Mercimek köftesi

Vega Turkse gehaktballetjes met linzen en bulgur (mercimek köftesi)

Je hebt vast weleens Turkse gehaktballetjes, köfte, gegeten. Maar ken je ook de mercimek köftesi en de çig köfte? Mercimek köftesi is een vegetarische variant van de çig köfte die ik die ik in Turkije heb leren kennen. Çig köfte zijn zeer pittige gehaktballetjes van rauw gehakt en bulgur, maar door kruiden, pepers en citroensap toe te voegen en vooral heel lang te kneden gaart het vlees als het ware. Tegenwoordig is het in Turkije verboden om çig köfte te verkopen in verband met aangescherpte hygiëne regels, maar thuis wordt het uiteraard nog wel gemaakt. Zo heb ik toen ik in Istanbul woonde bij vrienden thuis een jongen de godganse middag met zijn handen in een schaal vlees zien wroeten en stampen, waarna er de meest goddelijke gehaktballetjes gegeten konden worden. Dat dan weer wel.

Vega gehaktbal op zijn Turks: mercimek köftesi

Maar aangezien ik door mijn zwangere status de afgelopen tijd geen rauw vlees mocht eten en bovendien de afgelopen maanden vrijwel geen zin had gehad in vlees (ja, dat kan ook, in tegenstelling tot de zwangere vrouwen die het liefst zelf een koe afschieten en die met huid en haar opeten) prefereer ik mercimek koftesi. Dit is het pittige maar vegetarische broertje van de traditionele çig köfte op basis van fijne bulgur en rode linzen- erg lekker en bovendien nog gezond ook.

Mercimek köftesi
Mercimek köftesi: de lekkere vega variant van cig köfte

Deze linzen-bulgurgehaktballetjes zijn misschien niet de grootste beauty’s om te zien, maar als ze op tafel staan geven ze wel een feestelijk gevoel. Wanneer je de gehaktballetjes samen met knapperige slabladeren en partjes citroen serveert kan iedereen zijn eigen perfect bite bouwen en dat maakt het eten van mercimek köftesi zo onwijs gezellig. Of het recept moeilijk is? Welnee. Je hebt alleen geduld nodig tijdens het draaien van de balletjes, want dat kost de meeste tijd. Enne… laat het de mercimek & çig köfte-puristen niet horen, maar mocht je geen je Turkse rode peperpasta kunnen vinden zoals in de ingrediëntenlijst hieronder staat aangegeven, dan volstaat een schep harissa door je köftemix ook hoor! Succes met draaien. De ballen!

Mercimek köftesi
Mercimek köftesi: leg het vega gehaktballetje op een blaadje sla en drizzle met wat extra citroensap: om je vingers bij af te likken…

Ingrediënten voor 4 personen

180 gram gedroogde rode linzen

150 gram fijne bulgur

1 ui, fijngesnipperd

2 bosuitjes, in dunne ringen gesneden

sap van halve tot hele citroen

1 theelepel komijnpoeder

1 eetlepel tomatenpuree

1 eetlepel rode peperpasta

2 eetlepels platte peterselie, fijngehakt

Rode pepervlokken (pul biber)

olijfolie

Twee kropjes baby romaine sla

To do:

Was de rode linzen. Doe in een pan en vul met ruim water en breng aan de kook. Kook de linzen zacht en zorg dat er nog maar een klein beetje water in de pan over is (ongeveer een halve centimeter, indien er meer water in de pan staat giet je dat eerst af). Voeg de fijne bulgur toe en draai het vuur uit. Doe het deksel op de pan en laat staan.

Zet een koekenpan met een scheut olijfolie op het vuur en laat warm worden. Voeg de ui toe en bak in drie minuten op middelhoog vuur zacht en glazig. Voeg de tomaten- en rode peperpasta toe en bak nog twee muniten door. Roer het komijnpoeder erdoorheen en draai het vuur uit.

Roer de zachte linzen en bulgur goed door elkaar. Voeg de peterselie, citroensap en bosui, wat pul biber (naar smaak) toe. Proef eerst of het mengsel op smaak is. Voeg extra peterselie, olijfolie, zout en peper toe indien nodig.

Je hebt nu een soort stevig deeg (of eigenijk: ‘gehakt’ dus ) waar je de gehaktballetjes van kunt draaien. Pak een kleine hoeveelheid ‘gehakt’ ter grootte van een walnoot. Rol tussen je vingers in een ovale vorm en leg op een schaal. Herhaal totdat het bulgur-linzenmengsel op is.

Serveer de mercimek köftesi met partjes citroen en knapperige romaine slabladeren. Leg een balletje op een blad sla, besprenkel met wat citroensap en stop in je mond. Succes gegarandeerd!

Mercimek köftesi
Mercimek köftesi: misschien geen beauty’s om te zien, maar wel feestelijk en bizar smakelijk!

 

 

 

 

tempeh kering

Voor bij de rijsttafel of als snack: tempeh kering

Tempeh kering is een verslavend en vegetarisch bijgerecht voor bij een geslaagde Indonesische rijsttafel. De reepjes tempeh zijn krokant gebakken en bedekt met een heerlijk zoet-zure en spicy saus die ook nog eens heerlijk sticky is. Andere namen voor tempeh kering zijn overigens sambal goreng tempeh kering of simpelweg tempeh goreng. Maar hoe het ook wordt genoemd, dit bijgerecht is verschrikkelijk goed.

Niet een beetje maar een berg tempeh kering

Zoals eerder al eens gezegd ben ik een groot tempeh-liefhebber en zou ik deze gefermenteerde sojabonen het liefst elke dag bakken en bedekken met een lekkere pittige en plakkerige saus. Toen de meneer thuis me een paar dagen geleden aanmoedigde om weer eens een Indonesische maaltijd te koken (want tja, hij dacht: die meid heeft nu toch de tijd nu ze met verlof is) ging ik akkoord mits hij een paar blokken tempeh voor me wilde inslaan waar ik één belachelijk grote batch tempeh kering van kon maken. Daar kon de meneer mee leven en ging direct op tempeh-jacht. Hieronder vind je een normale(re) hoeveelheid tempeh kering overigens, maar je kunt het recept redelijk makkelijk opschalen. Let dan alleen wel op het aantal chilipepers dat je dan extra gebruikt- het kan namelijk te pittig worden als je de hoeveelheden zonder te proeven verdubbelt.

tempeh kering
Tempeh kering: zoet, zuur, pittig & sticky

Tempeh kering: ieders favoriet

Wees overigens gewaarschuwd: wanneer je een Indonesische rijsttafel klaarmaakt en zowel vegetariërs als echte vleeseters uitnodigt, dan is de kans groot dat de tempeh kering net zo hard door carnivoren wordt weggewerkt als de planteneters. Maak dus genoeg!

Ingrediënten:

400 gram tempeh

1 ui

3 rode chilipepers

3 tenen knoflook

Duim gember (of stuk laos)

Een halve eetlepel tamarinde

3 eetlepels palmsuiker

3 eetlepels water

zout

Olie om in te frituren

To do:

Verhit de olie in een pan. Snijd de tempeh in dunne reepjes of kleine blokjes. Bak de reepjes in 4-5 minuten goudbruin en knapperig en laat uitlekken op keukenpapier.

Maak een pasta van de ui, chilipepers, knoflook en gember door ze in de keukenmachine goed fijn te malen. Zet een koekenpan op het vuur en verwarm een scheut olie. Bak de pasta een paar minuten totdat ie goed begint te geuren. Voeg dan de tamarinde, water, een snufje zout en palmsuiker toe. Roer alles goed door elkaar totdat je een roodbruin ‘papje’ hebt. Let op dat je de palmsuiker niet laat verbranden.

Voeg de stukjes tempeh toe en zorg ervoor dat elk stukje is bedekt met de lekkere sticky saus. Het fijne aan deze tempeh kering is dat je hem zowel warm als koud kan serveren. Allebei even lekker! Serveer met wat groenten en rijst, of eet restjes op een broodje met wat ingelegde groenten. Yum.

tempeh kering
Tempeh kering: een favoriet voor bij de rijsttafel

 

 

Zoete aardappelfriet met sriracha mayo

Zoete aardappel friet met sriracha mayo

Mijn liefde voor spice en hitte gaat ver. Ik kan er echt van balen als ik nét te weinig chilivlokken heb om mijn eieren goed mee te pimpen of erger: wanneer blijkt dat de pot sambal op zijn zijkant in de koelkast ligt te lekken en de pot dus onbedoeld leeg is. Dan baal ik van de bende, maar vooral om de verloren pittigheid en de flauwe kom rijst die dat bijvoorbeeld tot gevolg heeft.

De liefde voor hitte heeft er ook voor gezorgd dat het gewone patatje met waar ik zo dol op ben, plaats het moeten maken voor zoete aardappelfriet met sriracha mayo. Verslavend! Ik drink zo’n fles sriracha nog eens op! Voor mij is zoete aardappelfriet met sriracha mayo een fijne maaltijd voor doordeweeks die- mits je niet al te veel mayonaise op je bordje kwakt- ook nog eens redelijk gezond is wanneer je er een salade of wat groente bij serveert. De friet bak je gewoon in de oven, dus je hoeft niet bang te zijn voor onaangename frituurdampen.

De combinatie van zoete aardappel en spice doet het wat mij betreft beter dan met gewone friet, maar mocht je het hier niet mee eens zijn, kun je voor dit recept aardappels naar keuze gebruiken. Hier gebruik ik chilipoeder en gerookte paprika om de zoete aardappels nog lekkerder mee te maken, maar je kunt ook losgaan met andere kruiden en specerijen zoals komijn en garam massala. Voor de sriracha mayo heb ik de mayonaise niet zelf gemaakt (foei) omdat ik niet genoeg eieren had, maar vooral omdat ik- heel eerlijk hè- ook geen zin had om zelf mayonaise te maken. Maar bij dezen beloof ik je dat ik in de toekomst een basisrecept voor mayonaise met je zal delen. Maar first things first, hier het recept voor het patatje met 2.0:

Zoete aardappelfriet met sriracha mayo
Zoete aardappelfriet met sriracha mayo: het patatje met, 2.0

Ingrediënten voor 2-4 personen

4 flinke zoete aardappels met schil, schoongeboend

1 theelepel gerookte paprikapoeder

½ theelepel chilipoeder

Zout en peper

1 eetlepel maïzena

2 eetlepels olijfolie

Sriracha mayo:

3 eetlepels goede mayonaise

1 eetlepel sriracha (meer of minder afhankelijk van je smaak)

optioneel: half knoflookteentje, uitgeperst.

To do:

Verwarm de oven voor op 200 graden.

Laat de schil aan de zoete aardappels zitten. Snijd in rechte frieten of wedges. Bestrooi met gerookte paprikapoeder, chilipoeder, zout, peper, en maïzena (dit laatste zorgt ervoor dat de zoete aardappelfriet knapperig wordt). Hussel goed doorelkaar. Spreid uit over een bakplaat en bak in dertig minuten roodbruin en licht knapperig. Draai de frieten op de helft van de baktijd een keer om.

Voor de sriracha mayo meng je de mayonaise, knoflook en sriracha door elkaar. Proef of je het pittig genoeg vindt en voeg eventueel wat extra sriracha toe.

Wanneer de frieten klaar zijn haal je de bakplaat uit de oven en laat je de friet 5 minuten afkoelen zodat je ze makkelijker van de bakplaat kunt halen. Verdeel de zoete aardappelfriet met sriracha mayo over de borden en serveer met een salade.

Zoete aardappelfriet met sriracha mayo
Zoete aardappelfriet met sriracha mayo. Met een salade erbij ook nog eens een gezonde maaltijd- mits je je een beetje inhoudt qua mayo…
De 5 fijnste zomerse dips

De 5 fijnste zomerse dips

De zomer sputtert dit jaar een beetje tegen: de maanden juni en juli gingen met ups en downs qua weer. De ene dag  kroop ik op slakkentempo en met een gigantische rode kop door tropisch Amsterdam, terwijl ik de volgende dag weer drijfnat thuiskwam omdat ik achtervolgd werd door een boze regenwolk. Dit weekend wordt het volgens de weermeneren- en mevrouwen weer beter en na een dubbelcheck op de buienradar begin ik het een beetje te geloven. Tijd voor een round-up van de 5 lekkerste zomerse dips!

Eerder heb ik je al verteld dat ‘zomer’ voor mij gelijk staat aan buiten veel kleine hapjes delen met gezellige mensen, en dan zijn zomerse dips natuurlijk een must. Geef me er een stuk vers platbrood bij en ik ben een gelukkig mens. Hoewel ik dips uit de winkel niet af zal slaan word ik van homemade versies nog blijer. Hier mijn favorieten op een rij, en ik beloof je dat ze allemaal quick & easy te bereiden zijn.

Haydari

Haydari: de frisse Turkse dip met yoghurt en munt
Haydari: de frisse Turkse dip met yoghurt en munt

Het  Turkse neefje van de bekende tzatziki, maar dan een tikkie frisser en minus de komkommer. Lekker verkoelend in de brandende zon. Je vindt het recept hier.

Hummus met geroosterde paprika

Hummus met geroosterde paprika: zoet en rokerig
Hummus met geroosterde paprika: zoet en rokerig

‘Gewone’ hummus is natuurlijk helemaal oké, maar maak ‘m eens nog zomerser door er wat zoete en rokerige rode paprika door heen te doen. Lekker om bij de barbecue te serveren. Check het recept hier.

Patlican ezmesi

Patlican ezmesi: gepofte aubergine met yoghurt
Patlican ezmesi: gepofte aubergine met yoghurt

Over rokerige dips gesproken: probeer dan eens deze dip met gepofte aubergine en yoghurt. Dit is mijn Turkse versie van de bekende baba ganoush, oftewel patlican ezmesi.

Muhammara

Muhammara: walnotendip met paprika en granaatappelmelasse
Muhammara: walnotendip met paprika en granaatappelmelasse

Waan je in de Levant met deze perfecte dip op basis van walnoten, paprika en granaatappelmelasse. Gezond en zeer zomers! Je vindt het recept hier.

Hummus met miso

Hummus met miso
Hummus met miso

Ja ja, twee soorten hummus in deze round-up met de fijnste zomerse dips! Deze versie is heel anders dan de variant met geroosterde paprika. Meng wat miso door je hummus en je hebt dé umami dip van het jaar te pakken. Maken dus! Bekijk het eenvoudige recept hier.

Halloumi saganaki (gebakken Griekse kaas)

Halloumi saganaki (gebakken Griekse kaas)

Hoera, de weergoden zijn in een iets betere stemming en ik heb al een paar dagen geheel regenvrij Amsterdam kunnen doorkruisen. Niet dat er in Amsterdam geen buien te bespeuren waren, want die waren er wel degelijk deze week. Het barstte in ieder geval niet boven mijn hoofd los en dat scheelde weer een stel pandaogen door uitgelopen mascara en middelvingertjes richting automobilisten die gniffelend tsunami’s op het fietspad veroorzaken terwijl ze zelf droog langs scheuren.

Nee, deze week was het beter. En sinds gisteren heb ik daarom ook een zomergevoel. En een zomergevoel omvat bij mij zin in kleine hapjes die je buiten op het terras met elkaar kunt delen. Zojuist heb ik dan ook een berg halloumi saganaki gemaakt, gebakken Griekse kaas met wat honing, citroensap en gedroogde oregano. Saganaki verwijst overigens naar het pannetje waarin de kaas van oorsprong wordt gebakken: een pannetje met twee handvaten waar de je gebakken kaas ook in serveert. Hoewel kefalotiri de meest gebruikelijke kaas is om voor saganaki te gebruiken, werkt halloumi ook prima (en die is wat makkelijker te verkrijgen in Nederland).

Halloumi saganaki (gebakken Griekse kaas)
Halloumi saganaki: goudbruin gebakken Griekse kaas met honing, citroen en oregano

Door Zuid-Europees eten in mijn Amsterdamse keuken te bereiden kom ik een beetje in de vakantiestemming ondanks het feit dat ik de godganse dag in een ietwat muf kantoor in het meest grijze deel van Amsterdam West achter de computer doorbreng. Niet dat deze halloumi saganaki me herinnert aan het mooie Griekenland, want ik zal je wat vertellen: daar ben ik nog nooit geweest. Wel doet dit hapje me verlangen naar een hutje met uitzicht op de blauwe Middellandse zee- en dan graag zonder gestreste mensen die over de meest triviale zaken aan je kop zeuren.

Ook als je net als ik een drukke week achter de rug hebt en daarom geen uren achter het gasfornuis wilt staan is deze halloumi saganaki het perfecte hapje om te maken: het kost je slechts enkele minuten. Genoeg tijd om daarna je kostbare vrije tijd buiten in de zon door te brengen, te dromen over een welverdiende vakantie in een zonnig oord en weer op te laden voor de komende werkweek. Fijn weekend!

Ingrediënten voor een appetizer of bijgerecht voor 2-4 personen:

250 gram halloumi

1 ei

3 eetlepels bloem

1-2 theelepels honing

Sap van een citroen (naar smaak)

1 theelepel gedroogde oregano

olijfolie om in te bakken

To do:

Zet een koekenpan met een flinke scheut olijfolie op het vuur en laat goed warm worden. Snijd ondertussen de halloumi in dikke vierkante plakken.

Kluts een ei los in een kom. Pak een bord en bestrooi met de bloem. Haal de stukken halloumi door het ei en daarna door de bloem. Klop de overtollige bloem van de kaas af en leg in de pan met olie. Bak de halloumi saganaki op middelhoog vuur aan beide zijden goudbruin.

Leg de halloumi saganaki op een bord en besprenkel met wat citroensap en honing en strooi de oregano erover heen. Eet als borrelhapje of als bijgerecht. En vergeet dat glas wijn erbij vooral niet.

Halloumi saganaki (gebakken Griekse kaas)
Halloumi saganaki (gebakken Griekse kaas) in slechts een paar minuten op tafel

 

 

Halloumi saganaki (gebakken Griekse kaas)
Halloumi saganaki: de perfecte appetizer om de zomer te vieren!

 

 

 

Poğaça, Turkse gevulde broodjes met witte kaas en olijven

Turkse gevulde broodjes (poğaça)

De laatste tijd ben ik niet zo in mijn hum. Dit komt door verschillende factoren, namelijk drukte enerzijds en een verbouwing boven mijn hoofd thuis anderzijds, die inmiddels al maanden voortduurt- van het huis volledig strippen tot vloeren leggen en andere moeilijkdoenerij. De drukte veroorzaakt door werk en sociale verplichtingen zorgt ervoor dat ik geen tijd heb om gezellige blogposts en recepten uit te werken en als ik eens een poging waag zorgt de bouwende buurman boven mijn hoofd voor minimale concentratie en maximale irritatie. Voor de duidelijkheid nogmaals, het gaat hier niet om het boren van een gaatje om een schilderijtje van oma op te hangen hè. Nee, denk aan het zware geschud (vooral toen de ondervloer nog niet lag), plus het gedreun van derderangs dance-muziek. En dat dan al zo’n 8 maanden lang. Boehoe.

Poğaça, Turkse gevulde broodjes met witte kaas en olijven
Poğaça, Turkse gevulde broodjes met witte kaas, peterselie en olijven

Wat me op de been houdt: poğaça (ja mooi bruggetje hè, ik moet toch wat om én te kunnen klagen én een recept te introduceren), Turkse gevulde broodjes met witte kaas, peterselie en zwarte olijven. Het bakken van brood werkt ontstressend en je kunt tijdens het kneden je frustraties kwijt over- ik noem maar wat- geluidsoverlast door verbouwingen. Hoezee!

Poğaça is gebakken brood dat vele variaties kent. Het brood is niet alleen bekend in Turkije, maar wordt ook veel gegeten in de nabijgelegen Balkanlanden en…eigenlijk ook in Italië. Poğaça spreek je uit al poh-katsja en dat lijkt natuurlijk verdacht veel op de bekende focaccia, het Italiaanse platte brood, een neefje zeg maar. In tegenstelling tot de grote focaccia zijn poğaça’s kleine platte broodjes en bovendien gevuld met allerlei lekkers- tenminste zo heb ik de broodjes leren kennen tijdens de (al veel besproken) tijd die ik in Istanbul doorbracht. Het deeg van deze Turkse gevulde broodjes is zacht, kruimelig en lichtzoet. Ik heb de textuur van de poğaça helaas niet zo fijn gekregen, maar ze vlogen- als warme broodjes, ha- van tafel toen ik ze vers uit de oven toverde. Mijn favoriete vulling is met Turkse witte kaas (feta), zwarte olijven en peterselie, maar vul je poğaça vooral met ingrediënten die jij lekker vindt. Denk aan dikke zure room (kajmak in het Turks), gehakt, paprika of ui.

Deze gevulde broodjes zijn zowel warm als koud prima te eten. Dus mocht je er toch nog een paar overhouden, dan kun je ze meenemen naar je werk en achter je bureau oppeuzelen of een paar dagen bewaren en héél hard laten worden om naar iemands hoofd te slingeren bij langdurig geluidsoverlast.

Ik ben niet in mijn hum, ik zei het je!

Ingrediënten voor 10-12 stuks poğaça

Deeg:

500 gram bloem

7 gram droge gist

120 milliliter halfvolle melk

80 milliliter (half)volle yoghurt

100 milliliter olijfolie

1 theelepel zout

Halve theelepel suiker

Vulling:

200 gram Turkse witte kaas of feta

100 gram olijven

3 eetlepels platte peterselie, fijngehakt

Zout en versgemalen peper

Extra:

1 ei

sesamzaad en/of nigellazaad

To do:

Verwarm de melk en voeg de gist toe. Roer door en zet even apart. Pak een grote kom waarin je de bloem, yoghurt, olijfolie, zout en suiker mengt. Roer de melk met gist er doorheen. Kneed het dan met je handen een minuut of 5 door totdat je een elastisch deeg hebt. Maak de kom schoon of pak een andere, bestuif met een beetje bloem en doe het deeg in de kom. Dek af met plasticfolie of een vochtige theedoek en laat 45 minuten rijzen.

Maak ondertussen de vulling door de witte kaas in een kom te verkruimelen. Hak de olijven grof door en voeg toe. Meng de gehakte peterselie er doorheen en breng op smaak met een beetje zout en flink wat versgemalen peper.

Verwarm de oven voor op 180 graden.

Wanneer het deeg is gerezen kneed je het nog één keer kort (zo’n 30 seconden) door en verdeel je het in 10-12 gelijke stukken. Bestuif het aanrecht met wat bloem. Draai ballen van de stukken deeg die je vervolgens uitrolt met een deegroller tot een platte ronde schijven.

Leg aan één kant van de deegschijf een flinke eetlepel vulling. Zorg dat je een stuk van de rand vrijhoudt. Vouw dan de andere kant er overheen, zodat je een halve cirkel krijgt. Druk de randen goed tegen elkaar aan. Leg op een bakplaat die bekleed is met bakpapier en herhaal totdat je alle broodjes hebt gevuld en gevouwen.

Klop het ei los en bestrijk de broodjes ermee. Bestrooi met sesam- en/of nigellazaad en bak in ongeveer 25 minuten goudbruin in de oven.

Poğaça, Turkse gevulde broodjes met witte kaas en olijven
Poğaça: mijn Turkse gevulde comfort broodjes met witte kaas, peterselie en olijven.
Muhammara: dip met walnoten en paprika

Dip van walnoten en paprika: muhammara

Dat ik van allerlei dips en spreads houd weet je ondertussen wel (met artisjokken, edamame boontjes of aubergine bijvoorbeeld), niets is leuker om bij de borrel goede stukken brood in allerlei lekkers te dopen. Hoewel hummus met miso sinds kort mijn nummer 1 dip is komt muhammara wel erg dicht in de buurt. Misschien overweeg ik hun allebei een gedeelde eerste plaats te geven.

Muhammara of acuka

Muhammara is namelijk een fijne walnotendip met- naast walnoten dus- paprika en granaatappelmelasse die je heel eenvoudig bij elkaar knutselt en door de noten ook nog eens redelijk gezond aanvoelt (de borrel erbij maakt het dan wat minder gezond, maar goed). De dip kent zijn oorsprong in Syrië, maar is in veel andere omringende landen (vroeger de Levant) de keukens binnengewaaid. De Turkse variant heet bijvoorbeeld acuka en die heb ik toen ik in Turkije woonde met enige regelmaat als meze geserveerd gekregen en talloze stukken brood mee besmeerd.

Het geheim van een goede muhammara of acuka is het gebruik van een vijzel in plaats van een keukenmachine. Zo mengen de smaken beter met elkaar en heb je zelf in de hand hoe smooth of chunky je dip wordt. En vergeet de goede olijfolie niet!

Ingrediënten

3 rode paprika’s

75 gram gehakte walnoten

50 gram broodkruim

1 theelepel komijn

1 eetlepel citroensap

1 eetlepel granaatappelmelasse

1 teen knoflook, grof gehakt

1-2 theelepels Aleppo peper, a.k.a. pul biber: gedroogde Turkse rode pepervlokken)

2-3 eetlepels olijfolie

zout

extra: (plat) brood om erbij te serveren

To do:

Verwarm de oven voor op 200 graden. Leg de paprika’s op een bakplaat en laat in 30 minuten zacht worden en zwart blakeren. Haal ze uit de oven, leg om een bord en dek af met plasticfolie. Laat afkoelen, verwijder het velletje en de zaadlijsten en hak de paprika’s grof door.

Doe de paprikastukjes met alle andere ingrediënten in de vijzel en stamp tot een grove spread. Breng op smaak met extra zout en citroensap of granaatappelmelasse. Vind je de muhammara te dik? Voeg dan extra olijfolie toe. Schep op een bordje of in een kom en besprenkel met wat extra olijfolie. Serveer met brood.

Je kunt muhammara een dag van te voren maken en in de koelkast bewaren. De smaken worden dan intenser. Zorg er wel voor dat je de dip op kamertemperatuur laat komen voordat je erin duikt.

Muhammara: dip met walnoten en paprika
Muhammara: de perfecte dip met walnoten en paprika
Snelle samosa's uit de oven

Snelle samosa’s uit de oven

Noem iets met deeg en ik maak het bij voorkeur zelf: brood, pasta, tortilla’s, empanada’s… Die smaken allemaal vaak lekkerder wanneer je de boel zelf from scratch hebt bereid. Dat geldt eigenlijk ook voor samosa’s, die super lekkere Indiase gevulde deegpakketjes waar wel tientallen variaties op bestaan. Maar voor deze samosa’s heb ik geen homemade deeg gemaakt, foei. Een goede reden heb ik hier niet voor, behalve slappe excuusjes in de trant van ‘weinig tijd’ (en dat betekent vaak: weinig puf en zin). Ik weet dat de laatste blogposts en recepten in de categorie ‘snel & simpel’  vallen, en eigenlijk vind ik dat ook wel jammer, maar dat gebrek aan tijd (zin en puf om uren te koken dus) zit me de laatste tijd een beetje in de weg. Er staan wel weer een aantal spannendere gerechten op het Sesu-program, dus nog even geduld.

Snelle samosa's uit de oven
Snelle samosa’s uit de oven

Erg schuldig over deze samos’a met minimale bereidingstijd en moeite hoef ik me overigens ook niet te voelen: de statistieken vertellen me dat de meest simpele en snelle gerechten bijzonder goed bezocht (en wellicht gekokkereld) worden, dus dat is zowel een geruststelling als een compliment. De eerder gepubliceerde post met het recept voor kippenvleugels met harissa en honing wordt dagelijks massaal gelezen, evenals het snelle sodabrood dat ik rond de Kerst op de blog plaatste. Beide super snelle recepten met minimale inspanning of vereiste skills. Ik ga er dan ook maar vanuit dat deze samosa’s net zo gewaardeerd zullen worden- door mij in ieder geval wel. Want één ding kan ik je beloven: deze hapjes zijn echt lekker. Ook al is het deeg niet met mijn eigen blote handen bij elkaar gekneed en worden de samosa’s niet gefrituurd* (zo heb ik ze het liefst), deze jongens smaken zo goed door de verschillende specerijen die de erwten- en aardappelvulling naar een ander spicy niveau tillen. Je maakt deze samosa’s met wat vellen bladerdeeg die je vult, dichtvouwt en afbakt in de oven. Als dit geen populair snel & simpel hapje wordt weet ik het ook niet meer. Aan de slag dan maar!

Ingrediënten voor 20 samosa’s

10 plakjes bladerdeeg, half ontdooid

1 ui, fijngesnipperd

2 tenen knoflook, fijngehakt

2 theelepels gemalen komijn

1 theelepel garam massala

1 theelepel gemalen korianderzaad

halve theelepel chilipoeder (meer of minder naar smaak)

halve theelepel kurkuma

1 duim gember, geschild en fijngehakt

2 eetlepels verse korianderblaadjes, gehakt

125 gram diepvries doperwten

2 aardappelen (ongeveer 250 gram)

Zout en peper

Plantaardige olie om in te bakken

extra: chilisaus of wat yoghurt met munt/koriander om erbij te serveren

To do:

Verwarm de oven voor op 190 graden.

Zet een grote koekenpan op het vuur met een flinke scheut olie en laat warm worden. Breng ondertussen in een andere pan water aan de kook voor de aardappels. Snijd de aardappels brunoise en kook in 5 minuten gaar. Giet af en laat in de pan een beetje droog stomen.

Doe de ui en knoflook met een snufje zout in de koekenpan en laat op middelhoog vuur zacht worden. Voeg dan de gember en alle specerijen, behalve de garam massala, toe. Schep goed om en laat de aroma’s vrijkomen. Voeg de aardappels en doperwten toe en laat 3 minuten bakken. Voeg tenslotte de garam massala en korianderblaadjes toe en breng op smaak met zout en peper. Bak nog een minuut door en draai dan het vuur uit.

Snijd de plakjes bladerdeeg diagonaal door zodat je driehoekjes deeg krijgt. Vouw de buitenste punten naar elkaar toe en druk van één kant de randen aan elkaar zodat je een zakje krijgt. Schep een flinke eetlepel vulling in het deegpakketje en druk de laatste randen tegen elkaar aan. Herhaal dit met de overige samosa’s. Mocht je grote deegranden hebben, dan kun je die wegsnijden.

Leg de samosa’s op een bakplaat met bakpapier en bak in 20 minuten goudbruin. Draai op de helft van de baktijd om. Serveer met chili- en/of yoghurtsaus.

Snelle samosa's uit de oven
Snelle samosa’s uit de oven: je kunt ze meteen van de bakplaat opeten….
Snelle samosa's uit de oven
Snelle samosa’s uit de oven: maar je kunt ze ook netjes op een bordje leggen 🙂

*je kunt deze samosa’s wel frituren als je dat wilt. Zorg er dan voor dan de randen echt goed dichtzitten. Verhit het frituurvet en bak in 3-5 minuten goudbruin.

Koreaanse aubergine salade

Koreaanse aubergine salade (gaji namul)

Na een lang weekend vol paaseieren en chocoladehazen is wat lichter lentevoedsel uit het Korean Food Lab ook wel even fijn. Deze simpele Koreaanse aubergine salade, gaji namul, is een licht maar smaakvol bijgerecht (banchan) om tijdens een Koreaans diner op tafel te zetten. In combinatie met andere kleine Aziatische gerechten doet de gaji namul het ook goed- dit heeft Julius Jaspers van (onder andere) het restaurant HappyHappyJoyJoy ook ontdekt waar deze banchan op de menukaart staat. De gaji namul maak je ook heel eenvoudig thuis, dus je hoeft er niet persé naar Jaspers’ restaurant voor af te reizen. De aubergines worden kort gestoomd en daarna gemengd in een eenvoudige saus op basis van knoflook, gochugaru (rode pepervlokken) en sojasaus. Easy- en je bepaalt zelf hoe spicy en garlicky de salade wordt.

Koreaanse aubergine salade: steam it!

Koreaanse aubergine salade
Koreaanse aubergine salade: gemaakt met ‘gewone’ aubergines uit je Hollandse supermarkt smaakt ie ook heerlijk hoor.

Eigenlijk hoor je de langwerpige paarse Koreaanse aubergines voor dit gerecht te gebruiken, maar de bekende bolle aubergines uit de supermarkt om de hoek doen het ook prima. Deze zijn iets steviger en wat minder zoet dan de Koreaanse aubergine, maar dat vind ik zelf geen enkel probleem. Het belangrijkste is dat je de aubergines lang genoeg stoomt zodat ze niet meer rauw zijn, maar let ook op dat je de groente op tijd uit het stoommandje vist omdat je anders met papperige aubergine op je bord eindigt: allebei erg onaangenaam. Dit voorkom je door a) bij je stoommand te blijven staan en de boel nauwlettend in de gaten te houden en b) de aubergines in even grote stukken te snijden.

‘Traditioneel’ gezien moeten de aubergines namelijk in grote stukken worden gestoomd en daarna in repen worden gescheurd. Omdat hierdoor de kans groot is dat je je vingers brandt tijdens het scheuren (als je net als ik ongeduldig bent en niet wacht totdat de stukken aubergine iets zijn afgekoeld) en het moeilijker in de schatten is wanneer de aubergine goed gaar is snijd ik de boel vóórdat het de stoommand in gaat al in bite-size stukjes. Dan kan er niets fout gaan. Niets. Nou ja, je kunt je bekkie branden omdat je hongerig een stukje aubergine direct uit de stoommand in je mond propt.

Je kunt deze Koreaanse aubergine salade als lichte lunch eten, maar ook samen serveren met o.a. de spinazie namulkomkommer sangchaeKorean Fried Chicken, bulgogi of bossam. Dat wordt gegarandeerd feest!

Ingrediënten voor 2-4 personen (als bijgerecht)

1 grote aubergine (ongeveer 300 gram)

Dressing:

1 bosui, in dunne ringetjes gesneden

1 teentje knoflook, geperst

1-2 theelepels sesamolie

halve theelepel suiker

1 theelepel rijstazijn

1 theelepel gochugaru

1 theelepel sesamzaad

1 eetlepel sojasaus

To do:

Zet de stoommand in een pan met een laagje kokend water. Snijd de aubergine in stukken van ongeveer 4 centimeter lang en 1,5 centimeter dik. Zorg ervoor dat alle stukken aubergine wel een stuk schil hebben.

Doe de stukjes aubergine in de stoommand en stoom gaar, maar niet zo lang dat ze heel slap en papperig worden. Dit duurt ongeveer 5 minuten, maar dit hangt ook van jouw smaak af. Blijf dus bij de stoommand staan.

Meng ondertussen alle overige ingrediënten voor de dressing. Haal de auberginestukjes uit de stoommand en doe in een grote kom. Laat iets afkoelen en giet de dressing erover. Meng goed door elkaar. Eet de Koreaanse aubergine salade lauwwarm.

Koreaanse aubergine salade
Koreaanse aubergine salade: gezond, pittig en lekker veel knoflook.

 

 

Indien je geen stoomfan bent of bang bent dat je de aubergine tot moes laat koken kun je de aubergine ook roerbakken. In dat geval heet deze Koreaanse aubergine salade dan officieel gaji bokkeum.

Harissa kippenvleugels

Easy: kippenvleugels met harissa uit de oven

Voor wie eerder al watertandend naar de Koreaanse gefrituurde kip heeft zitten (of staan) staren, maar niet in actie kwam omdat de bereiding toch wat te veel moeite zou kosten, heb ik een oplossing: kippenvleugels met harissa uit de oven. Dit is mijn nieuwste borrelsnack of bijgerecht tijdens het avondeten, eentje die zelfs een ongeduldige idioot met twee linker handen op tafel kan zetten.

Kippenvleugels met harissa uit de oven
Kippenvleugels met harissa uit de oven

Voor deze kippenvleugels heb je geen frituurpan met gevaarlijk heet (en nare geurtjes verspreidend) vet nodig en je hoeft het vlees al helemaal niet uren te laten marineren. En toch hebben deze kippenvleugels alles wat ik lekker vind: ze zijn juicy, lichtzoet én spicy. En dat komt allemaal door de harissa waarmee je de kippenvleugels dient in te smeren. Harissa is een rode spicy saus of pasta, vergelijkbaar met sambal, met onder andere rode pepers, citroen, knoflook en komijn. Dit van oorsprong Tunesische goedje tilt rijsgerechten, soepen en vlees binnen no-time naar een hoger niveau- mark my words. Ook deze easy peasy* kippenvleugels uit de oven dus. En omdat harissa zo’n smaakmaker is heb je maar 2 andere ingrediënten nodig om de meest lekkere snack op tafel te zetten: honing en citroensap, dat is alles. Hoewel het geenszins nodig is vind ik de kippetjes nog lekkerder met een dipsaus van wat yoghurt en verse koriander. Maar dat moet je zelf beslissen. Proberen maar zou ik zeggen!

Ingrediënten voor 20 stuks

10 kippenvleugels, gehalveerd

2 eetlepels olijfolie

1 flinke eetlepel harissa

2 eetlepels honing

2 eetlepels citroensap

zout en peper

extra: braadslede of een bakplaat waar een rooster op past

Yoghurt dipsaus:

3 eetlepels dikke yoghurt

1 eetlepel korianderblaadjes, fijngehakt

citroensap naar smaak

zout en peper

To do:

Verwarm de oven voor op 200 graden. Bekleed de braadslede met aluminium folie en vet het rooster/rekje licht in met (olijf)olie.

Pak een grote kom. Meng de harissa met de honing, citroensap, zout en peper. Doe de gehalveerde kippenvleugels in het harissamengsel. Zorg dat de vleugels aan alle kanten goed bedekt zijn.

Leg de kippenvleugels op het rooster/rekje en zet op de bakplaat of braadslede. Zet in de oven en bak in ongeveer 25-30 minuten gaar. Draai de kippenvleugels op de helft van de baktijd om.

Maak ondertussen de yoghurt dipsaus door alle ingrediënten door elkaar te mengen. Proef en breng op smaak met extra zout en peper.

Serveer de kipenvleugels op een plank of schaal met de dipsaus ernaast. Lekker bij de borrel, maar ook als bijgerecht. Eet deze kip bijvoorbeeld samen met een frisse tabouleh.

*excuses voor zo veel Engelse hipster-praat achter elkaar.

Kippenvleugels met harissa uit de oven
Kippenvleugels met harissa uit de oven