Kimchi en udon noedelsoep

Korean fusion: Kimchi en Udon noedelsoep

Dat ik verslaafd ben aan kimchi mag duidelijk zijn. Voor eigenlijk alle soorten die er zijn mag je me ’s nachts wakker maken. De niet al te frisse geur van de gefermenteerde groenten neem ik dan op de koop toe. Oude verslavingen maken veelal plaats voor nieuwe verslavingen. Zo is er een periode vol feta verstreken, stond er een aantal jaar terug elke dag een flink stuk börek op het menu en verbood ik mezelf op gegeven moment om nóg meer zakken pistache noten in te slaan omdat ze zo snel op gingen.

Maar gelukkig: bovengenoemde verslavingen heb ik allemaal overwonnen. Dit geldt echter niet voor kimchi, wellicht omdat gefermenteerde groenten een stuk gezonder en lichter zijn dan blokken kaas of deegwaar (mét kaas ertussen), maar vooral omdat kimchi daadwerkelijk overal bij past. Dit leidde ertoe dat mijn kimchi gekte een andere verslaving teweeg bracht: Japanse udon noedels. En dan bij voorkeur in de vorm van een noedelsoep.

Udon noedels zijn de troostende parels onder de Aziatische noedels voor mij: dik, zacht en chewy en daarom ideaal om uit een kom soep op te slurpen. Hoewel udon noedels flinke slierten zijn, zijn ze licht en vrij neutraal van smaak (in tegenstelling tot soba noedels bijvoorbeeld, die van boekweit zijn gemaakt en nootachtig smaken). Gecombineerd met de friszure kimchi en wat tofu komen udon noedels heel goed tot hun recht. Een dampende kom vol zelfgemaakte noedelsoep met het beste uit Korea en Japan is wat mij betreft het ultieme comfortfood na een flinke regenbui of herfstige wervelwind te hebben getrotseerd. Laat deze noedelsoep nou ook nog eens gezond zijn, dus schep gerust drie keer op.

Deze kimchi en udon noedelsoep kun je zo pittig maken als je zelf wilt. Laat de chili weg of voeg juist meer toe en proef van te voren vooral even hoe spicy je kimchi is om een te heftige noedelsoep te voorkomen. Overigens kun je deze boedelsoep ook met een fijne dashi (een bouillon van kombu en bonito vlokken) maken in plaats van doenjang (Koreaanse gefermenteerde sojabonenpasta), maar dat laat ik een andere keer zien!

Kimchi en udon noedelsoep
Kimchi en udon noedelsoep: een bord vol comfortfood om zó in te duiken

Ingrediënten voor 4 personen:

1 ui, fingehakt

2 tenen knoflook

een halve rode chili peper, fijngehakt (weglaten als dat te pittig is)

1 theelepel fijngehakte gember

2 eetlepels doenjang

300 gram kimchi, grof gehakt en bewaar het vocht (gebruik meer/minder kimchi afhankelijk van pittigheid)

200 milliliter vis- of groentebouillon

800 mililiter water

200 gram tofu, in blokjes gesneden

3 bosuitjes, in dunne ringetjes gesneden

300 gram udon noedels

Een paar druppels sesamolie

Wat sesamzaadje voor garnering

Optioneel: gedroogd zeerwier voor garnering, in reepjes

Indien gewenst: sojasaus om de soep verder op smaak te brengen

To do:

Zet een grote pan op het vuur met een scheut zonnebloem olie. Voeg de ui en knoflook toe en bak zacht en glazig- niet bruin. Voe na twee minuten de gember en chilipeper toe. Schep om en bak een minuut. Voeg de kimchi toe en schep alles goed om. Giet de bouillon erbij.

Roer de doenjang los met een paar eetlepels warm water en roer door de kimchi. Voeg 800 mililiter water toe en breng aan de kook. Wanneer het kook draai je het vuur lager en laat je alles 5 minuten zacht doorkoken met de deksel op de pan.

Proef hoe de soep smaakt. Voeg indien nodig wat sojasaus toe. Indien je de soep te zout vindt smaken voeg je extra water toe. Haal dan de udon noedels uit de verpakking en roer door de soep. Na twee minuten voeg de de blokjes tofu toe. Laat alles nog een minuut zachtjes doorkoken. Check of je noedels gaar zijn. Zo niet, laat dan nog zachtjes doorkoken.

Schep de soep met de noedels in diepe borden of kommen. Besprenkel met sesamolie en bestrooi met sesamzaad. Voeg wat gehakte bosuitjes toe en maak af met wat gedroogde zeewierreepjes bovenop.

Kimchi en udon noedelsoep

Kimchi en udon noedelsoep
Kimchi en udon noedelsoep met dikke, zachte udon noedels die je fijn naar binnen kunt slurpen. Met veel lawaai natuurlijk!
Spaghetti met walnotenpesto en boerenkool

Spaghetti met walnotenpesto en boerenkool

Laatst liet ik de drukte van de trams, fietsers en dronken Engelse toeristen die Amsterdam rijk is even voor wat het was en stapte ik op de trein richting het Brabantse zuiden, waar de ouders van de vriend wonen. Zij wonen in een huis zonder tringelende trams voor de deur en wonen in een dorp waar de toeristen enkel komen voor een wandeling door de bossen, met rugzakjes op hun rug die gevuld zijn met platgedrukte bammetjes en flesjes water. Geen plasje kots van een te diep in het glaasje gekeken hebbende toerist te bekennen daar. Het is er rustig en schoon, en van burenoverlast is geen sprake. Terwijl mijn gekke buurvrouw nog elke avond lallend op het balkon haar- waarschijnlijk al lang en breed overleden- kat roept hebben de buren in het zuiden paarden en koeien, of alpaca’s die je dwaas aanstaren wanneer je het dorp inrijdt. Maar het Brabantse land biedt meer voor de Amsterdammer die nooit met meer dan een smerige duif of luie huiskat in aanraking komt.

De tuin van de ouders van de vriend is een waar wildlife park. Mollen graven er gretig hun gangen, konijnen lusten graag de kruiden in de moestuin en ’s nachts kruipt er zo nu en dan een egel langs de schuur. Onlangs streek er zelfs een verongelukte vogel neer, die helaas na mislukte reanimatie door de vriend in zijn armen (nou, een doos waar we het beest in hadden gestopt) overleed. Wildlife in Brabant kan keihard zijn.

Wild food

De Amsterdammer die enkel last heeft van de duiven en hun poep kijkt in het zuiden dus zijn of haar ogen uit. En voordat de hongerige foodie die dit nu leest afhaakt omdat hij/zij denkt dat ik meer over dieren zal raskallen: nee, wacht. Naast wildlife biedt het Brabantse land ook wild food. In dezelfde tuin waar je egels, konijnen, mollen en vogels kunt vinden staat een flinke walnotenboom. En die boom weet wel van wanten. De moeder van de vriend had haast een dagtaak aan het bij elkaar rapen en opbergen van de noten- die boom weet gewoon niet van ophouden.

Omdat er in huis op gegeven moment ruimtetekort ontstond door het walnotenoverschot heeft de moeder van de vriend zichtzelf en anderen verrast door héél creatief van een stuk gaas een mand mét klep in elkaar te knutselen om de walnoten goed in te kunnen bewaren en drogen. Dat ding staat nu naast de voordeur onder een afdakje te pronken. Deze prominente plek zorgde ervoor dat ook de postbode spontaan zin kreeg in een Brabants walnootje en graag een bakje vol mee naar huis wilde nemen- dat mocht uiteraard. Dat de beste man geen walnoten uit de diy mand, maar uit de emmer met noten van iets mindere kwaliteit mee kreeg doet er niet toe. De kwaliteitswalnoten uit de mand waren namelijk gereserveerd voor de onderstaande 15 minuten pasta met ‘ courgetti’ en walnotenpesto. En door die walnotenpesto zit geen baslicum of peterselie, maar…boerenkool!

Snelle pasta met walnotenpesto

“Ik sta nou niet echt meteen te juichen,” was de reactie van de vriend toen ik enthousiast het idee voor een walnotenpesto met flink wat boerenkool voorstelde. Toen er even later een bord vol spaghetti en huisgemaakte pesto op zijn bord lag en de boel binnen een paar minuten was verdwenen zei hij oprecht verbaasd dat hij deze walnotenpesto eigenlijk lekkerder vond dan klassieke pesto met pijnboompitten basilicum. ’s Avonds laat werd deze uitspraak met daden bevestigd omdat ik hem naar de keuken hoorde stiefelen om de restjes uit de pan op de eten (ik ben me er terdege van bewust dat ik nu overkom als een huisvrouw die haar geluk haalt uit het voederen van de man- maar goed..).

Die walnotenpesto van het wild food Brabantse land is dus een bijzonder groot succes en smaakt extra lekker wanneer je terug in de grote chaotische stad een drukke achter de rug hebt- waar comfortfood dat ook nog eens snel op tafel staat. Misschien moet ik een keer een portie voor de naar-haar-vermiste-kat-zoekende- buurvrouw maken: het zal haar vast goed doen.

Ingrediënten voor 4 personen:

Je kunt onderstaand pastarecept ook met enkel ‘ zoodles’ of ‘courgetti’ (courgettepasta) maken, maar als koolhydratenfan vind ik het wel fijn om echte pasta met courgettepasta te combineren. Deze spaghetti met walnotenpesto kan binnen een kwartier op tafel staan, dus ideaal voor op een doordeweekse dag. Lekker met een groene salade met appel.

Voor de walnotenpesto:

60 gram Parmezaanse kaas, geraspt

65 gram walnoten

85 gram boerenkool

1 teen knoflook, grof gehakt

1 eetlepel citroen

100 milliliter olijfolie (meer of minder naar smaak)

zout en peper

Voor de pasta:

380 gram spaghetti

Zout

1 grote courgette in dunne linten gesneden

Extra: wat extra Parmezaanse kaas en twee eetlepels fijngehakte peterselie voor de garnering

To do:

Snijd eerst de courgette in dunne linten, dat kost de meeste tijd (tenzij je zo’n spiralizer hebt). Dek af en zet apart.

Zet een koekenpan op het vuur. Rooster de walnoten kort totdat ze iets zijn verkleurd en beginnen te geuren. Snijd grof door en laat afkoelen.

Zet een grote pan met water op vuur en breng aan de kook. Voeg veel zout aan het water toe en kook de spaghetti volgens de instructies op de verpakking al dente.

Zet een andere pan met water op het vuur en breng aan de kook. Voeg de boerenkool toe en blancheer 30 seconden. Giet af en spoel af met koud water. Knijp het merendeel van het vocht uit de boerenkool, maar niet alles. Hak de boerenkool grof door en stop in de keukenmachine samen met de Parmezaanse kaas, walnoten en het citroensap. Maal op de pulse stand een paar keer door en voeg dan beetje voor beetje de olijfolie toe, totdat de walnotenpesto de gewenste dikte heeft bereikt. Proef en breng op smaak met zout en peper en eventueel wat extra citroensap.

Wanneer de pasta goed is bewaar je een grote kop kookvocht voordat je de pasta afgiet. Giet de pasta af en doe terug in de pan. Voeg de courgettepasta toe. Roer een paar eetlepels kookvocht door de pesto en schep door de pasta en courgette. Als de pasta de droog is voeg je wat extra kookvocht toe. Serveer meteen en strooi er wat extra Parmezaanse kaas en wat gehakte peterselie overheen.

Deze pasta met boerenkool en walnotenpesto ga je vaker maken. Ik weet het zeker!

Spaghetti met walnotenpesto en boerenkool
Spaghetti met walnotenpesto en boerenkool: super vers en binnen een kwartier op tafel!
Bietenrisotto

Pink power in de herfst: bietenrisotto

Ja, ik heb de handschoenen toch maar uit de kast gehaald. En ja, ik heb mijn nek vandaag ook weer in mijn vieze vilten sjaal gewikkeld omdat ik mijn winterjas niet tot mijn kin kan dichtritsen. Vorig jaar ben ik met mijn lompe snowboots over mijn sjaal heen gelopen en kennelijk was het niet in me opgekomen het ding in de wasmachine te stoppen, dus er zat een modderige snowbootafdruk op toen ik hem in alle haast uit de kast griste om in de kou mijn fiets op te springen. Ik ben dus een koukleum en een viespeuk, dat je het weet.

Ik vertel je dit omdat ik die vieze sjaal ontdekte toen ik op weg was naar een koffieafspraak die ik combineerde met een bezoekje aan de markt waar ik op rode bieten stuitte en me bedacht dat die dingen leuk zouden zijn om een bietenrisotto mee te maken. Risotto’s doen het immers goed in de herfst: niets is fijner dan je vieze sjaal van je nek te rukken (en in de wasmachine te stoppen) en een kwartier in een pan vol romige rijst te roeren. Hoewel risotto met paddenstoelen mijn favoriet is leek een bietenrisotto me extra troostend en vermakelijk (de vriend niet, hij trok meteen een smerig gezicht). Herfst door een roze bril, wat orgineler dan al het oranje pompoengedruis toch?

Bietenrisotto dus. Als je heel lui bent kun je voorgekookte bieten gebruiken en in blokjes gesneden door de risotto doen, maar dan ben je wel erg lui. Bovendien is het veel lekkerder om verse bieten met schil en al in de oven te stoppen, even te laten roosteren en dan aan de rijst toe te voegen. In de tijd dat de bieten in de oven hun werk doen kun jij immers ook lui op de bank hangen/slapen/tv kijken. Wanneer de bietenrisotto klaar is voeg je een berg Parmezaanse kaas toe en dan heb je een bijzonder bord romig eten met een lichtzoete en aardse smaak, en de aller vrolijkste kleur roze die je je op deze herfstavond zal opfleuren. Zelfs de vriend die niet van risotto en roze houdt werd er blij van. Zo blij dat hij mijn schoon gewassen sjaal netjes van de waslijn haalde en aan de kapstok ophing.

Ingrediënten voor 4 personen (in mijn huishouden dus 2, maar ik eet echt te veel)

500 gram bieten (ongeveer 2 flinke jongens)

1 ui, fijngehakt

1 teen knoflook, fijngehakt

300 gram risottorijst

150 ml witte wijn

1 liter groentebouillon

2 eetlepels platte peterselie, fijngehakt

50 gram Parmezaanse kaas en wat extra voor garnering

Klontje boter

4 flinke eetlepels ricotta of zachte geitenkaas

Olijfolie

Zout en peper

To do:

Verwarm de oven voor op 200 graden. Wikkel de bieten in aluminiumfolie en leg in een schaal of op een bakplaat. Schuif in de oven en rooster 45 minuten of totdat ze zacht zijn. Laat even afkoelen in folie, pak daarna uit en verwijder de schil. Snijd in kleine blokjes. Pureer 1/3 deel van de bietenblokjes in de keukenmachine of met behulp van een staafmixer.

Zet een grote pan met dikke bodem op het vuur met een scheut olijfolie en een klontje boter. Wanneer de boter licht begint te schuimen voeg je de ui toe. Draai het vuur wat lager zodat de ui niet bruin kleurt. Voeg de knoflook en wat zout toe toe en laat in 5-10 minuten zacht worden.

Draai het vuur iets hoger wanneer je de rijst toevoegt. Schep goed om. Na twee minuten blus je de rijst af met de wijn. Roer goed door en draai het vuur wat lager. Wanneer de wijn is opgenomen roer je er een soeplepel bouillon doorheen. Roer weer even en wacht totdat het vocht door de rijst is opgenomen. Herhaal dit totdat de rijst bijna gaar is.

Voeg vlak voordat de rijst goed is de bietenpuree toe. Schep om en voeg de stukjes biet toe. Houd een paar blokjes apart voor garnering. Voeg de Parmezaanse kaas, schep de rijst om en breng op smaak met zout en peper. Voeg een klontje boter toe, schep weer om, doe de deksel op de pan en laat te rijst even rusten.

Schep de smeuige bietenrisotto op borden. Bestrooi met extra Parmezaanse kaas, een schepje ricotta of geitenkaas, wat extra blokjes biet en peterselie.

Bietenrisotto
Bietenrisotto
Winter kimchi

Dongchimi: winter kimchi

Ik banjer al ruim een week in mijn winterjas door Amsterdam, mét gevoerde laarsjes aan mijn voeten om afgevroren tenen te voorkomen. Nu al. En het is pas herfst! Het vooruitzicht dat ik straks mijn warme sjaal, muts en handschoenen weer achter in mijn kledingkast moet opduikelen vind ik maar niks. Maar de gedachte dat ik vorig jaar december in diezelfde winterjas en met dezelfde gevoerde laarsjes door Moskou heb gezworven biedt een pietsie troost. Ik weet zonder te klagen of te schelden -17 graden te overleven en zelfs te genieten van een wandeling (in de scherpe wind) over het Kremlin. Dus tja, die Hollandse winter kan ik vast wel weer aan. Relativeren heet dat- en ik haat relativeren, maar goed, dat terzijde.

Tijd voor winter kimchi

Een aardige bijkomstigheid van de aanwezigheid van de herfst en de weet dat de winter zich over niet al te lange tijd zal aandienen, is dat ik me realiseerde dat het tijd is om winter kimchi te maken, oftewel dongchimi. Dong betekent ‘winter’ in het Koreaans en chimi is een ouderwets woord voor ‘kimchi’. In de herfst zijn de Koreaanse radijzen volop te verkrijgen (in Korea dan) en daarom maakten de Koreanen oorspronkelijk- vóór de uitvinding van de koelkast- tegen het einde van de herfst hun radijzen en masse in om in de winter verzekerd te zijn van een goede portie groenten. Slimmeriken. In Nederland is de Koreaanse radijs niet (goed) te verkrijgen, maar daikon biedt een goed alternatief om lekkere winter kimchi te maken.*

Zoals ik eerder heb verteld in een post over kimchi bestaan er gigantisch veel soorten. De winter kimchi is één van mijn favorieten omdat hij zo fris en clean smaakt. In tegenstelling tot de meest bekende kimchi soort met kool en hete peperpasta (baechu kimchi) wordt de winter kimchi enkel met Koreaanse radijs (of daikon dus) gemaakt en gefermenteerd in een pekelwater met rode en groene pepers en wat gesneden gember en bosui. Winter kimchi is daarom lang niet zo spicy als de ‘gewone’ kimchi. Door de fermentatie zal de radijs/daikon ietwat zoetzuur worden en ontstaat er een tangy en lichtpittige ‘bouillon’ die een mooie frisser tegenhanger zal vormen bij gegrild vlees of vis.

Winter kimchi: makkelijk en gezond

Deze winter kimchi is veel minder arbeidsintensief dan de mak kimchi. Je hoeft niet eindeloos lang te snijden, want alle groenten mogen in grove stukken de weckpot in. Ook hoef je niet twee weken te wachten op het resultaat, want na vier dagen kun je wat mij betreft je slag al slaan. Je kunt de winter kimchi overal bij eten, bijvoorbeeld bij de Koreaanse kip, de doenjang stoofpot, bibimbap of bulgogi.

Naar het schijnt zorgt de fermentatie er voor dat de ingemaakte groenten tjokvol probiotica zitten die je niet alleen een goede darmflora bezorgen, maar ook je weerstand zullen verhogen. Gezonde boel dus! Sommige Koreanen beweren ook dat ze door hun kimchi consumptie nooit ziek zijn. Dus: be strong, eat kimchi- en wie weet kun je binnenkort zonder winterjas de straat op, ha.

Winter kimchi in pot
Winter kimchi in pot

Ingrediënten voor 2 weckpotten kimchi met een inhoud van 750 milliliter

1 daikon van 800 gram-1 kilo*

1 eetlepel grof zeezout (ongeveer 17 gram)

1 eetlepel suiker

5 bosuitjes, in stukken van ongeveer 4 cm gesneden

2 rode pepers, in ringen gesneden**

2 groene pepers, in ringen gesneden

5 tenen knoflook, en grove stukken gesneden

1 duim gemeber, geschild en in plakjes gesneden

ongeveer 800 mililiter water

Extra: gesteriliseerde weckpotten. Ik gebruikte twee potten met een inhoud van 750 milliliter. Je kunt ook een grote pot gebruiken, of meerdere kleine potten. Belangrijk is dat je later genoeg water toevoegt zodat de groenten onder staan.

To do:

Was de daikon goed. Dep droog en snijd in grove stukken van 8-10 sm lang. Snijd de stukken dan over de lengte doormidden en doe in grote kom. Bestrooi met grof zeezout en masseer het licht in. Laat de stukken daikon een uur staan en schep eke twintig minuten om.

Snijd in de tijd dat je moet wachten de pepers, knoflook, bosui en gember grof.

Wanneer de stukken daikon een uur hebben gestaan pak je een vergiet die je op een kom zet. Giet de daikon af en gooi het zoute water niet weg! Laat de stukken daikon goed uitlekken. Spoel de daikon niet af.

Los de suiker op in 100 mililiter warm water. Voeg het suikerwater aan de rest van het water toe en schenk het zoute water van de daikon erbij. Roer goed.

Verdeel de daikon, pepers, bosui, knoflook en gember over de potten (of doe in 1 pot). Giet het water met zout en suiker over de groenten totdat ze net onder staan. Zorg er voor dat je tenminste een centimeter onder de rand vrij houdt. Afhankelijk van de grootte van je potten zul je meer of minder water hoeven te gebruiken. Proef of je het water zout genoeg vindt smaken en voeg indien nodig extra zout toe. Roer alles goed door en sluit de potten goed af.

Laat de potten 2 dagen buiten de koelkast op kamertemperatuur staan. Roer elke dag even door. Zet daarna in de koelkast (of in de tuin of op het balkon). Na twee dagen in de koelkast te hebben gestaan kun je je kimchi al proberen, maar het beste is om tenminste een week te wachten omdat de smaken zich dan goed hebben kunnen vormen.

Wanneer je deze winter kimchi gaat eten dien je de stukken eerst in kleinere plakken te snijden. Doe in een kommetje met wat bosui en pepers uit de pot en schenk er wat van het zoute water over heen. Crunchy en friszuur: lekker!

Winter kimchi
Winter kimchi

*Hoewel Koreanen zullen ontkennen dat hun radijzen bijna hetzelfde zijn als de Japanse daikon zijn ze wat mij betreft inwisselbaar voor elkaar. De Koreaanse radijs is kleiner, ronder en heeft aan de bovenkant een groene gloed. De daikon is groot en langwerpig en smaakt wat milder dat zijn Koreaanse variant.

** Geen fan van pit? Laat de pepers weg of gebruik wat minder- dat kan prima in dit recept.

Winter kimchi
Gesneden winter kimchi in een kommetje met wat ingelegde pepers en bosui: fris en tangy

 

 

 

 

Coq a la bière

Midweek eenpansgerecht: coq a la bière

Dat Fransen van wijn houden en ook best goed zijn in het produceren ervan weet iedereen wel. Dat ze er ook graag mee koken en er gerechten van terecht komen die onweerstaanbaar lekker zijn en je diëtist veelal een hartverzakking bezorgen is ook alles behalve wereldnieuws. Het herfstige weer leent zich zeer goed voor coq au vin, in rode wijn gestoofde kip: een simpel maar groots troostgerecht. De kip wordt langzaam gestoofd waardoor het vlees zo mals wordt dat het van het bot valt en de rode wijn in een rijke saus verandert. Ja, die coq au vin kent iedereen ook wel. Maar wist je dat het vooral de Zuid Fransen zijn die hun kip graag in wijn koken, maar dat men in Noord Frankrijk de kippetjes maar al te graag in donker bier met flinke karamel toetsen laat zwemmen? Ja, ja: kip met bier, oftewel coq a la bière! Kip en bier vormen sowieso een goede combinatie en het zoete van het bier gaat goed samen met de sjalotten in de stoofschotel, terwijl de knolselderij zorgt voor een frisse tegenhanger.

Coq a la bière
Coq a la bière met bier van Oijen uit de bierbox van Hopper

Coq a la bière is naar mijn idee ietwat lichter en frisser dan in rode wijn gestoofde kip, maar dat lag misschien ook aan het geweldige biertje dat ik voor dit gerecht heb kunnen gebruiken: de Kaboem van brouwerij Oijen die ik eerder via de jongens van Hopper leerde kennen. De kaboem is een quadrupel, een flinke jongen qua alchoholpercentage, maar ruikt fris en heeft een lichtzoete honingsmaak. Dit is geen waanzinnig donker en mierzoet bier zoals de stout- en amberbieren die vaak in stoofschotels worden gebruikt, maar een bier waar de zoet-bitter verhouding prima in balans is en de kruidigheid ervoor zorgt dat je de koude herfst- en winterdagen wel doorkomt- met het bier in je glas of in de coq a la bière. Of beide natuurlijk!

Ingrediënten voor een pan coq a la bière voor 3-4 personen:

4 kippenpoten

4 sjalotten, grof gehakt

2 tenen knoflook, fijngehakt

2 theelepels tomatenpuree

2 grote vastkokende aardappelen

6 grote kastanje champignons, in grove stukken gesneden

150 gram winterwortel, in grove stukken gesneden

200 gram knolselderij in grove stukken gesneden

3 stelen peterselie (+ evt. wat gehakte blaadjes voor garnering)

2 takjes tijm

2 laurierblaadjes

1 flesje bier (een quadrupel, tripel of een bruin biertje)

150 milliliter kippenbouillon

1 eetlepel rodewijn azijn

Zout en peper

Olijfolie

Klontje boter

optioneel: brood voor erbij

To do:

Zet een grote pan met dikke bodem op het vuur met een flinke scheut olijfolie en het klontje boter. Bak de kippenpoten op middelhoog vuur aan alle kanten bruin. Haal de kippenpoten dan uit de pan en zet apart.

Doe de sjolotten in de pan en laat een minuut of vier goed zweten. Voeg de knoflook toe en schep om voordat je de tomatenpuree toevoegt. Schep de tomatenpuree goed door de sjalotten en knoflook en laat een minuut ontzuren. Voeg daarna de aardappel, champignons, wortel en knolselderij toe en sauteer 5 minuten todat de groenten iets zachter zijn geworden.

Stop de kippenpoten weer terug in de pan bij de groenten. Roer het bier, rode wijnazijn en de kippenbouillon er doorheen. Voeg de peterseliestelen, laurierblaadjes en tijm al dan niet bij elkaar gebonden toe, evenals een snuf zout.

Draai het vuur laag en laat 30-45 minuten zachtjes doorkoken met de deksel op de pan totdat de kip gaar is en bijna van het bot valt. Haal de laatste 10 minuten de deksel van de pan zodat de saus kan inkoken. Proef de saus en breng op smaak met zout en peper. Schep op een bord en bestrooi eventueel met wat gehakte peterselie. Eet er brood bij om de saus mee van je bord te vegen!

Coq a la bière
Coq a la bière met knolselderij, sjalotten, aardappel en paddenstoelen
Koreaanse taugé salade

Koreaanse taugé salade

De paar weken die ik onlangs aan de Côte d’ Azur heb doorgebracht heeft zijn sporen maar al te goed achtergelaten. De boterige croissants, druipende stinkkazen en kelken wijn zijn gezellig op mijn heupen mee naar Nederland gekomen. Dat is natuurlijk geen drama omdat die weken in Frankrijk meer dan relaxed waren (op een allergische reactie op een insectenbeet na dan, waarna mijn voet zo groot werd als een hunebed), en de wijn en broodjes daar zo veel beter smaken dan in Nederland. Read More

Eenpansgerecht met kikkererwten en chorizo

Midweek eenpansgerecht met kikkererwten en chorizo

Nee, nee, nee. Dat pannetje met lekkers op de foto is géén shakshuka. Nee. Hoewel ik shakshuka heerlijk vind, zowel als ontbijt en als avondeten, ben ik de gekte omtrent dit Midden-Oosterse eiergerecht wel een beetje zat. Dus hier vind je voorlopig (want tja, zeg nooit nooit) geen recept voor een bliste shakshuka-variatie.

Laten we een kikkererwtengekte starten, jij, ik en alle andere eet- en kookliefhebbers die op Sesu Chops rondhangen. Want kikkererwten zijn te gek. Je kunt er niet alleen hummus, curry of falafel van maken, maar je kunt ze ook roosteren met wat van je favoriete specerijen en als snack opeten, of door je soep roeren. Lekker! Of wat dacht je van dit super makkelijke, maar gezonde eenpansgerecht met kikkererwten en chorizo? Op een doordeweekse dag, na uren op kantoor te hebben gebuffeld zijn kikkererwten ook het ideale ingrediënt om een smaakvolle maaltijd op tafel te zetten wanneer je geen tijd, zin en/of puf hebt om achter het fornuis te staan. Kikkererwten uit blik kunnen op dergelijke avond je beste vriend zijn, let maar op.

Onderstaand recept voor een simpel eenpansgerecht met kikkererwten en chorizo kun je met je lief delen en zal je, in tegenstelling tot een luie afhaalmaaltijd zonder voedingsstoffen, veel energie geven om de volgende dag weer full force aan het werk te gaan. Deze maaltijd heb je binnen 20 minuten op tafel- en als je een beetje handig bent én snel kunt snijden kun je onder het kwartier blijven!

Ingrediënten voor 1 eenpansgerecht met kikkererwten en chorizo voor twee

400 gram kikkerertwen, uit blik, afgespoeld en uitgelekt

200 gram linzen, uit blik, afgespoeld en uitgelekt

150 gram chorizo, in plakjes gesneden

1 uit, fijngehakt

1 klein teentje knoflook, fijngehakt

Halve theelepel piment

2 theelepels gemalen komijn

2 grote tomaten, in grove stukken gesneden

500 gram spinazie, goed gewassen en droog gedept

100 milliliter groentebouillon

4 eieren

1 eetlepel platte peterselie, fijngehakt

Zout en peper

Olijfolie

To do:

Zet een grote koekenpan op het vuur met een flinke scheut olijfolie. Wanneer de olie warm is voeg je de ui toe met een snufje zout. Bak de ui op middelhoog vuur zacht en lichtbruin. Voeg dan de plakjes chorizo toe en als die licht zijn gebakken voeg je de knoflook, komijn, en piment toe. Bak op laag vuur twee minuten door.

Voeg dan de linzen, kikkererwten en stukjes tomaat toe. Schep alles goed om. Hak de spinazie grof en voeg toe. Schep alles goed door elkaar heen voordat je de bouillon toevoegt. Breng op smaak met zout en peper toe en doe de deksel op de pan.

Wanneer de spinazie is geslonken en het kookvocht aan de kook komt maak je vier kuiltjes in het groenten-kikkererwtenmengsel en breek je er vier eieren in. Doe de deksel op de pan en laat de eieren in zo’n 4 minuten stollen. Indien je het eigeel niet zacht wilt hebben wacht je een paar minuten langer. Voel met je vinger of de eieren op de gewenste manier zijn bereid. Strooi ook nog wat zout en peper over de eieren.

Zet de pan op tafel en bestrooi met verse peterselie. Serveer er brood bij en eet je blij.

Eenpansgerecht met kikkererwten en chorizo
Eenpansgerecht met kikkererwten en chorizo

 

Water kimchi

Onmisbaar tijdens de zomer: water kimchi

Een type kimchi dat perfect is om in de zomer te eten is water kimchi, oftewel mul kimchi. Deze kimchi is licht en fris, minder spicy dan de klassieke kimchi en wordt geserveerd in een koude bouillon. Hierdoor is water kimchi een fijn gerecht dat voor wat verkoeling zorgt tijdens warme dagen en de perfecte tegenhanger bij gegrild vlees en vis.

Het voordeel van de water kimchi is dat dit type, in tegenstelling tot de klassieke kimchi slechts 1 dag buiten de koelkast hoeft te fermenteren en dan gekoeld kan worden en gegeten. Read More

Bloemkoolpizza

Lichte bloemkoolpizza met gegrilde groenten

Een tijdje terug had ik je al verteld over mijn ontdekking van bloemkool couscous terwijl deze trend voor de echte foodie inmiddels al lang weer passé is. Die couscous van bloemkool is nu gedomesticeerd in het alledaagse menu van velen en geen bijzonder item meer om een mooie foto van te maken, laat staan om over te bloggen. Toch kom ik nu weer met vergelijkbaar oud ‘hot’ nieuws op de proppen: de bloemkoolpizza. Read More