Toen Japan gedurende de eerste helft van de vorige eeuw Korea bijna vier decennia lang bezet hield maakten de Koreanen tegen wil en dank kennis met de maki sushi. Dat de Japanse overheersing en de daarbij komende gedwongen koloniale assimilatie nou niet bepaald als prettig werd ervaren kan ik me goed voorstellen, maar het feit dat de Koreanen maki sushi toch best een aardig idee vonden en de in zeewier gewikkelde rijstrolletjes onder de naam ‘kimbap’ vandaag de dag nog veelvuldig consumeren, is ook te begrijpen. Maki rolls zijn niet te versmaden natuurlijk. En datzelfde geldt ook voor kimbap. Maar voor alle duidelijkheid: kimbap is anders. De Koreanen zijn zo slim en trots geweest dat ze maki sushi op eigen wijze hebben ingelijfd en ge-koreaniseerd. Bij kimbap ligt de nadruk niet zo zeer op rauwe vis als vulling, maar spelen vlees (jaja) en groenten de hoofdrol. Ook worden er voor kimbap ‘traditioneel’ gezien net iets andere zeewiervellen (kim of gim) gebruikt dan in Japan en is de dressing voor de rijst minder zuur dan de Japanse versie.
Het idee dat er in mijn ‘sushi’ rundvlees zou zitten vond ik in eerste instantie niet zo sexy. De vriend fronste ook zijn wenkbrauwen bij het lezen van het recept en kondigde daarna eerlijk aan dat hij er niet zo veel zin in had. Uiteindelijk hebben we vier rollen kimbap in een rap tempo weggewerkt en de conclusie was: vreemd, maar wel lekker. Daarom ook deze (wellicht verwarrende) tip: ook al maak ik hier de vergelijking met sushi, verwacht bij je eerste hap geen sushi, want dat is kimbap niet. Zo voorkom je de-vreemd-maar-wel-lekker-conclusie, terwijl kimbap echt twee duimen omhoog verdient.
De trendy (en te dure) maki sushi die wij kennen smaakt verfijnd, licht en zacht. Kimbap niet- maar rocks als een malle! De rijstrolletjes zijn niet zo delicaat en elegant als sushi, maar juist super stoer, rustiek en uitgesproken: no nonse rijstrolletjes dus (en daarmee perfect voor deze blog & mij). In Korea staat kimbap ook als zodanig bekend: geen dure delicatesse voor hippe types, maar een alledaagse snack voor een lunch, borrel of picknick. Je rolt alle ingrediënten in rijst en zeewier, je vult je dosirak (de Koreaanse versie van de bento box) en klaar is je lunch-to-go.
Alle combinaties zijn eigenlijk mogelijk, maar hieronder volgt een klassieker: kimbap met rundergehakt, spinazie, omelet, wortel, daikon en komkommer. De hoeveelheid gehakt lijkt veel te weinig, maar is het niet. Het is namelijk niet de bedoeling dat je een vleesrol in elkaar draait- bah.
Ingrediënten voor 4 rollen kimpbap
4 vellen zeewier (a.k.a. norivellen)
200 gram rijst met korte korrel (‘sushirijst’ dus)
Vlees en marinade*:
75 gram (rundergehakt)
1 teen knoflook, fijngehakt
1 theelepel suiker
1 eetlepel sojasaus
1 theelepel sesamolie
Dressing rijst:
1 theelepel suiker
1 theelepel rijstazijn
2 theelepel sojasaus
1 theelepel sesamolie
1 theelepel sesamzaadjes
Vulling
40 gram wortel, julienne gesneden
75 gram verse spinazie
50 gram komkommer, julienne gesneden
2 losgeklopte eieren, met een snufje zout
Optioneel: 50 gram ingelegde daikon, julienne gesneden
To do:
Kook de rijst volgens de instructies op de verpakking. Wanneer de rijst gekookt is voeg je de ingrediënten voor de dressing toe. Doe de deksel op de pan en zet apart.
Plaats het gehakt in een kom en voeg de ingrediënten voor de marinade toe. Dek af en laat een kwartier staan. Schep zo nu en dan om.
Zet een koekenpan op het vuur met een beetje olie. Bak een dunne omelet en snijd ‘m in reepjes van ongeveer een centimeter breed. Leg de reepjes apart.
Was de koekenpan af en bak het gehakt.
Zet een pan met water op het vuur. Breng het water aan de kook. Voeg de spinazie toe en blancheer de groente 30 seconden. Giet af en spoel af met koud water. Laat de spinazie goed uitlekken en breng op smaak met een scheutje sojasaus, een druppeltje sesamolie en een kwart theelepel suiker (echt kleine hoeveelheden dus).
Plaats een vel zeewier op een bamboematje. Bedek het vel voor 2/3 met een laag rijst. Beleg de rijst in het midden met gehakt, komkommer, wortel, ei, spinazie en eventueel de ingelegde daikonreepjes.
Rol het bamboematje vanaf de onderzijde voorzichtig over de vulling, waarbij je poogt dat de onderzijde van de rijst de bovenzijde raakt voor een mooie rol. Rol verder door. Bestrijk het stukje zeewier dat niet met rijst is bedekt met water en plak de rol dicht. Laat de rol met de plakzijde naar beneden even rusten. Herhaal totdat je zeewiervellen en vulling op zijn (ongeveer 4 rollen).
Bestrijk de rollen allemaal licht met wat sesamolie. Gebruik een scherp en licht vochtig mes om de kimbap in stukjes van ongeveer 2 centimeter te snijden. Leg de kimbap op een bord. Omdat de vulling al op smaak is gebracht met sesamolie, sojasaus, knoflook en suiker is het niet nodig om je kimbap ergens in te dippen. Lekker met de spinazie namul en wat kimchi.
*Heb je bulgogi gemaakt en wat vlees over? De restjes kunnen prima voor je kimbap gebruikt worden!
