Kimchi fried rice (bokkeumbap)

Ja hoor, door het wisselvallige weer dat varieerde van tropische regenbuien tot flinke hitte én een snotterende meneer aan mijn zijde was het onlangs tijd voor comfort food. En dit maal echt comfort food uit het Korean Food Lab, namelijk kimchi fried rice, oftewel gebakken kimchi en rijst.

Kimchi fried rice is om meerdere redenen een dankbare maaltijd: het is ten eerste hét perfecte maal om leftover rijst mee weg te werken. Sterker nog, kimchi fried rice smaakt het beste met koude gekookte rijst van de dag ervoor omdat de rijst dan wat steviger is en de smaak van de kimchi beter opneemt dan ‘vers’ gekookte rijst. Bovendien bakt leftover rijst ook veel makkelijker en zul je niet snel een brei in je pan hebben.

Ook is dit snelle Koreaanse gerecht goed anti-kater voedsel omdat het zo goed vult en leent het zich uitstekend als 15-minute meal, die ook echt maar 15 minutes van je vraagt. Ik beloof, nee zweer, dat deze maaltijd in een handomdraai op tafel staat en je heel blij zal maken. Een gerecht om te onthouden voor op een doordeweekse ik-kom-thuis-en-wil-alleen-maar-op-de-bank-hangen-avond en je heel wijs al weet dat een 15-minute meal van lieve Jamie jou toch uiteindelijk een uur bereidingstijd zal kosten (want laten we wel wezen, je beschikt niet over de snijdvaardigheden van de beste man, ook niet over zijn gevoel voor multitasken en timing). Kimchi fried rice is het ultieme fast comfort food dus. En ook nog eens gezond door die fijne gefermenteerde groenten en bijzonder fotogeniek door sunny side up eieren.

Maak jij ‘m? De 15 minuten gaan nú in.

Kimchi fried rice (gebakken kimchi en rijst)
Kimchi fried rice (gebakken kimchi en rijst)

Ingrediënten voor 2-3 personen

1 ui, fijngehakt

1 teen knoflook, fijngehakt

250 gram kimchi, fijngehakt

3 eetlepels kimchi-vocht

optioneel: 1 theelepel gochujang (Koreaanse peperpasta)

500 gram gekookte rijst, koud

2 theelepels sesamolie

1 eetlepel koriander, fijngehakt

1-2 bosuitjes in ringen

1-2 theelepels sesamzaadjes

plantaardige olie om in te bakken

Zout en peper

2-3 eieren

To do:

Zet een wok of grote koekenpan op het vuur met een scheut olie en laat heet worden. Voeg de ui en knoflook tot en laat op middelhoog vuur zacht worden. Voeg na twee minuten de fijngehakte kimchi en het kimchi-vocht toe. Voor meer pit doe je er nog een theelepel gochujang bij, maar dat mag je zelf beslissen.

Bak de kimchi vijf minuten en voeg dan de koude rijst toe. Schep goed door elkaar. En bak nog 3-5 minuten op hoog vuur. Breng op smaak met de sesamolie, zout en peper. Draai het vuur uit.

Zet een andere koekenpan met olie op het vuur. Bak de eieren sunny side up.

Schep de kimchi fried rice op borden of in kommen. Bestrooi met sesamzaadjes, bosui en/of korianderblaadjes. Leg de eieren er bovenop.

Als het goed is zit je nog onder de 15 minuten! Toch?

Duik in je kimchi fried rice!

Kimchi fried rice (gebakken kimchi en rijst)
Kimchi fried rice (gebakken kimchi en rijst)
Muhammara: dip met walnoten en paprika

Dip van walnoten en paprika: muhammara

Dat ik van allerlei dips en spreads houd weet je ondertussen wel (met artisjokken, edamame boontjes of aubergine bijvoorbeeld), niets is leuker om bij de borrel goede stukken brood in allerlei lekkers te dopen. Hoewel hummus met miso sinds kort mijn nummer 1 dip is komt muhammara wel erg dicht in de buurt. Misschien overweeg ik hun allebei een gedeelde eerste plaats te geven.

Muhammara of acuka

Muhammara is namelijk een fijne walnotendip met- naast walnoten dus- paprika en granaatappelmelasse die je heel eenvoudig bij elkaar knutselt en door de noten ook nog eens redelijk gezond aanvoelt (de borrel erbij maakt het dan wat minder gezond, maar goed). De dip kent zijn oorsprong in Syrië, maar is in veel andere omringende landen (vroeger de Levant) de keukens binnengewaaid. De Turkse variant heet bijvoorbeeld acuka en die heb ik toen ik in Turkije woonde met enige regelmaat als meze geserveerd gekregen en talloze stukken brood mee besmeerd.

Het geheim van een goede muhammara of acuka is het gebruik van een vijzel in plaats van een keukenmachine. Zo mengen de smaken beter met elkaar en heb je zelf in de hand hoe smooth of chunky je dip wordt. En vergeet de goede olijfolie niet!

Ingrediënten

3 rode paprika’s

75 gram gehakte walnoten

50 gram broodkruim

1 theelepel komijn

1 eetlepel citroensap

1 eetlepel granaatappelmelasse

1 teen knoflook, grof gehakt

1-2 theelepels Aleppo peper, a.k.a. pul biber: gedroogde Turkse rode pepervlokken)

2-3 eetlepels olijfolie

zout

extra: (plat) brood om erbij te serveren

To do:

Verwarm de oven voor op 200 graden. Leg de paprika’s op een bakplaat en laat in 30 minuten zacht worden en zwart blakeren. Haal ze uit de oven, leg om een bord en dek af met plasticfolie. Laat afkoelen, verwijder het velletje en de zaadlijsten en hak de paprika’s grof door.

Doe de paprikastukjes met alle andere ingrediënten in de vijzel en stamp tot een grove spread. Breng op smaak met extra zout en citroensap of granaatappelmelasse. Vind je de muhammara te dik? Voeg dan extra olijfolie toe. Schep op een bordje of in een kom en besprenkel met wat extra olijfolie. Serveer met brood.

Je kunt muhammara een dag van te voren maken en in de koelkast bewaren. De smaken worden dan intenser. Zorg er wel voor dat je de dip op kamertemperatuur laat komen voordat je erin duikt.

Muhammara: dip met walnoten en paprika
Muhammara: de perfecte dip met walnoten en paprika
Snelle samosa's uit de oven

Snelle samosa’s uit de oven

Noem iets met deeg en ik maak het bij voorkeur zelf: brood, pasta, tortilla’s, empanada’s… Die smaken allemaal vaak lekkerder wanneer je de boel zelf from scratch hebt bereid. Dat geldt eigenlijk ook voor samosa’s, die super lekkere Indiase gevulde deegpakketjes waar wel tientallen variaties op bestaan. Maar voor deze samosa’s heb ik geen homemade deeg gemaakt, foei. Een goede reden heb ik hier niet voor, behalve slappe excuusjes in de trant van ‘weinig tijd’ (en dat betekent vaak: weinig puf en zin). Ik weet dat de laatste blogposts en recepten in de categorie ‘snel & simpel’  vallen, en eigenlijk vind ik dat ook wel jammer, maar dat gebrek aan tijd (zin en puf om uren te koken dus) zit me de laatste tijd een beetje in de weg. Er staan wel weer een aantal spannendere gerechten op het Sesu-program, dus nog even geduld.

Snelle samosa's uit de oven
Snelle samosa’s uit de oven

Erg schuldig over deze samos’a met minimale bereidingstijd en moeite hoef ik me overigens ook niet te voelen: de statistieken vertellen me dat de meest simpele en snelle gerechten bijzonder goed bezocht (en wellicht gekokkereld) worden, dus dat is zowel een geruststelling als een compliment. De eerder gepubliceerde post met het recept voor kippenvleugels met harissa en honing wordt dagelijks massaal gelezen, evenals het snelle sodabrood dat ik rond de Kerst op de blog plaatste. Beide super snelle recepten met minimale inspanning of vereiste skills. Ik ga er dan ook maar vanuit dat deze samosa’s net zo gewaardeerd zullen worden- door mij in ieder geval wel. Want één ding kan ik je beloven: deze hapjes zijn echt lekker. Ook al is het deeg niet met mijn eigen blote handen bij elkaar gekneed en worden de samosa’s niet gefrituurd* (zo heb ik ze het liefst), deze jongens smaken zo goed door de verschillende specerijen die de erwten- en aardappelvulling naar een ander spicy niveau tillen. Je maakt deze samosa’s met wat vellen bladerdeeg die je vult, dichtvouwt en afbakt in de oven. Als dit geen populair snel & simpel hapje wordt weet ik het ook niet meer. Aan de slag dan maar!

Ingrediënten voor 20 samosa’s

10 plakjes bladerdeeg, half ontdooid

1 ui, fijngesnipperd

2 tenen knoflook, fijngehakt

2 theelepels gemalen komijn

1 theelepel garam massala

1 theelepel gemalen korianderzaad

halve theelepel chilipoeder (meer of minder naar smaak)

halve theelepel kurkuma

1 duim gember, geschild en fijngehakt

2 eetlepels verse korianderblaadjes, gehakt

125 gram diepvries doperwten

2 aardappelen (ongeveer 250 gram)

Zout en peper

Plantaardige olie om in te bakken

extra: chilisaus of wat yoghurt met munt/koriander om erbij te serveren

To do:

Verwarm de oven voor op 190 graden.

Zet een grote koekenpan op het vuur met een flinke scheut olie en laat warm worden. Breng ondertussen in een andere pan water aan de kook voor de aardappels. Snijd de aardappels brunoise en kook in 5 minuten gaar. Giet af en laat in de pan een beetje droog stomen.

Doe de ui en knoflook met een snufje zout in de koekenpan en laat op middelhoog vuur zacht worden. Voeg dan de gember en alle specerijen, behalve de garam massala, toe. Schep goed om en laat de aroma’s vrijkomen. Voeg de aardappels en doperwten toe en laat 3 minuten bakken. Voeg tenslotte de garam massala en korianderblaadjes toe en breng op smaak met zout en peper. Bak nog een minuut door en draai dan het vuur uit.

Snijd de plakjes bladerdeeg diagonaal door zodat je driehoekjes deeg krijgt. Vouw de buitenste punten naar elkaar toe en druk van één kant de randen aan elkaar zodat je een zakje krijgt. Schep een flinke eetlepel vulling in het deegpakketje en druk de laatste randen tegen elkaar aan. Herhaal dit met de overige samosa’s. Mocht je grote deegranden hebben, dan kun je die wegsnijden.

Leg de samosa’s op een bakplaat met bakpapier en bak in 20 minuten goudbruin. Draai op de helft van de baktijd om. Serveer met chili- en/of yoghurtsaus.

Snelle samosa's uit de oven
Snelle samosa’s uit de oven: je kunt ze meteen van de bakplaat opeten….
Snelle samosa's uit de oven
Snelle samosa’s uit de oven: maar je kunt ze ook netjes op een bordje leggen 🙂

*je kunt deze samosa’s wel frituren als je dat wilt. Zorg er dan voor dan de randen echt goed dichtzitten. Verhit het frituurvet en bak in 3-5 minuten goudbruin.

Quinoa salade met geroosterde bloemkool

Quinoa salade met geroosterde bloemkool en courgette

Bij deze quinoa salade geen lollig verhaaltje, gezeur over mijn drukke leven of gewauwel met betrekking tot mijn politieke haat-liefde verhouding met het zogeheten supergraan uit de Andes. Als je zin hebt in dit laatste verwijs ik je hier naartoe. Wil je gewoon een gezond maal op tafel plempen, blijf dan hier. Deze quinoa salade zorgt namelijk voor een goede start van de (werk)week en vult eventuele in het weekend opgelopen groentetekorten weer in één keer aan.

Mijn groentetekort ontstond dit weekend door de vrijdagmiddagborrel tot 1 uur ’s nachts te laten duren, wat betekende dat ik op een halve (ultradunne) flammkuchen na enkel een liquid dinner tot me had kunnen nemen en dus met een brullende maag naar huis fietste. Gelukkig kon ik vlak voor thuiskomst een pannenkoek op de kop tikken bij de plaatselijke nachtwinkel (ja, dat kan daar). Prima naar binnen te werken, zo’n ding, maar ik kon die dag dus wel naar mijn groenten fluiten. Dat gold ook voor zaterdagavond, die voornamelijk uit borrelhapjes (en de bijbehorende borrel) bestond. Gisteren heb ik op mijn vrije zondagochtend mezelf-  en een grote supermarkt- heel blij kunnen maken door de groenteafdeling leeg te kopen om onder andere deze snelle en gezonde quinoa salade te kunnen maken. En je weet het, ik hou niet van een slap slaatje, dus er moest wel genoeg lekkers in, zoals geroosterde bloemkool en ui, frisse courgette en knapperige kropsla.

De umpf van deze quinoa salade zit ‘m in de dressing van gepofte knoflook en citroen, en een flinke hoeveelheid feta en peterselie. Ja, dit vind je lekker! En buiten dat het een gezond groentefeest op een bordje is, is deze salade ook helemaal Meatless Monday proof. Goede start van de week toch?

Quinoa salade met geroosterde bloemkool
Quinoa salade met geroosterde bloemkool, courgette, avocado en een garlicky dressing

Ingrediënten voor 3-4 personen

200 gram quinoa

500 gram bloemkool, in kleine roosjes gesneden

1 ui, in ringen gesneden

3 tenen hele knoflook (ongepeld)

200 gram courgette, brunoise gesneden

150 gram kropsla, in reepjes gesneden

3 eetlepels gehakte platte peterselie

sap en rasp van een halve tot hele citroen

150 gram feta

1 rijpe avocado

Olijfolie

Zout en peper

optioneel: dikke yoghurt met wat peterselie en munt om erbij te serveren

To do:

Verwarm de oven voor op 200 graden.

Kook de quinoa volgens de verpakking. Giet af en zet apart.

Bedek een bakplaat met bakpapier en leg er de ui, tenen knoflook en bloemkoolroosjes op. Besprenkel met een eetlepel olijfolie, bestrooi met zout en peper en rooster 20 minuten in de oven. Schep af en toe om.

Wanneer de bloemkoolroosjes lichtbruin zijn geroosterd en de knoflooktenen zacht zijn haal je de bakplaat uit de oven. Knijp de tenen knoflook uit in een vijzel of kom. Voeg een flinke snuf zout, rasp en sap van een halve citroen en twee flinke eetlepels olijfolie toe. Meng tot een dunne pasta. Proef of er nog zout, olie of citroen bij moet.

Giet de dressing over de quinoa en meng goed door elkaar. Voeg de ui, bloemkool, courgetteblokjes en kropsla toe en meng door elkaar. Breng op smaak met zout, peper en eventueel wat extra citroensap. Verkruimel de feta en meng door de quinoa salade. Verdeel de salade over borden. Snijd een avocado in schijfjes en leg op de quinoa salade. Bestrooi tenslotte met peterselie en besprenkel met wat extra olijfolie. De salade eet extra lekker weg met een goede schep dikke yoghurt die wat op smaak is gebracht met zout, peper en wat gehakte munt en peterselie.

Quinoa salade met geroosterde bloemkool
Quinoa salade met geroosterde bloemkool, courgette en avocado: vega krachtvoer!

Leftovers passen prima in je lunchbox voor de volgende dag!

Hummus met miso

Super treat: hummus met miso

Het zal je wellicht al zijn opgevallen: mijn twee favoriete ingrediënten zijn momenteel kikkererwten en miso. De kikkererwten gebruik ik in snelle eenpansgerechten, maar bovenal om hummus van te maken en de miso om soepen en hartige pannenkoeken een diepe umami dimensie te geven. Het combineren van de twee in een hummus mét miso was niet eerder bij met opgekomen todat ik hier enkele plaatjes van in het foodie paradise Instagram tegenkwam. Om van te watertanden zo lekker en om van te juichen, zo makkelijk.

Deze hummus met miso is binnen vijf minuten klaar, extreem hartig en zout, zacht van structuur en dipt verdacht makkelijk weg met grote stukken brood of knapperige groenten. De meneer thuis zei met volle mond: “zet maar op je blog dat ik het lekker vond. Zeg dat maar, ja.” Bij dezen.

Ingrediënten voor 1 kommetje hummus met miso

1 blik kikkererwten van 400 gram

1 teen knoflook, grof gesneden

1 eetlepel witte miso

1 theelepel sesamolie

2 eetlepels olijfolie

2/3 eetlepels water

sap van een halve citroen

zout en peper

optioneel: chilipoeder naar smaak

Brood/groente/crackers om erbij te serveren

To do:

Spoel de kikkererwten af en laat even uitlekken. Doe samen met de knoflook en miso in een kom of maatbeker. Giet er olijfolie, sesamolie, citroensap en water bij en pureer tot een zachte pasta met een blender. Breng de hummus met miso op smaak met zout en peper en eventueel wat extra citroensap. Pas de dikte van de hummus aan door wat olijfolie en/of water toe te voegen. Schep in een kom, bestrooi indien gewenst met wat chilipoeder en serveer met brood of groenten.

Hummus met miso
Hummus met miso. Lekker met knapperig gegrild brood.
Koreaanse aubergine salade

Koreaanse aubergine salade (gaji namul)

Na een lang weekend vol paaseieren en chocoladehazen is wat lichter lentevoedsel uit het Korean Food Lab ook wel even fijn. Deze simpele Koreaanse aubergine salade, gaji namul, is een licht maar smaakvol bijgerecht (banchan) om tijdens een Koreaans diner op tafel te zetten. In combinatie met andere kleine Aziatische gerechten doet de gaji namul het ook goed- dit heeft Julius Jaspers van (onder andere) het restaurant HappyHappyJoyJoy ook ontdekt waar deze banchan op de menukaart staat. De gaji namul maak je ook heel eenvoudig thuis, dus je hoeft er niet persé naar Jaspers’ restaurant voor af te reizen. De aubergines worden kort gestoomd en daarna gemengd in een eenvoudige saus op basis van knoflook, gochugaru (rode pepervlokken) en sojasaus. Easy- en je bepaalt zelf hoe spicy en garlicky de salade wordt.

Koreaanse aubergine salade: steam it!

Koreaanse aubergine salade
Koreaanse aubergine salade: gemaakt met ‘gewone’ aubergines uit je Hollandse supermarkt smaakt ie ook heerlijk hoor.

Eigenlijk hoor je de langwerpige paarse Koreaanse aubergines voor dit gerecht te gebruiken, maar de bekende bolle aubergines uit de supermarkt om de hoek doen het ook prima. Deze zijn iets steviger en wat minder zoet dan de Koreaanse aubergine, maar dat vind ik zelf geen enkel probleem. Het belangrijkste is dat je de aubergines lang genoeg stoomt zodat ze niet meer rauw zijn, maar let ook op dat je de groente op tijd uit het stoommandje vist omdat je anders met papperige aubergine op je bord eindigt: allebei erg onaangenaam. Dit voorkom je door a) bij je stoommand te blijven staan en de boel nauwlettend in de gaten te houden en b) de aubergines in even grote stukken te snijden.

‘Traditioneel’ gezien moeten de aubergines namelijk in grote stukken worden gestoomd en daarna in repen worden gescheurd. Omdat hierdoor de kans groot is dat je je vingers brandt tijdens het scheuren (als je net als ik ongeduldig bent en niet wacht totdat de stukken aubergine iets zijn afgekoeld) en het moeilijker in de schatten is wanneer de aubergine goed gaar is snijd ik de boel vóórdat het de stoommand in gaat al in bite-size stukjes. Dan kan er niets fout gaan. Niets. Nou ja, je kunt je bekkie branden omdat je hongerig een stukje aubergine direct uit de stoommand in je mond propt.

Je kunt deze Koreaanse aubergine salade als lichte lunch eten, maar ook samen serveren met o.a. de spinazie namulkomkommer sangchaeKorean Fried Chicken, bulgogi of bossam. Dat wordt gegarandeerd feest!

Ingrediënten voor 2-4 personen (als bijgerecht)

1 grote aubergine (ongeveer 300 gram)

Dressing:

1 bosui, in dunne ringetjes gesneden

1 teentje knoflook, geperst

1-2 theelepels sesamolie

halve theelepel suiker

1 theelepel rijstazijn

1 theelepel gochugaru

1 theelepel sesamzaad

1 eetlepel sojasaus

To do:

Zet de stoommand in een pan met een laagje kokend water. Snijd de aubergine in stukken van ongeveer 4 centimeter lang en 1,5 centimeter dik. Zorg ervoor dat alle stukken aubergine wel een stuk schil hebben.

Doe de stukjes aubergine in de stoommand en stoom gaar, maar niet zo lang dat ze heel slap en papperig worden. Dit duurt ongeveer 5 minuten, maar dit hangt ook van jouw smaak af. Blijf dus bij de stoommand staan.

Meng ondertussen alle overige ingrediënten voor de dressing. Haal de auberginestukjes uit de stoommand en doe in een grote kom. Laat iets afkoelen en giet de dressing erover. Meng goed door elkaar. Eet de Koreaanse aubergine salade lauwwarm.

Koreaanse aubergine salade
Koreaanse aubergine salade: gezond, pittig en lekker veel knoflook.

 

 

Indien je geen stoomfan bent of bang bent dat je de aubergine tot moes laat koken kun je de aubergine ook roerbakken. In dat geval heet deze Koreaanse aubergine salade dan officieel gaji bokkeum.

6 x gerechten met ei

Pasen: 6 x gerechten met ei

Ja, het is al bijna Pasen! En dus tijd voor gerechten met ei. Die paasdagen komen voor mij dit jaar nogal onverwacht: waar ik eerder nog mopperde over de saaie en grauwe februari-maand die me jaar in jaar uit gestolen kan worden, betrapte ik mezelf er vandaag op hoofdschuddend naar de paaseitjes in de schappen van de winkel te staren met het idee dat de Paashaas nog láng niets van zich zou laten horen, om me vervolgens een hoedje te schrikken toen ik in mijn agenda zag dat het Paasweekend toch echt dit weekend is. Dan realiseer je je weer dat de tijd toch steeds voorbij vliegt zonder dat je er erg in hebt. Och en wee.

Nu ik de laatste tijd in een hogesnelheidstrein zit, die echt door de weken heen zoeft omdat ik weer de balans moet vinden tussen een nieuwe baan, werken voor Sesu Chops én leuke andere dingen die door mijn blog op mijn pad komen, ben ik er helemaal niet aan toegekomen een gezellig paasrecept te bereiden en aangenaam op de gevoelige plaat vast te leggen. Mijn welgemeende excuses! Maar wees niet getreurd, ik heb 6 orginele en makkelijk te bereiden gerechten met ei voor je op een rij gezet.

Sommige recepten ken je wellicht al, maar een paar golden oldies misschien nog niet. Hieronder volgen de gerechten met ei die je wat mij betreft echt niet gemist mag hebben, goed gelezen worden op mijn blog en natuurlijk makkelijk te maken zijn. Bovendien zorgt deze top 6 er ook voor dat je niet met een suf gekookt eitje op de proppen komt tijdens de paasbrunch, maar met fijne Sesu style eierengerechten, zoals de Turkse gepocheerde eieren in botersaus (cilbir) of de Koreaanse omelet- meer suggesties hieronder dus.

Fijne paasdagen en eet genoeg!

6 x gerechten met ei

Turkse gepocheerde eieren met botersaus en yoghurt: çılbır

çılbır: Turkse gepocheerde eieren met botersaus
çılbır: Turkse gepocheerde eieren met botersaus

Ja, ik noemde dit nogal zware, maar waanzinnig lekkere comfortfood ontbijtje net al even: çılbır. Met deze Turkse geocheerde eieren met yoghurt en botersaus scoor je echt punten bij je lief of ander volk aan je paastafel, mits hij/zij niet op dieet is. Want geloof me, één portie çılbır staat gelijk aan het aantal kilocalorieen dat je op een dag nodig hebt. Maar die volle, zijdezachte combinatie van spicy botersaus, frisse yoghurt en zachte eierdooier is niet te versmaden en moet je toch zeker met Pasen geproefd hebben. Je vindt het recept hier.

Turks roerei: menemen

Eieren op zijn Turks: menemen
Eieren op zijn Turks: menemen

Voor de lezers die toevallig vorig weekend bovengenoemde çılbır al op tafel hebben gezet en het tijdens het paasweekend een tandje rustiger aan willen doen, maar wel voor eieren a la Turca willen gaan heb ik een aardig alternatief: menemen. Dit eiergerecht met groene pepers en specerijen is ook niet bepaald lichte kost, hoor- maar in ieder geval wel zonder botersaus. Ook voelt ie wat lichter en gezonder aan door het groen wat er door de eieren mag. Bekijk recept hier.

Koreaanse omelet (gaeran mari)

Koreaanse omelet
Koreaanse omelet (gaeran mari)

Wie wat lichtere kost tijdens de paasbrunch prefereert kan heel gelukkig worden van de Koreaanse omelet. Opgerold en in stukjes is deze omelet met groenten een makkelijke hap om te delen en dus ook geschikt voor bij de paasborrel. Hoe je deze omelet oprolt vind je hier.

 

Spinaziesoep met zoete aardappel en gepocheerd ei

Spinaziesoep met zoete aardappel en gepocheerd ei
Spinaziesoep met zoete aardappel en gepocheerd ei

Een ei in je soep, het kan! Heel goed zelfs, want zo wordt je soep heerlijk romig. Het is dan wel zaak dat je de eieren niet te lang pocheert, anders heb je zo’n bonk in je bordje soep. Deze combinatie met zoete aardappel, spinazie en amandelen is voedzaam en groen voor een gezonde start van de lentemaanden. Bekijk het recept hier.

Toast met pompoen en gepocheerd ei

Toast met pompoen, aardappel en gepocheerd ei
Toast met pompoen, aardappel en gepocheerd ei

Nog een recept met gepocheerd ei dan. Dit is een wat ouder recept, maar ook zeker waard om te maken en te proeven. Deze toast werd me ooit door de meneer voorgeschoteld op een ochtend waarop ik te lui was om mijn bed uit te komen, en smaakte daarom extra lekker. Daarna is deze toast in ons ontbijtrepertoire geslopen en staat het met enige regelmaat op tafel. Je vindt het recept hier.

Bibimbap

Bibimbap
Bibimbap: rijst, vlees en groenten mét ei en spicy saus!

Dit Koreaanse gerecht is niet compleet zonder ei on top. Zonder ei geen bibimbap voor mij. Het liefst heb ik ‘m bij dit gerecht sunny side up gebakken, maar gekookt of gepocheerd kan ook zeker- wat jij het lekkerste vindt en zolang je ‘m maar niet vergeet. Onthoud dit Koreaanse maal om de Paasdagen ‘s avonds mee af te sluiten. Wanneer je je overdag hebt volgepropt tijdens het ontbijt of de brunch en daarbij de nodige chocoladeeieren- en hazen naar binnen hebt gewerkt is bibimbap, dat letterlijk gemixte rijst betekent, een fijn diner om de dag toch nog redelijk gezond af te sluiten. Vind het recept hier.

Tabouleh

Tabouleh met amandelen en granaatappelpitjes

Fris en voedzaam, zo zou ik tabouleh graag omschrijven. Tabouleh (ook wel taboulé) is een Libanese salade waar bulgur en peterselie de hoofdrol in spelen. Eerder heb ik een vergelijkbare salade op Sesu Chops gezet, namelijk de Turkse kısır, die ik mezelf en anderen regelmatig voorschotel.

Het vernaamste verschil tussen de tabouleh en kısır is de tomaten- en/of peperpasta die aan de Turkse bulgursalade wordt toegevoegd waardoor die lekker rood en spicy wordt. Daarnaast bevat tabouleh in verhouding veel meer peterselie dan bulgur in vergelijking tot de Turkse versie. Tabouleh is daarom (wat mij betreft) lichter en frisser, en eerder een peterseliesalade dan een bulgursalade. Hoe dan ook, beide salades vind ik fijn om als lunch te eten of als bijgerecht tijdens het avondeten. Het allergrootste voordeel aan tabouleh (en kısır) is wat mij betreft dat je de hoeveelheden makkelijk kunt opschalen en zo een enorme schaal met lekkers voor 30 man op tafel kan hebben staan. Feestvoedsel om te onthouden dus.

Tabouleh zal je waarschijnlijk niet snel vervelen omdat je eindeloos kunt varieren met de ingrediënten. Zo lang er maar peterselie, munt, bulgur, (bos)ui en tomaat doorheen zit, zit je goed. Voeg vervolgens naar hartenlust ingrediënten toe waar je zin in hebt. Zie hier bijvoorbeeld een fijne tabouleh met amandelen en granaatappelpitjes voor wat extra crunch en een zoet-zure touch. Tip: serveer de tabouleh met kip en wat brood dat je in een bak vol hummus dipt voor het complete plaatje. Enne, maak een grote batch, want restjes tabouleh kun je prima in de koelkast bewaren en de volgende dag achter je bureau naar binnen schuiven. Hatsa!

Ingrediënten voor 4 personen (ben je niet van plan er wat bij te eten, dan is dit recept goed voor 2 personen):

100 gram fijne bulgur

3 grote, rijpe tomaten

4-6 bosuitjes

¼ theelepel kaneel

¼ theelepel gemberpoeder

¼ theelepel gemalen korianderzaad

150 gram platte peterselie

30 gram muntblaadjes

6-8 eetlepels olijfolie

sap van halve citroen (naar smaak meer)

2 eetlepels granaatappelmelasse (optioneel, je kunt ook meer citroensap gebruiken)

50 gram blanke amandelen

2 eetlepels granaatappelpitjes

zout en peper

To do:

Doe de bulgur in een kom. Giet er kokend water overheen totdat het net onder staat. Dek af met een bord of deksel en laat 20 minuten staan.

Rooster de amandelen in een droge pan lichtbruin. Laat afkoelen en hal grof door.

Snijd de tomaten in kleine stukjes en verwijder de zaadlijsten. Daarna snijd je de bosuitjes in dunne ringen. Was vervolgens de peterselie en munt en dep droog. Hak fijn. Doe alles in een grote kom. Voeg de specerijen toe. Roer de bulgur los met een vork en schep in de kom moet tomaten, bosui en kruiden. Schep goed om en voeg citroensap en olijfolie toe. Indien je granaatappelmelasse gebruikt, voeg het dan toe (anders gebruik je wat meer citroensap). Breng op smaak met zout en peper. Schep op het laatste moment de amandelen en granaatappelpitjes door de tabouleh.

Tabouleh
Tabouleh met amandelen en granaatappelpitjes: een crowd pleaser!

 

 

veggie spring rolls

Veggie spring rolls

Deze veggie spring rolls vormen eigenlijk een salade uit het vuistje. Het rijstpapier is gevuld met knapperige groenten, romige avocado en zoete mango: de ideale lunch to go of gezonde snack (ja, ik snack ook weleens gezond). Ik ben een groot fan van de ‘orginele’ Vietnamese spring rolls (gỏi cuốn) gevuld met verse kruiden, groenten, garnalen of varkensvlees en vermicelli, maar aangezien het internet al tjokvol staat met recepten voor deze lekkernij dacht ik dat het wel zo aardig was om een vega en vermicelli-loze versie op Sesu Chops te plaatsten.

Het enige probleem dat ik met deze lekkere spring rolls heb, is dat ze waarschijnlijk summer rolls moeten heten- ik ben er nog niet helemaal uit. Verschillende zelfbenoemde experts stellen namelijk dat spring rolls loempia’s zijn die gefrituurd worden (gewikkeld in een deegvelltje op basis van ei) en dat summer rolls verse loempia’s zijn waarbij groenten, vlees en kruiden in rijstpapier worden gewikkeld en niet worden gefrituurd. In dat geval zouden mijn spring rolls dus summer rolls moeten heten. De reden om toch voor spring rolls te kiezen is enerzijds omdat ik tegenstrijdige geluiden over de juiste benaming hoor, maar vooral een praktische: deze verse loempia’s worden simpelweg vooral fresh spring rolls genoemd op het wereldwijde web, dus dat is google-wise handiger voor mij. Indien je met sluitende bewijzen op de proppen kunt komen die aantonen dat deze loempia’s toch echt summer rolls zijn, mail me maar. In dat geval zal ik de boel heroverwegen. En dan nog rest de vraag: in hoeverre wil/kan/moet je je aan de heersende (ranking) algoritmes van Google conformeren (die jouw vindbaarheid bepalen), zelfs als dit te koste gaat van goede informatie en correct taalgebruik?

Food for thought, dat goed combineert met deze veggie spring rolls (of summer rolls dus- pff). Vergeet tijdens al dat denken de spring rolls niet in de pinda-dipsaus te dippen. Want dat zou jammer zijn.

veggie spring rolls
veggie spring rolls

Ingrediënten voor 8 spring rolls (16 stukjes)

8 vellen rijstpapier (doorsnee van 22 cm)

100 gram wortel, julienne gesneden

100 gram komkommer, julienne gesneden

een flinke hand taugé

1 avocado, in repen gesneden

1 halve mango, in repen of blokjes

3 eetlepels koriander, fijngehakt

3 eetlepels munt, fijngehakt

Pinda-dipsaus:

3 eetlepels canola- of kokosolie

2 eetlepels pindakaas

2 eetlepels sojasaus

2 teentjes knoflook, uitgeperst

halve theelepel chilivlokken (weglaten als je niet van pittig houdt)

1-2 eetlepels heet water

sap van een halve limoen

To do:

Bereid de dipsaus door alle ingredienten door elkaar te mengen. De juiste dikte bereik je door heet water naar wens toe te voegen. De dipsaus moet vrij voeibaar zijn, anders dipt het straks niet lekker (ja, de dipsaus op de foto is aan de dikke kant- hij dikte weer in tijdens de fotoshoot).

Wanneer je alle groenten, kruiden en fruit hebt gesneden is het tijd om de spring rolls in elkaar te draaien. Vul een grote kom met handwarm water. Dip een vel rijspapier heel kort onder en laat even uitlekken. Leg op een schone snijplank. Leg de vulling in het midden, ietwat neigend naar de onderkant. Vouw dan de onderkant van het vel rijstpapier over de vulling heen. Vouw de zijkanten voorzichtig naar binnen en rol helemaal op. Snijd doormidden en leg op een bord. Herhaal met de andere rijstvellen.

Roer de dipsaus door en serveer bij de spring rolls.

Het vouwen vergt een beetje geduld en oefening, want het rijstpapier scheurt snel. Werk dus rustig en met beleid. Stapel de springrolls niet op elkaar als je ze daarna nog wilt rangschikken: ze plakken namelijk nogal. Laat deze opmerkingen je vooral niet ervan weerhouden om deze spring rolls te maken- als ik het kan, dan kun jij het ook zeker.

veggie spring rolls
veggie spring rolls
Ontbijtpannetje met quinoa en cavolo nero

Hipster-alarm: ontbijtpannetje met quinoa en cavolo nero

Enige tijd geleden heb ik mezelf plechtig beloofd om nooit quinoa, hét hipsterzaad sinds een paar jaar, in mijn keukenkastje te bewaren en er mee te kokkerellen. En bloggen over een ontbijtpannetje met quinoa lag al helemaal niet in de planning. Dit omdat ik om diverse sociaal politieke redenen geen quinoa-fan ben, in tegenstelling tot veel healthy fitgirls en flextariers die op de meest bizarre manieren quinoa door hun ontbijtjes, shakes, lunches en diners donderen. Omdat Sesu Chops een feel good blog is en ik de feel good lezer dan ook niet wens lastig te vallen met (al dan niet terecht) geklaag over toenemende honger onder Peruvianen en Bolivianen die hun eigen quinoa niet meer kunnen betalen als gevolg van gigantische prijsstijgingen door de grote vraag vanuit het Westen en tegelijkertijd het economische drama dat men daar te wachten staat wanneer het ‘wondergraan uit de Andes’ op grote schaal in het Westen verbouwd wordt of wanneer de quioa-hype simpelweg wegebt. Nee, daar hou ik verder mijn mond over en mijn gedachten hierover zal ik voor een andere (nog te starten) blog bewaren.

Waarom dan hier toch een recept voor een fleurig ontbijtpannetje met quinoa? Het antwoord is simpel: ik heb dan wel een grote bek over quinoa, maar absoluut geen ruggengraat. Zie mij als een ‘vegetariër’ die vlees wel heel lekker vindt en het dan ook niet afslaat wanneer het onverhoopt voor haar neus staat. Het toeval wilde dat iemand een half zakje met ‘graan’ uit de Andes (ook nog eens biologisch, poehpoeh) in mijn stellingkast had achtergelaten. En dan kun je twee dingen doen: de boel weggooien (en me schuldig maken aan food waste) of een waar hipsterontbijt bereiden en dat heel flashy op instagram zetten met de hashtag #cleaneating. Ik koos voor dat laatste en, toegegeven, ik heb er meer dan van genoten, van zowel de maaltijd zelf als van de vele vragen die ik over deze simpele maaltijd kreeg (waarom mag Joos weten). Vandaar dat ik hier het recept uit de doeken doe zodat iedereen zichzelf op zo’n ontbijt kan trakteren- mét of zonder quinoa: je kunt de zaadjes ook vervangen door boekweit of bulgur.

Om het hipstergehalte van dit ontbijtpannetje met quinoa nog extra te verhogen zit er ook nog eens cavolo nero in- hoezee! Deze palmkool kun je overigens rustig vervangen door ‘gewone’ boerenkool of spinazie. Overweeg ook pimpmogelijkheden voor een echt feestontbijt, zoals het toevoegen van stukjes feta en/of wat nootjes.

Ontbijtpannetje met quinoa en cavolo nero
Ingrediënten voor het ontbijtpannetje met quinoa en cavolo nero

Ingrediënten voor 1 ontbijtpannetje met quinoa en cavolo nero voor 1 persoon:

100 gram grof gesneden cavolo nero

1 kleine ui, fijngesnipperd

75 gram quinoa

300 milliliter groentebouillon

halve theelepel chilipoeder (weglaten indien je niet van pittig houdt)

1 ei

zout en peper

olijfolie

To do:

Kook de quinoa gaar in de groentebouillon. Giet af en laat goed uitlekken.

Zet een kleine koekenpan op het vuur en voeg een scheut olijfolie toe. Doe de ui, chilipoeder en cavolo nero met wat zout en peper in de pan en roerbak 5 minuten op middelhoog vuur. Voeg de quinoa toe en schep goed door de cavolo nero. Bak een minuut door en maak dan in het midden een kuiltje vrij voor het ei. Breek het ei in het kuiltje en laat 3-6 minuten met het deksel op de pan bakken- afhankelijk van hoe zacht/hard je de eierdooier wilt hebben.

Wanneer het ei naar wens is schep je de inhoud van je ontbijtpannetje met quinoa en cavolo nero op een bord. Eet op en je hebt de komende paar uur geen last van een knorrende maag.

Ontbijtpannetje met quinoa en cavolo nero
Ontbijtpannetje met quinoa en cavolo nero- maar het kan ook prima met boerenkool en boekweit of bulgur gemaakt worden