid om met een theelepel het laatste beetje sap uit het vruchtvlees door het zeefje te drukken. Chapeau.

Bloedsinaasappel salade
Bloedsinaasappel salade

Nu ik met een andere meneer woon die er niet over piekert om zijn bed uit te komen om sinaasappels uit te persen, laat staan de boel daarna boven een glas te zeven, is het afgelopen met de verse sapjes ’s ochtends. Om een vitamine c-tekort te voorkomen eet ik sinaasappels en mandarijnen zo nu en dan los, maar ik maak er ook salades mee. Denk aan sinaasappel met taugé of samen met venkel en biet.

Toen ik laatst een stel bloedsinaasappels tegen het lijf liep vond ik het hoog tijd worden een spannende bloedsinaasappel salade op Sesu Chops te delen. Het gerecht hieronder is feestelijk door alle mooie kleuren van het fruit, maar vooral ook omdat je smaakpapillen in één hap allerlei informatie te verwerken krijgen. Deze bloedsinaasappel salade is zoet-zuur door de bloedsinaasappels, navelsinaasappels en grapefruit, maar heeft ook een fijn ziltig en element door de toefjes geklopte feta die in je mond smelten. De crunch krijg je door de geroosterde hazelnoten, de frisheid door de munt en een scherp zweempje door de rode ui. De dressing van deze bloedsinaasappel salade verdient al helemaal een vermelding: deze earl grey dressing is licht, maar de thee geeft de dressing zowel een ietwat aardse, licht rokerige smaak als een kruidig citrusaroma: ideaal dus voor deze bloedsinaasappel salade, maar ook goed om te onthouden om over gegrilde groene asperges te gieten of bij vis te serveren.

Ingrediënten voor 1 bloedsinaasappel salade voor 4 personen

3 bloedsinaasappels

2 (navel)sinaasappels

1 grapefruit

een handje muntblaadjes

75 gram hazelnoten

1 kleine rode ui, in zeer dunne ringen gesneden

geklopte feta:

125 gram feta

50 gram roomkaas

1 eetlepel olijfolie

1 eetlepel citroensap

Zout en peper

Earl grey dressing

50 milliliter sterke earl grey thee

2 eetlepels witte wijnazijn

1 theelepel Franse mosterd

1 theelepel honing

2 eetlepels milde olijfolie

Zout en peper

Evt: spuitzak om de geklopte feta op de borden te kunnen spuiten

To do:

Maak eerst de dressing zodat alle smaken goed in kunnen trekken. Meng hiervoor alle ingrediënten door elkaar en zet apart tot gebruik.

Maak de geklopte feta door alle ingredienten in een keukenmachine te stoppen en tot een gladde spread te draaien. Breng op smaak met zout en peper. Schep in een spuitzak en leg weg tot gebruik.

Zet een kleine koekenpan op het vuur. Rooster de hazelnoten, laat iets afkoelen en hak grof door.

Snijd de boven- en onderkant van de sinaasappels en grapefruit. Schil met een scherp mes en snijd de sinaasappels dan horizontaal door in dunne plakken (zie foto). Verdeel de plakjes sinaasappel en uienringen over een grote schaal of vier borden. Spuit of schep hoopjes feta tussen en op de sinaasappelschijven. Schenk de dressing over het fruit en bestrooi met de geroosterde hazelnoten. Scheur de muntblaadjes en strooi over de salade. Meteen opeten!

Bloedsinaasappel salade
Bloedsinaasappel salade met geklopte feta, hazelnoten en earl grey dressing

 

 

 

Menemen

Ontbijten op z’n Turks met menemen

Dat ik van stevig ontbijten hou mag inmiddels duidelijk zijn. Ook zal het feit dat, naast de Koreaanse keuken, Turks eten bij mij een streepje voor heeft je niet ontgaan zijn. Eerder heb ik je al verteld over het zwaarste ontbijt der zware ontbijten, de Turkse gepocheerde eieren in botersaus. Ik heb echter nog een ander gerecht waar ik je over moet vertellen en dat is menenem (zeg: mè-nè-mèn), Turks roerei met wat specerijen, tomaat en groene pepers. Nu de weergoden na het zachte weer in december hebben besloten dat het toch een tikkie kouder moet worden- en ik als echte koukleum zelfs in huis met een sjaal om rondloop- mis ik de zware ontbijtgerechten uit Turkije. Dit gemis werd nog meer aangewakkerd toen ik foto’s van Istanbul in een dik pak sneeuw op sociale media voorbij zag komen. Winters kunnen heftig zijn in Istanbul. En de enige manier om je hier tegen te wapen is een dikke jas en een flinke maaltijd.

Menemen
Menemen

In de tijd dat ik in Istanbul woonde vergreep ik me naast börek en kommen verwarmende linzensoep ook aan pannetjes vol menemen. Met een groot stuk brood dat je aan stukken scheurt en in je eieren doopt warm je meteen op en kun je er weer even tegenaan. Mijn favoriete plek in Istanbul om op te warmen en menemen te eten was in een klein zijstraatje van de beroemde winkelstraat İstiklâl Caddesi in de wijk Taksim (zie de beroerde foto hieronder). Ik ben de naam van het café helaas vergeten omdat ik het altijd “de plek waar ze goede menemen en koffie hebben” noemde. Als ik weer eens in Istanbul ben zal ik de plek weer opzoeken en er hier wat over schrijven, want het is een prachtige plek om eens te bezoeken.

Menemen in Istanbul
Menemen in Istanbul, een foto uit de tijd van voordat ik me in foodfotografie interesseerde

Ik maak menemen regelmatig zelf sinds de eerste keer dat ik het proefde, zo’n tien jaar terug. Misschien was ik daarom wel zo verbolgen over de shaksuka-manie van het afgelopen jaar waarin de New York Times en Yotam Ottolenghi shakshuka wereldwijd op de kaart zetten. Al die aandacht in magazines, kookboeken en tv-programma’s vond ik stiekem een beetje zielig voor menemen, het vrijwel identieke broertje van shakshuka en die onterecht onopgemerkt blijft. Hoe dan ook, toen ik laatst zag dat het team achter BBC Good Food weer een oude foto van menemen had afgestoft en op de website plaatste kreeg ik weer hoop.

Laten we en masse dit eiergerecht maken zodat menemen de credits krijgt die hij verdient. Wees wel gewaarschuwd: dit maaltje is geen skinny eiwitomeletje. Indien je goede voornemens had wat betreft vermindering van calorie-inname zou ik daar nu maar van afstappen. Of loop een extra blokje om op weg naar de eierboer!

Menemen
Menemen

Ingrediënten voor 2 personen

Let op: menemen hoort ‘nat’ te zijn, bak de boel dus niet te lang door.

5 eieren

1 kleine ui, gesnipperd

2 groene pepers (yesil biber), fijngehakt

een halve teen knoflook, geperst

een halve rode chili peper

3 rijpe tomaten, in kleine blokjes gesneden

1 theelepel paprikapoeder

1 theelepel gemalen komijn

1 theelepel oregano

1 eetlepel fijngehakte peterselie

Zout en peper

Olijfolie

Extra: brood en yoghurt om erbij te serveren

koekenpan die in de oven kan

To do:

Verwarm de oven voor op 190 graden.

Zet een koekenpan op het vuur met een flinke scheut olijfolie. Wanneer de olie warm is voeg je de groene pepers, ui, chilipeper, komijn, paprikapoeder en oregano toe. Bestrooi met zout en peper en laat de groenten op middelhoog vuur 5 minuten bakken en zachter worden. Voeg daarna de knoflook toe en bak nog een halve minuut door.

Voeg de tomaten toe, schep goed om en laat 4-5 minuten stoven en goed zacht worden. Het vocht dat uit de tomaten komt zorgt dat je menemen mooi nat blijft straks. Draai het vuur laag, breek 3 eieren in de pan en roer ze snel door de groenten. Werk hierna snel, want je eieren moeten nat blijven: maak met een lepel twee kuiltjes in het ei-groente mengsel en breek daar de overige twee eigen in. Schuif de pan direct in de hete oven en bak de eieren in ongeveer 6 minuten gaar*, of iets langer als je niet van zacht eigeel houdt.

Haal de eieren uit de oven en schep op borden. Strooi er wat gehakte blaadjes peterselie overheen. Serveer er brood en dikke yoghurt bij. Jouw dag kan niet meer stuk.

*indien je geen pan hebt die in de oven kan kun je de deksel op de koekenpan doen en de eieren op laag vuur laten garen. Ik vind het zelf gewoon het lekkerst uit de oven, maar beide opties zijn mogelijk.

Variaties: ehm, die zijn ein-de-loos. Denk aan het toevoegen van stukken witte kaas of Turkse worst- wordt de boel nog heftiger van, ha.

Menemen
Menemen: een degelijk ontbijt in de winter

Vers platbrood met witte bonenpuree, halloumi en tomatensalade

2016 is officieel uitgeroepen tot het Internationale Jaar van de Boon. Wereldwijd zullen diverse aan bonen gelieerde partijen bonen in de spotlights zetten en deze peulvruchtensoort (weer) geliefd maken. Nederland is hier zelfs Blije Boon voor in het leven geroepen door het Nationaal Comité Bonen 2016– serieuze zaken dus! Want ja, nu ik erover nadenk zie ik in restaurants, maar ook bij mensen thuis bonen maar bar weinig op het menu staan. Ik heb de witte bonenpuree van vandaag ook nog nooit bij iemand gegeten helaas (maar misschien is dat toeval) en wanneer een vriend(in) chili con carne heeft bereid wordt het vaak opgeschept met een verontschuldiging in de trant van “sorry, ik had geen tijd om te koken.” Jammer, want dergelijk excuus maken is helemaal niet nodig: bonen zijn de bom wat mij betreft.

De arme boon is dus niet zo populair, heeft een vrij armetierig karakter en staat ondanks zijn hoge gezondheidsgehalte in de schaduw van concurrende superfoods als boerenkool, quinoa en chiazaden. Heel jammer, want bonen zijn niet alleen lekker en gezond, maar je kunt er ook eindeloos mee variëren in stoofpotten, salades mee opfleuren, curry’s van maken of zoals vandaag: witte bonenpuree maken.

Dat koken met bonen tot allerlei lekkers leidt is overigens wel al gebleken uit de populariteit van de gerechten met bonen op Sesu Chops, denk aan de chili met chocolade, de kikkererwtencurry, het stoofpotje met witte bonen en chorizo, de quesadilla’s met linzen (klik hier, hierhier en hier ) en –jaja- het best bekeken gerecht van 2015. Tja. Volgens mij doe ik al langer mijn best om bonen aan de man te brengen en hopelijk gaat dit jaar dan ook iedereen om. Mijn liefde voor bonen zit zo diepgeworteld dat het één van mijn eerste herinneringen omvat: mijn moeder die thuis zilvervliesrijst met rode linzensaus maakte. Terwijl menig kind liever patat of pasta Bolognese at, at ik het liefste die verdomd lekkere linzensaus. Dit komt ook misschien doordat ik het vegetarische dieet van mijn ouders volgde en het voor mij een gewone zaak was om ingrediënten als sojabrokjes en gierst op mijn bord te vinden- en bonen dus ook.

Vers platbrood met witte bonenakker en halloumi
Vers platbrood met witte bonenakker en halloumi

Inmiddels eet ik al weer jaren vlees en hebben mijn ouders de gierst ingeruild voor quorn en andere vleessimulators (vleesvervangers vind ik geen juist woord, want met peulvruchten en melkproducten heb je geen kant-en-klare vega-kipschnitzel nodig), maar de boon speelt zowel bij mijn ouders als mij met grote regelmaat de hoofdrol tijdens lunch en diner. Mijn moeder houdt bijvoorbeeld erg van zwarte bonenpathé en ik ben dol op dips en purees van bonen. Vandaag dan ook een super lekker vegetarisch lunchgerecht met witte bonenpuree, dat heerlijk zacht is maar ook lekker fris en krachtig door de tijm en citroen. Deze witte bonenpuree serveer ik het liefst op een stuk vers platbrood met gegrilde halloumi en een simpele tomatensalade, maar je kunt de puree ook los met wat brood op tafel zetten en lekker bij de borrel eten.

Maak dit recept tijdens het jaar van de boon én in de jaren die volgen. Leve de boon en vooral deze witte bonenpuree!

Ingrediënten voor 4 broodjes met witte bonenpuree, halloumi en tomatensalade

2 blikjes witte bonen a 400 gram, bij voorkeur cannellini bonen

1 teentje knoflook, geplet

sap van een halve citroen

2 takjes tijm

4 eetlepels olijfolie (en afhankelijk van smaak nog wat extra)

Zout en peper

Voor de tomatensalade:

250 gram cherry tomaatjes, in stukken gesneden

een halve rode ui, in dunne ringetjes gesneden

een halve eetlepel citroensap

een flinke eetlepel olijfolie

1-2 eetlepels gehakte platte peterselie

Zout en peper

Overig:

1 avocado, in reepjes gesneden

Een stuk halloumi van 250 gram, in plakken gesneden

4 vers gemaakte platbroden- check hier het snelle en simpele recept

of anders 4 grote pita’s/andere stukken brood

Extra: je hebt een grillpan nodig, maar een koekenpan kan ook

To do:

Als je zelf je platbroden maakt, begin daar dan mee, want het deeg moet even rijzen.

Spoel de bonen af en laat goed uitlekken. Zet een steelpannetje met de olijfolie, het geplette knoflookteentje en de takjes tijm op het vuur en laat rustig warm worden. Wanneer de olie warm is verwijder je de knoflook en tijm, maar dit laatste gooi je niet weg.

Voeg de bonen aan de pan toe en verwarm. Stamp de bonen dan fijn met een stamper, voeg cirtroensap toe en breng op smaak met zout en peper. Als de witte bonenpuree nog te dik en droog is voeg je wat extra olijfolie toe. Wanneer op smaak draai je het vuur uit en zet je de pan met het deksel erop even apart.

Maak de tomatensalade door alle ingredienten door elkaar te mengen en op smaak te brengen met zout en peper.

Zet een grillpan op het vuur en laat goed heet worden. Besprenkel de plakken halloumi met olijfolie en leg in de grillpan. Grill totdat er een mooie grillstreep op de kaas zit, dat duurt ongeveer een minuut per kant. Bak tegelijkertijd de platbroden in een koekepan (of warm kant en klare broodjes op in de oven).

Bouw je broodje: leg een stuk brood op een bord, beleg met witte bonenpuree. Rits een paar blaadjes van het gebakken takje tijm of en strooi over de puree. Leg een beetje tomatensalade op de witte bonenpuree en verdeel er wat stukjes avocado overheen. Beleg tot slot met een paar plakjes halloumi. Herhaal met de andere broodjes en je kunt aanvallen.

Vers platbrood met witten bonenpuree en halloumi
Vers platbrood met witten bonenpuree en halloumi
gegrilde groenten

Geroosterde groenten met tahin koriandersaus

Wanneer ik in het weekend te veel (en dikwijls ongezond) heb gegeten omdat ik niet weg was te slaan bij foodtrucks met burgers, gevulde wraps, gestoomde broodjes met buikspek of andere caloriebommen heb ik de maandag erna meestal veel zin in een flinke dosis groen. Dit geldt ook voor de dagen na een paar feestelijke kerstdiners waar ik nog meer eten dan de normaal naar binnen heb geschoven. Vandaag is het dus extra tijd voor wat lichtere kost en flink wat vitaminen. Aangezien ik pas voor een bak ijsbergsla met geraspte bospeen (dat lijkt dan net weer te erg op een dieet) vormt het eten van geroosterde groenten voor mij een eenvoudige, maar vooral de lekkerste manier om veel groenten binnen te krijgen.

Niets is lekkerder dan zoete aardappels en bloemkool uit de oven, die gezellig samen zijn geroosterd met stukken ui en hele tenen knoflook. Vooral met mijn geniale tahin koriandersaus worden de geroosterde groenten een echt feestmaal dat niet minder lekker is dan wat je tijdens kerst hebt mogen opeten. De tahin is heerlijk romig en notig, maar is niet te zwaar door de frisse citroen en korianderblaadjes. De koriander maakt de saus ook nog eens lichtgroen, wat ervoor zal zorgen dat je eetmaatjes (als je niet alleen eet) zich zullen afvragen wat het geheime ingredient van deze funky saus is (bij het zien van de saus dan, want je proeft de koriander meteen natuurlijk).

Naast dat deze geroosterde groenten geschikt zijn als gezondheidsbom na de feestdagen zijn ze ook ideaal om op het menu te zetten na een drukke werk- of uitbrakdag. Om deze geroosterde groenten op tafel te zetten vereist namelijk vrijwel geen werk of aandacht. Je stopt de groenten een half uur in de oven om ze daarna op te eten. Hoeveel makkelijker wil je het hebben?

Serveer een grote schaal met deze geroosterde groenten bij een goed stuk gevogelte of vlees. Druppel wat tahin koriandersaus vlak voor het serveren over de groenten heen, of serveer apart. Op een gewone doordeweekse dag lenen deze geroosterde groenten zich goed voor een makkelijke maaltijd voor de tv, bij voorkeur met falafelballetjes- zelfgemaakt of heel lui van de supermarkt.

Geroosterde groenten
Je geroosterde groenten worden van lekker héél lekker door de saus van tahin, citroen en koriander

Ingrediënten voor een schaal geroosterde groenten voor 6 personen (bijgerecht) of 3 personen (hoofdgerecht):

1 bloemkool, in roosjes

3 zoete aardappels, in halve maantjes

2 uien, in partjes

8 tenen knoflook

Halve theelepel chilipoeder

1 theelepel gemalen komijnzaad

Zout

Peper

olijfolie

Tahin koriandersaus:

100 milliliter tahin

50 milliliter olijfolie

een hand gehakte korianderblaadjes (ongeveer 8-10 gram)

50 milliliter water

een halve theelepel gemalen komijnzaad

een halve teen knoflook, grof gehakt

Zout

Peper

To do:

Verwarm de oven voor op 190 graden. Bekleed een bakplaat met bakpapier. Spreid de groenten, ui en knoflook erover uit en bestrooi met wat komijn, chilipoeder, zout en peper. Sprenkel er twee eetlepels olijfolie overheen en hussel door elkaar. Zet de bakplaat in de hete oven en laat de groenten een half uur roosteren. Draai na een kwartier de groenten even om.

Maak dan de tahin koriandersaus. Doe de tahin, knoflook, scheutje water, citroensap, koriander, komijn en olijfolie in een hoge beker en pureer tot een romige saus. Breng op smaak met zout en peper. Als je de saus te dik vindt voeg je wat extra olijfolie toe.

Haal de geroosterde groenten uit de oven en serveer op een grote schaal met de tahin koriandersaus.

 

Geroosterde groenten
Een poging om de drizzle tahin koriandersaus over de geroosterde groenten vast te leggen…

Voor deze schaal met geroosterde groenten kun je uiteraard ook andere groenten de hoofdrol laten spelen. Denk aan paprika, courgette of aubergine.

Koreaanse omelet

Koreaanse omelet (gaeran mari)

De Koreaanse omelet (gaeran mari of gyeran mari) is te gek om meerdere redenen. Ten eerste omdat je eindeloos met de vulling kunt variëren waardoor dit eiergerecht nooit saai wordt. Bovenstaande omeletrolletjes zijn dan wel gevuld met wortel en bosui, maar je kunt er ook prima bacon, courgette of tonijn in stoppen. Oneindige variatiemogelijkheden dus, en daar hou ik van.

Ook is de Koreaanse omelet een door mij geliefd gerecht omdat je het als ontbijt kunt eten, maar ook prima mee kunt lunchen of als tussendoor snack, appetizer, voor- en bijgerecht kunt serveren- altijd dus. Zo’n vrolijk stukje opgerold ei met gedroogd zeewier kan echt op elk moment van de dag. En ja, daar hou ik ook van, dingen de hele dag door ongegeneerd kunnen eten. Hoewel ik de omelet altijd zonder extra poeha op eet omdat de rolletjes er op zich zelf al als een feestje uitzien, kun je er met wat rucola (of waterkers) en geroosterde pijnboompitten een mooi feestelijk voorgerecht van maken voor je naderende kerstdiner.

De laatste reden waarom de Koreaanse omelet te gek is is zeer persoonlijk. Ik vind zo’n rol ook stiekem zo lekker omdat ik ‘m zelf niet hoef te maken. Dat is namelijk de taak van meneer de vriend in huis. Hoewel het een zeer eenvoudig recept is dat binnen een poep en een scheet op tafel staat heb ik vaak geen zin om de omelet te bakken- en de vriend wil overigens ook liever niet dat ik ‘m bak. Dit komt omdat de Koreaanse omelet het best smaakt wanneer ie is opgerold en dat rollen heeft voor mij- als ongeduldig mens dat iebel wordt van crêpes omdraaien- nogal wat voeten in de aarde. Door haastig met spatels en paletmessen onder en in de omelet te steken, in plaats van het rustige rol en omklapwerk, heb ik al menig Koreaanse omelet weten te verkrachten (gescheurde rollen, losse rollen waar je doorheen kunt kijken etc.). Dat is niet alleen zonde, maar meneer de vriend wordt ook nog eens chagrijnig van mijn gevloek en getier tijdens mijn rolpogingen. En gelijk heeft ie. Dus voortaan maakt hij de Koreaanse omelet, stil en geconcentreerd, en blijf ik uit de keuken (want ja, zo’n irritant zijlijnfiguur die over de vriend z’n schouder meekijkt en instructies geeft ben ik ook).

Mocht mijn gestoei met het rollen je er nou van weerhouden om dit ontbijt/luch/voor/bijgerecht te maken, dan wil ik er nog bij zeggen dat dat niet persé nodig is. De Koreaanse omelet op de foto heb ik eigenhandig opgerold namelijk (de vriend was niet thuis helaas), zónder te vloeken of mijn handen te branden. Neem er gewoon even rustig de tijd voor. Bij wijze van schouderklopje voor mezelf heb ik na de fotoshoot meteen de hele boel opgeschrokt.

Koreaanse omelet
Koreaanse omelet

Ingrediënten voor 1 Koreaanse omelet voor 2 personen (ontbijt) of 3-4 personen (voorgerecht)

Verdubbel het recept indien je deze omeletrol in kleine porties als apetizer of voorgerecht wilt serveren tijdens kerst voor 6-8 personen, bak dan wel 2 omeletten i.p.v. één grote

4 eieren

100 gram geraspte wortel

3 bosuitjes, heel fijn gesneden

1 theelepel sojasaus

een halve theelepel sesamolie

een halve theelepel suiker

1 nori vel, gedroogd zeewier

Zout

Peper

Zonnebloemolie/druivenpitolie om in te bakken

Optioneel:

Wat blaadjes rucola

1 eetlepel geroosterde pijnboompitjes

Wasabi mayonaise

To do:

Zet een grote koekenpan op het vuur met wat olie.

Breek de eieren in een kom en kluts goed. Voeg sojasaus, suiker en sesamolie toe en roer goed door. Voeg tenslotte de wortel, bosui en zout en peper toe.

Wanneer de pan met olie warm is draai je het vuur laag. Schenk het eiermengsel in de pan en laat ongeveer vier minuten stollen met deksel op de pan. Wanneer de omelet bijna helemaal gestold is, maar in het midden nog nat en zacht, leg je een norivel op de omelet.

Maak met een paletmes voorzichtig de randen van de omelet los. Vouw één kant van de omelet met behulp van een paletmes of spatel naar binnen en rol dan voorzichtig en zo strak mogelijk op totdat je een lange rol hebt. Verplaats de rol naar een snijplank en laat een beetje afkoelen. Pak een schone theedoek of dik keukenpapier en vouw dat om de rol heen. Druk rondom goed aan en zorg dat de rol een ronde vorm krijgt. Verwijder de theedoek en laat nog verder afkoelen.

Snijd de omeletrol in ongeveer tien stukken. Indien je de Koreaanse omelet als voorgerecht serveert verdeel je de stukjes over kleine borden met wat rucola en geroosterde pijnboompitten. Indien gewenst serveer je er wasabi mayonaise bij. Je kunt de omelet zowel warm als koud eten.

Koreaanse omelet
Close up van de Koreaanse omelet: bak ‘m niet te lang, dan droogt ie uit
Koreaanse omelet
Koreaanse omelet: met rucola en pijnboompitten een fijne appetizer of voorgerecht. Mooi toch?
winterse knolselderijsalade

Winterse knolselderijsalade met wortel, druiven en yoghurt mosterddressing

Misschien is knolselderij wel mijn favoriete wintergroente. Het kruidige aroma van deze groente en sterke selderijsmaak vind ik erg bijzonder. De knolselderij is geen slappe groente, maar stoer en sterk en daar hou ik wel van. Eerder heb je al kunnen lezen over de supersoep die ik van knolselderij had gemaakt met crispy rundvleesreepjes. Ook heb ik een tijd terug een knolselderijsoep van Jeroen Meus op tafel getoverd. De zijdezachte structuur van de knolselderij in de soep is zeer verslavend. Maar wist je dat je knolselderij ook prima rauw kunt eten? Tijd voor een knolselderijsalade dus! Als je een knolselderij van zijn lelijke jasje ontdoet, in plakken snijdt en dan julienne snijdt of raspt heb je een hele berg groente die je makkelijk met andere groenten of fruit kunt combineren voor een winterse knolselderijsalade. Een simpele yoghurt mosterd dressing zorgt voor romigheid en dat de salade op een Amerikaanse coleslaw gaat lijken. De druiven maken de salade lichtzoet en de noten geven een fijne crunch. Meer dan lekker!

Deze knolselderijsalade is deze week geplaatst op Koken met Aanbiedingen, wat betekent dat een aantal producten in dit gerecht in de aanbieding is bij een supermarkt. Maar aangezien seizoensgroenten de hoofdrol spelen in deze salade is het de komende paar maanden sowieso voordelig om dit recept te maken. Bovendien is deze knolselderijsalade een vrolijk, knapperig en fris bijgerecht dat lekker is om tijdens kerst bij het hoofdgerecht te serveren. Een andere reden om deze kleurrijke salade tijdens de feestdagen te serveren is dat je ‘m een dag van de voren kunt maken. Als je de dressing in de groenten masseert en de knolselderijsalade een nacht in de koelkast laat staan trekken de smaken mooi in. Dat scheelt weer wat tijd op de dag van het kerstdiner zelf. Makkelijk toch?

Ingrediënten voor een grote knolselderijsalade, goed voor 6-8 personen

1 ui

1 knolselderij

250 gram wortel

200 gram rode druiven

100 gram walnoten

Olijfolie

Zout

Peper

Dressing

3 eetlepels yoghurt

1 eetlepel mayonaise

1 theelepel Dijon mosterd

Sap van een halve citroen

Optioneel:

600 gram varkenshaas (voor 4-6 personen)

olijfolie/boter om in te bakken

To do:

Snijd de ui in dunne ringetjes. Doe in een klein kommetje en bestrooi met een snuf zout. Zet apart.

Schil de knolselderij en maak de wortels schoon. Snijd daarna zowel de knolselderij als de wortel julienne of gebruik een rasp. Doe in een grote kom. Was de druiven, hak de walnoten grof door en voeg toe aan de kom groenten. Bestrooi met wat zout en peper.

Voor de dressing meng je de yoghurt, mosterd, citroensap en mayonaise door elkaar. Breng op smaak met zout en peper. Hierna zijn er twee mogelijkheden:

  1. Schenk de dressing over de groente en masseer in. Je krijgt dan een soort coleslaw.
  2. Serveer de dressing naast de salade zodat iedereen zelf kan bepalen hoeveel er over de salade gaat.

Serveer de salade tijdens kerst als kleurrijk bijgerecht bij vlees. Varkenshaas bijvoorbeeld, zie foto hieronder. Bak voor voor 4-6 personen 600 gram varkenshaas op middelhoog vuur in 8 minuten rondom bruin. Laat rusten onder aluminiumfolie. Snijd in dunne plakken en eet samen met (onder andere) de knolselderijsalade.

Knolselderijsalade
De winterse knolselderijsalade. Lekker met gebakken varkenshaas.

 

Spinaziesoep met zoete aardappel en gepocheerd ei

Spinaziesoep met zoete aardappel en gepocheerd ei

Na een enerverende pakjesavond waarbij ik zoveel cadeaus in ontvangst mocht nemen dat ik me er bijna voor geneerde is de Sint weer veilig thuisgekomen in Spanje. Met de restjes pepernoten nog tussen de kiezen maak ik me nu alvast op voor de kerstdagen. Kerst betekent voor mij als atheïst gezellig samen zijn met familie, rustig aan koken (met één hand in de pannen roeren in in de andere hand een goed glas met het één of ander) en het werk in de keuken vooral niet te gecompliceerd maken. Stressen achter fornuizen en voor hete ovens is op alle dagen van het jaar natuurlijk niet leuk, maar tijdens de kerstdagen is opgefokt kokkerelgehannes al helemaal een absolute no-go voor mij. Bovendien houd ik niet van- het zal je wellicht verbazen- overdadig veel eten tijdens de feestdagen. Ik vind het opmerkelijk hoeveel eten er wordt ingeslagen en ook weer wordt weggegooid eind december. Zonde en niet nodig.

Voor Sesu Chops zal ik de komende twee weken mijn simpele kerstgerechten delen die voornamelijk uit kleine gerechten of bijgerechten zullen bestaan. Ik vind het tijdens kerst namelijk het leukste om verschillende kleine dingen te eten in plaats van grote hompen vlees te bereiden. Om te beginnen een makkelijke, maar feestelijke spinaziesoep.

Soep is onmisbaar tijdens een kerstdiner. Deze spinaziesoep kun je natuurlijk doordeweeks ook prima eten, maar het gepocheerde ei en het geroosterde amandelschaafsel geeft de spinaziesoep een extra feestelijk tintje en is daarmee zeer geschikt om een kerstdiner mee af te trappen. De zoete aardappel zorgt ervoor dat de soep meer body krijgt en geeft de spinaziesoep een licht kruidig karakter. Maak de soep van te voren en pocheer de eieren op het laatste moment: makkelijk!

Serveer de spinaziesoep als voorgerecht tijdens kerst, maar in een grotere portie is deze soep op een doordeweekse dag ook geschikt als voedzame avondmaaltijd.

Ingrediënten voor 4-6 personen:

Spinaziesoep:

1 ui, grof gehakt

2 teentjes knoflook, grof gehakt

1 grote zoete aardappel (ongeveer 375 gram), in blokjes

350 gram spinazie, gewassen en grof gesneden

900 milliliter kippen of groentebouillon

75 milliliter room

25 gram geschaafde amandelen

33 eetlepels gehakte peterselie

Zout en peper

Olijfolie

optioneel: brood om erbij te serveren

Gepocheerde eieren:

4-6 eieren

scheut witte wijnazijn

water

To do:

Zet een kleine koekenpan op het vuur. Rooster het amandelschaafsel heel kort totdat het goudbruin is.

Zet een grote soeppan op het vuur met een scheut olijfolie. Bak de ui en knoflook in zo’n 5 minuten glazig en zacht op laag vuur. Voeg de blokjes zoete aardappel en bouillon toe en breng aan de kook. Kook zachtjes door totdat de zoete aardappelblokjes zacht zijn. Dit duurt ongeveer 5 minuten.

Voeg de spinazie toe. Wanneer de spinazie is geslonken schenk je de room erbij. Draai het vuur uit en pureer met een blender tot een gladde soep. Breng op smaak met zout en peper. Doe de deksel op de pan en zet weg.

Om de eieren te pocheren pak je een grote pan die je met water vult. Voeg een beetje zout toe en breng aan de kook. Draai dan het vuur laag en voeg de witte wijnazijn toe. Roer met een lepel in het water zodat er een draaikolk ontstaat. Breek een ei in een klein kommetje  en laat daarna voorzichtig in het midden van de draaikolk glijden. Herhaal dit totdat alle eieren in het water liggen. Zorg dat het water niet hard kookt en pocheer 3 minuten. Haal de eieren met een draadspaan uit het water en laat even uitlekken op keukenpapier.

Schep de spinaziesoep in diepe borden. Leg in elk bord soep een gepocheerd ei. Bestrooi met de geroosterde geschaafde amandelen en peterselie. Serveer indien gewenst met brood. Open het ei met je lepel en laat het eigeel door de soep lopen: lekker!

Spinaziesoep met zoete aardappel en gepocheerd ei
Spinaziesoep met zoete aardappel en gepocheerd ei
courgette pannenkoekjes

Koreaanse courgette pannenkoekjes

Ja hoor, hier zijn ze weer, de door mij geliefde hartige Koreaanse pannenkoeken. Dit keer geen grote jongens die je in stukken moet snijden, maar kleine courgette pannenkoekjes die je in twee happen op eet- mét dipsaus natuurlijk. De courgette pannenkoekjes heten in het Koreaans hobak jeon (of hobak buchim of hobak buchimgae– jaja er zijn nog al wat opties) en vormen een leuk bijgerecht tijdens een diner, maar doen het ook prima als snack of lunch- afhankelijk van hoeveel trek je hebt en hoeveel stuks je maakt.

Eerder heb je al over de Koreaanse kimchi pannenkoek en de pannenkoeken met garnalen of boerenkool kunnen lezen. Deze courgette pannenkoekjes zijn misschien nog wel het meest toegankelijk, mocht je het idee van Koreaanse pannenkoeken nog een beetje te vreemd en uitheems vinden klinken. Behalve courgette, ei, water en bloem- de ‘normale’ pannenkoek ingredienten dus- zit er slechts één theelepeltje doenjang door het beslag. Doenjang is de befaamde Koreaanse pasta die ik vaak gebruik en is gemaakt van gefermenteerde sojabonen. Deze pasta is vergelijkbaar met de iets bekendere Japanse miso en geeft de pannenkoekjes een extra umami dimensie. Toch twijfels over de doenjang? Die kun je in dat geval makkelijk weglaten, want in Korea worden de courgette pannenkoekjes ook vaak zonder doenjang geserveerd. Maar beloof dan wel de dipsaus erbij te serveren voor de Koreaanse touch. Ik zeg: gewoon maken die pannenkoekjes!

Ingrediënten voor ongeveer 10 kleine courgette pannenkoekjes

1 courgette, julienne gesneden

85 gram bloem

snif zout

1 ei

1 theelepel doenjang

100 milliliter koud water

Versgemalen peper

Zonnebloemolie om in te bakken

Dipsaus

1 tl suiker

3 el soyasaus

3 el zwarte azijn

1 el water

Optioneel: Wat fijngehakte rode chili

1 tl geroosterde sesamzaadjes

To do:

Begin met de dipsaus. Meng alle ingrediënten door elkaar en zet apart.

Zet een koekenpan op hoog vuur. Voeg een scheut zonnebloemolie toe en laat goed heet worden.

Doe de bloem met wat zout in een grote kom. Kluts in een klein kommetje het ei en de doenjang los. Voeg koud water en het geklutste ei aan de bloem toe en roer met een garde goed door. Voeg de julienne gesneden courgette toe. Voeg versgemalen peper toe. Het beslag dient vrij dik te zijn.

Lepel met behulp van twee eetlepels beslag uit de kom en leg vier a vijf hoopjes in de koekenpan. Draai het vuur middelhoog en bak in 3 minuten goudbruin. Draai om en bak de andere kant goudbruin. Laat uitlekken op keukenpapier. Bak de rest van de pannenkoekjes.

Serveer de pannenkoekjes op een groot bord (of een schaal) met de dipsaus erbij. Warm vind ik ze het lekkerst, maar koud kan ook.

courgette pannenkoekjes
Een stapel Koreaanse courgette pannenkoekjes, oftewel hobak jeon
Tempeh chips

Tempeh chips met sweet & spicy dipsaus

Onlangs kreeg ik allemaal foto’s uit de oude doos toegestuurd van lieve (en gekke) vriendin H. van onze vakantie op Bali in 2004. Zij verbleef in de zomer bij haar opa en oma op Java en we hadden afgesproken dat we elkaar na haar familiebezoek op Bali zouden treffen. En zo geschiedde: ik weet nog hoe ik na de douane te zijn gepasseerd de aankomsthal verliet en buiten werd overvallen door een muur van hitte. Ik zat nog geen vijf minuten naast mijn groene hutkoffer op een stoepje te wachten toen ik H. al door de menigte zag opdoemen, vrolijk zwaaiend en met haar bagage achter haar aan sleurend. Het feest kon beginnen.

En het werd een feest. Op de kiekjes zag je ons poseren bij diverse hotspots die het eiland rijk is, gekleed in rokjes met ieniemienie maatjes en bronzige hoofden van de Indonesische zon. We hebben dolfijnen zien zwemmen, onder minimaal toezicht ons duikdebuut gemaakt (“Voor het eerst duiken? Oefenen in het zwembad? Nee joh, we gaan meteen de zee in!”), met parmantige ladyboys gedanst, sieraden gemaakt, een begrafenis van een royal bijgewoond en vooral heel veel lekkere dingen gegeten. Naast weer herinnerd te worden aan een bijzondere vakantie realiseerde ik me twee dingen toen ik de foto’s weer bekeek. Het eerste wat tot me doordrong was dat ik toch écht ouder begin te worden- die strakke kop en maat nul horen nu ik die foto’s weer heb gezien definitief tot het verleden. Niet dat ik hier wakker van lig, maar het is toch frappant om te zien hoe snel 11 jaar voorbij vliegen.

De foto’s veroorzaakte ook nog wat anders: enorme lekkere trek in de crispy tempeh chips waarvan ik tijdens de laatste dagen op Bali- in het drukke Kuta- maar geen genoeg van kon krijgen. Hier vond ik het bewijs dat het lekkerste eten meestal simpel eten is. De tempeh chips waren gewoon dun gesneden stukken tempeh die heel knapperig gefrituurd werden en vervolgens geserveerd met een zoet maar pittige dipsaus op basis van ketjap manis: echt super lekker!

Eenmaal in terug in Nederland heeft de moeder van H. – die de beste Indonesische gerechten kan koken- de tempeh chips nagemaakt zodat ik zo nu en dan weer in gedachten op Bali kon vertoeven . Nu de jaren ongemerkt voorbijgaan verwenen de tempeh chips ook stiekem uit mijn systeem. En dat is jammer omdat deze snack zo veel malen lekkerder is dan een ordinaire zak chips of borrelnoten. Na de Balifoto’s ben ik gelukkig weer volledig back to tempeh chips business en kun jij ze ook heel eenvoudig maken. Zit die pan olie maar op het vuur en bakken de chips. Maak er een foto van: leuk voor later..

Tempeh chips
Tempeh chips

Ingrediënten

1 pak tempeh

750 milliliter (Zonnebloem)olie om te frituren

Snufje zout

Dipsaus

100 milliliter ketjap manis

Halve teen knoflook, geperst

Halve sjalot, fijngehakt

1 theelepel sambal oelek

1 theelepel geraspte gember

1 theelepel sojasaus

optioneel: wat fijngehakte rode peper

To do:

Begin met de dipsaus. Meng alle ingrediënten door elkaar en laat tenminste een half uur staan zodat de smaken zich goed met elkaar mengen.

Doe de olie in een grote wok en laat warm worden- of zet de frituurpan aan. Snijd ondertussen de tempeh in zo dun mogelijke plakjes. Check met een stukje brood op de olie op temperatuur is (rond de 180 graden). Wanneer de olie om het stukje brood flink gaat bruisen is de olie heet genoeg.

Frituur de tempeh chips in tenminste twee rondes. Als je alle tempeh in één keer bakt koelt de olie af en worden de chips niet goed knapperig en nemen ze te veel vet op.

Bak de tempeh chips in ongeveer 4 minuten goudbruin. Laat uitlekken op keukenpapier en bestrooi met wat zout.

Serveer de tempeh chips met de dipsaus. Waarschuwing: het is verslavend.

Tempeh chips
Een berg crispy tempeh chips met sweet & spicy dipsaus
Kimchi en udon noedelsoep

Korean fusion: Kimchi en Udon noedelsoep

Dat ik verslaafd ben aan kimchi mag duidelijk zijn. Voor eigenlijk alle soorten die er zijn mag je me ’s nachts wakker maken. De niet al te frisse geur van de gefermenteerde groenten neem ik dan op de koop toe. Oude verslavingen maken veelal plaats voor nieuwe verslavingen. Zo is er een periode vol feta verstreken, stond er een aantal jaar terug elke dag een flink stuk börek op het menu en verbood ik mezelf op gegeven moment om nóg meer zakken pistache noten in te slaan omdat ze zo snel op gingen.

Maar gelukkig: bovengenoemde verslavingen heb ik allemaal overwonnen. Dit geldt echter niet voor kimchi, wellicht omdat gefermenteerde groenten een stuk gezonder en lichter zijn dan blokken kaas of deegwaar (mét kaas ertussen), maar vooral omdat kimchi daadwerkelijk overal bij past. Dit leidde ertoe dat mijn kimchi gekte een andere verslaving teweeg bracht: Japanse udon noedels. En dan bij voorkeur in de vorm van een noedelsoep.

Udon noedels zijn de troostende parels onder de Aziatische noedels voor mij: dik, zacht en chewy en daarom ideaal om uit een kom soep op te slurpen. Hoewel udon noedels flinke slierten zijn, zijn ze licht en vrij neutraal van smaak (in tegenstelling tot soba noedels bijvoorbeeld, die van boekweit zijn gemaakt en nootachtig smaken). Gecombineerd met de friszure kimchi en wat tofu komen udon noedels heel goed tot hun recht. Een dampende kom vol zelfgemaakte noedelsoep met het beste uit Korea en Japan is wat mij betreft het ultieme comfortfood na een flinke regenbui of herfstige wervelwind te hebben getrotseerd. Laat deze noedelsoep nou ook nog eens gezond zijn, dus schep gerust drie keer op.

Deze kimchi en udon noedelsoep kun je zo pittig maken als je zelf wilt. Laat de chili weg of voeg juist meer toe en proef van te voren vooral even hoe spicy je kimchi is om een te heftige noedelsoep te voorkomen. Overigens kun je deze boedelsoep ook met een fijne dashi (een bouillon van kombu en bonito vlokken) maken in plaats van doenjang (Koreaanse gefermenteerde sojabonenpasta), maar dat laat ik een andere keer zien!

Kimchi en udon noedelsoep
Kimchi en udon noedelsoep: een bord vol comfortfood om zó in te duiken

Ingrediënten voor 4 personen:

1 ui, fingehakt

2 tenen knoflook

een halve rode chili peper, fijngehakt (weglaten als dat te pittig is)

1 theelepel fijngehakte gember

2 eetlepels doenjang

300 gram kimchi, grof gehakt en bewaar het vocht (gebruik meer/minder kimchi afhankelijk van pittigheid)

200 milliliter vis- of groentebouillon

800 mililiter water

200 gram tofu, in blokjes gesneden

3 bosuitjes, in dunne ringetjes gesneden

300 gram udon noedels

Een paar druppels sesamolie

Wat sesamzaadje voor garnering

Optioneel: gedroogd zeerwier voor garnering, in reepjes

Indien gewenst: sojasaus om de soep verder op smaak te brengen

To do:

Zet een grote pan op het vuur met een scheut zonnebloem olie. Voeg de ui en knoflook toe en bak zacht en glazig- niet bruin. Voe na twee minuten de gember en chilipeper toe. Schep om en bak een minuut. Voeg de kimchi toe en schep alles goed om. Giet de bouillon erbij.

Roer de doenjang los met een paar eetlepels warm water en roer door de kimchi. Voeg 800 mililiter water toe en breng aan de kook. Wanneer het kook draai je het vuur lager en laat je alles 5 minuten zacht doorkoken met de deksel op de pan.

Proef hoe de soep smaakt. Voeg indien nodig wat sojasaus toe. Indien je de soep te zout vindt smaken voeg je extra water toe. Haal dan de udon noedels uit de verpakking en roer door de soep. Na twee minuten voeg de de blokjes tofu toe. Laat alles nog een minuut zachtjes doorkoken. Check of je noedels gaar zijn. Zo niet, laat dan nog zachtjes doorkoken.

Schep de soep met de noedels in diepe borden of kommen. Besprenkel met sesamolie en bestrooi met sesamzaad. Voeg wat gehakte bosuitjes toe en maak af met wat gedroogde zeewierreepjes bovenop.

Kimchi en udon noedelsoep

Kimchi en udon noedelsoep
Kimchi en udon noedelsoep met dikke, zachte udon noedels die je fijn naar binnen kunt slurpen. Met veel lawaai natuurlijk!